Jezus... de verhoogde Zoon van God

Jan van Barneveld • 89 - 2013 • Uitgave: 7
Vreemd, dat woord ‘verhogen’. Gaat het omhoog of omlaag? Uiteindelijk wordt de Here Jezus ‘uitermate verhoogd’ (Filippenzen 2:9). De verhoogde Zoon van God zet Zich aan de rechterhand van God (Marcus 16:19). Maar in het Evangelie van Johannes betekent ‘verhogen’ een diepe vernedering. De dood aan het kruis. De Here Jezus wordt zelfs met een slang vergeleken (Johannes 3:14). De verschijning van de Mensenzoon van God was zo misvormd, dat Hij er zelfs niet eens meer menselijk uitzag (Jesaja 52:14). Wat is de betekenis van die twee ‘verhoogde’ wegen van de Here? Is er profetie op die wegen? Gaan ook wij die wegen misschien ‘in zijn voetstappen’ (1 Petrus 2:21)?

Van Getsemané naar de Troon
Paulus legt uit dat voor de Here Jezus de weg naar de Troon van God van Getsemané en via Golgotha moest gaan. God heeft Hem ‘uitermate verhoogd’, omdat Hij zich vernederd heeft tot de dood aan het kruis. De weg naar Boven ging voor Hem via beneden. Het verhogen komt na vernederen. Ook voor ons. Want de Here zegt: ‘…al wie zichzelf zal vernederen zal verhoogd worden’ (Matteüs 23:12). Wat betreft de Here Jezus heeft deze Weg allereerst een unieke heilbrengende betekenis. Immers, door het kruis heeft de Here ‘heil gebracht voor alle mensen’ (Titus 2:11). Maar ook ‘heeft Hij, hoewel Hij de Zoon was, de gehoorzaamheid geleerd uit hetgeen Hij heeft geleden’ (Hebreeën 5:8). De weg naar gehoorzaamheid en heiligmaking gaat dus door een stuk lijden. Ook voor ons geldt dat de weg naar ‘verhogen’ via een stuk vernederen gaat. Het woord verhogen slaat niet op twee verschillende wegen. Het is één weg, de weg van Jezus.

Voorbeelden
Veel gelovigen zijn die weg gegaan. Zij hebben geleerd op een zware weg die zij gingen. Pas jaren later begrepen zij iets van de zegen die in een onbegrijpelijke en moeilijke periode van hun leven werd voorbereid. Pas later herkenden zij de hand van de Here daarin. Toen Jozef in de put en later onschuldig in de gevangenis zat, was hij doodsbenauwd en smeekte om erbarmen (Genesis 42:21). Maar op die weg leerde hij en kon hij de machtigste man van Egypte worden. Mozes werd jaren in de woestijn getraind en gevormd voordat Hij Gods Thora kon ontvangen en Gods volk naar het Beloofde Land kon brengen. David zwierf jaren als een opgejaagde vluchteling door de woestijn voordat hij koning over Israël kon worden. Zijn ervaringen onderweg met God zijn ons tot op vandaag tot zegen. Of leest u nooit een Psalm van David? Job ging door een ongelooflijk diepe weg van leed voordat hij een geweldige troost en zegen van God kreeg. Apostelen en profeten gingen die weg naar boven via beneden. In Hebreeën 11 leest u veel meer voorbeelden van ‘geloofsgetuigen’ die deze weg zijn gegaan.

Psalm 23
Ook Psalm 23 vertelt ons iets van die ‘verhoogde weg’ waarop een gelovige door diepe dalen wordt geleid. David volgde de Goede Herder naar ‘grazige weiden’ en langs ‘rustige wateren’. Maar er kwam ‘een dal van diepe duisternis’. Ook waren er mensen die hem benauwden. Toen, daarna, kwamen ‘heil en goedertierenheid’ over hem. Zo kwam hij tot Gods doel: ‘Ik zal in het huis van de HERE verblijven tot in lengte van dagen.’

