Jezus is erbij

Jef de Vriese • 91 - 2015 • Uitgave: 19
Jezus kent de moeilijke situatie van de gemeente te Smyrna (Openbaring 2:8-11). Zijn weten is geen afstandelijke onverschillige vaststelling, maar actieve betrokkenheid, die Zijn bewogenheid met de gemeente onderstreept. Haar lijden is niet onopgemerkt in Gods ogen. Hij weet precies welke druk ze ondergaat.
Christenen die vervolgd worden, hoeven niet aangesproken te worden over dwaalleer of onderlinge vetes. Wie het in Smyrna niet oprecht meende, begon er niet aan of liet het gauw afweten. De christenen hadden betere dingen te doen dan te bekvechten. Hun geloof liet geen ruimte voor imitatie. De externe bedreiging werkte louterend op hun geloof en hun gemeenteleven.
Hij kent hun verdrukking en armoede. Het werk van de verdrukte gemeente is het delen in het lijden. Haar taak en roeping is staande te blijven in de penibele omstandigheden die door anderen op haar pad worden gebracht. Lijden kan een werkopdracht zijn.
De armoede van de christenen in Smyrna was wellicht een gevolg van de verdrukking (vgl. Hebreeën 10:35). In een vijandige omgeving was het niet eenvoudig om als consequent christen aan de bak te komen en je brood te verdienen. Omdat de Heere weet hoe zwaar het deze gemeente wordt gemaakt, is Zijn waardering voor hun volharding des te groter en Zijn zegenende, bevestigende en ondersteunende hand is des te uitdrukkelijker aanwezig. Voor jou is het niet alleen belangrijk dat Jezus je toestand zeer goed kent, het is ook belangrijk dat je ten volle beseft dat dit zo is en dat Hij naast je staat.

Jef De Vriese