Langs het Woord
We gaan terug naar de Here Jezus. Zijn zware en diepe weg van Getsemané naar Zijn positie als ‘verhoogde Zoon van God’, naar het moment dat de Vader tegen Hem zegt: ‘Zet U aan mijn rechterhand’ (Psalm 110:1), was geladen met het Woord van God. Omdat wij allemaal onze diepe dalen ervaren, is het belangrijk de weg van de Here Jezus naar Gods doel even te bekijken.
• Hij onderwierp Zich aan de Vader. Hij bad: ‘Niet zoals Ik wil, maar wat Gij wilt’ (Matteüs 26:39). ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’ (Marcus 15:34 en Psalm 22:2). ‘Vader, in uw handen beveel Ik mijn geest’ (Lucas 23:46 en Psalm 31:6). Zo gaf Hij zich helemaal over aan de Vader. Overgave is een sleutel die een deur naar triomfantelijk overleven opent.
• Hij bleef zoveel mogelijk trouw aan Zijn opdracht en bediening. ‘Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen’ (Lucas 23:34). En, tegen de moordenaar die berouw had: ‘Voorwaar, Ik zeg u, heden zult u met Mij in het Paradijs zijn’ (Lucas 23:43). Want Jezus was gekomen en komt nog steeds om zondaren te redden. ‘Want U, o HERE, bent goed en vergeeft graag’ (Psalm 86:5). Want ‘Christus Jezus is in de wereld gekomen om zondaren te redden’ (1 Timoteüs 1:15).
• Hij was gehoorzaam aan de geboden. Denk aan het vijfde gebod: ‘Eer uw vader en uw moeder.’ Hij zorgde ervoor dat Johannes voor zijn moeder Maria ging zorgen (Johannes 19:25-27). Tijdens het zwaarste en diepste moment van Zijn lijden, toen de machten van de hel en onze zonden over Hem kwamen, waakte hij ervoor dat ‘de naam van de HERE uw God niet ijdel gebruikt werd’ (derde gebod), maar Hij gebruikte voorgeschreven Bijbelwoorden om Zijn angst en pijn te uiten. Hij schreeuwde: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’ (Matteüs 27:46 en Psalm 22:2).
• Veel profetieën werden vervuld. We noemen kort de wonderlijke precisie waarmee de Schrift wordt vervuld: Het verdelen en verloten van Zijn kleren (Johannes 19:23,24 en Psalm 22:19). De zure wijn die Hem werd aangeboden en die Hij eerst weigerde (Marcus 15:23 en Psalm 69:22). De misdadigers die tegelijk met Hem werden gekruisigd (Marcus 15:28 en Jesaja 53:12, Psalm 22:8, 109:25). De spot van de geestelijke leiders (Marcus 15:32, Matteüs 27:42,43 en Psalm 22:8,9).
• De grote trouw van de Here Jezus aan de Schrift blijkt uit het einde, toen Hij riep: ‘Het is volbracht’ (Johannes 19:28). Een van de grootste, heerlijkste en machtigste woorden uit de Schrift. Toen ‘Hij wist dat alles volbracht was’ herinnerde Hij zich dat nog één profetie vervuld moest worden: ‘Mij dorst’ (Johannes 19:28 en Psalm 22:16). Toen nam Hij wel de zure wijn. De hele Schrift moest en moet vervuld worden. Ook in ons leven wordt de Schrift vervuld.

Niet vervuld
Bovenaan het kruis stond in Hebreeuws, Latijn en Grieks: ‘Dit is Jezus, de Koning van de Joden’ (Johannes 19:19-22). Hij is heengegaan als Koning van de Joden en Hij komt terug als Koning van Israël. Deze boodschap ging en gaat nog steeds over heel de wereld. Vandaar die drie wereldtalen. Vandaar dat de Bijbel nu in veel talen is vertaald. Jezus is de Koning van Israël en het Hoofd van de gemeente. ‘Hij komt met de wolken en elk oog zal Hem zien, ook zij die Hem hebben doorstoken’ (Openbaring 1:7). Elk oog, in verleden (zij die Hem hebben doorstoken), heden en die er nog komen. Iedereen zal op een of andere wijze met de doorstoken, opgestane en verhoogde Zoon van God worden geconfronteerd. Hij komt! Dan wordt alles vervuld.

En wij?
Paulus maakte de gemeenten in Klein Azië (Turkije) duidelijk dat ‘wij door veel verdrukkingen het Koninkrijk van God moeten binnengaan’ (Handelingen 14:22). De Here Jezus spreekt over ons als de ranken aan de Wijnstok die gesnoeid worden. De Here Jezus waarschuwt de discipelen, dus ons, ‘in de wereld lijden jullie verdrukking, maar houdt goede moed, want Ik heb de wereld overwonnen’ (Johannes 16:33). Zo gaan we ook wat ‘dalen van diepe duisternis’ en wat zware tijden betreft, moedig in de voetstappen van de Here Jezus. De weg naar boven gaat via beneden. Het gebeurt allemaal om ons te leren, dichter naar Hem te trekken en ons nuttig te maken voor Zijn Koninkrijk.

Jan van Barneveld