‘Je mag niet stigmatiseren...’

ds. Yme Horjus • 88 - 2012 • Uitgave: 8
Ik heb het kort geleden aangedurfd om hardop in een preek de vraag te stellen of vele christenen niet liever vermaakt willen worden dan opgebouwd. Ik haalde daarbij het voorbeeld aan van een snel groeiende evangeliegemeente in het midden van het land die in een plaats dertig kilometer verderop was gestart met een satellietgemeente. Het was verbazingwekkend hoeveel mensen op die eerste dienst waren afgekomen: de zaal met 850 zitplaatsen was meteen te klein. Er waren nog eens 150 mensen buiten de zaal die op een videoscherm de dienst konden meebeleven. Ook waren er ruim 200 kinderen in andere ruimten ondergebracht. Nota bene ruim 1000 mensen in de eerste dienst! De dienst begon met een confettikanon dat de zaal heeft bedolven onder de confetti. Dat alles viel te lezen in een bericht in het Nederlands Dagblad.

Ik vertelde dat dit mij gemengde gevoelens opleverde. Enerzijds is het prachtig als deze diensten missionair zijn en de Henk en Ingrids van deze wereld binnenhalen, maar anderzijds kan het toch wel eens zo zijn dat het merendeel van de bezoekers vooral bestaat uit kerkmensen uit allerlei kerken, die meer spektakel willen beleven in de kerkdienst, bij wie het gewone niet bijzonder genoeg is. Het ergste wat voorgangers en kerkenraden in onze tijd aangerekend kan worden, is dat diensten, preken en muziek saai en voorspelbaar zijn. Nee, het moet echt flitsend zijn en vergelijkbaar met RTL4 en SBS6.
Het was sommige van mijn toehoorders te veel. Ze vonden dat ik stigmatiseerde. Ik zette mensen weg en oordeelde over hen. Ik moest mij het woord van de Here Jezus maar aantrekken: ‘Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt…’ Ik had er even niet van terug en vroeg me af of er inderdaad een kern van waarheid in het verwijt school. Ik kon echter niet tot een andere conclusie komen dan dat ik geprobeerd had een profetische analyse te geven van de huidige situatie in de Nederlandse christenheid. Maar toch hield het verwijt mij wel even bezig. Bedoelt Jezus nu dat je nergens een mening over op na mag houden? Dat je geen oordeel mag vormen over woorden, daden en situaties van mensen?

Adderengebroed
Als je de Bijbel goed leest, zie je dat er aan één stuk door geoordeeld wordt over mensen. Profeten als Jeremia winden er geen doekjes om en zeggen waar het op staat. In het Nieuwe Testament stuiten we op de granieten onverzettelijkheid van Johannes de Doper, die het wel wist te zeggen tegen de Farizeeën en Sadduceeën: ‘jullie adderengebroed…’ Als dat geen oordelen is! Maar ook de Here Jezus zelf was lang niet mals in Zijn oordeel over Zijn tijdgenoten. Zijn woorden hadden zo nu en dan een ongekende felheid (zie bijvoorbeeld Matteüs 23). Ook in Zijn daden was Hij soms oordelend, zoals bij het schoonvegen van het tempelplein om het huis van Zijn vader van de platte commercie te zuiveren.
In de gemeente van de Here staan heiligheid en reinheid voorop. Paulus laat in 1 Korintiërs 5:1-13 zien dat er voor de gemeente een noodzaak is om niet alleen de zonde te bestrijden, maar soms ook de zondaar uit het midden van de gemeente weg te doen. In 2 Tessalonicenzen 3:14ev. vinden we een woord dat we ook kunnen vertalen met ‘stigmatiseren’. Alleen heeft het hier geen ongunstige betekenis in de zin van onterecht brandmerken: ‘als iemand niet luistert (…), tékent hem en gaat niet met hem om, opdat hij beschaamd worde.’ Dat wordt dus tekenen genoemd!

Geen enkele terughoudendheid
Nee, Paulus was niet zo bang voor stigmatiseren. Het is voor ons zo’n beetje het ergste wat wij kunnen doen. Stigmatiseren! Het is in onze tijd bijna een doodzonde! Wij moeten immers elkaar in onze waarde laten en elkaars mening en gedrag respecteren, ook al begrijpen wij die niet. Het is een teken van beschaving om dat te doen. Je mag slechts in algemene termen over bepaalde ontwikkelingen in afkeurende zin spreken, maar vermijdt in hemelsnaam alsjeblieft het noemen van namen, want dan ga je stigmatiserend over de schreef.
Paulus noemt rustig de namen van mensen die hem dwarszitten of die van het evangelie een karikatuur maken. In 2 Timoteüs 2:17 voert hij Hymeneüs en Filetus ten tonele die uit het spoor der waarheid zijn geraakt. Paulus vreest dat hun opvattingen zullen ‘voortwoekeren als de kanker’. Even verderop in deze brief (4:14) beklaagt hij zich over Alexander, de koperslager, die hem veel kwaad heeft berokkend. Hij weet dat de Here hem zal vergelden naar zijn werken. Hij geneert zich niet deze mensen bij hun naam te noemen. Er is bij hem geen enkele terughoudendheid om de gemeente voor deze lieden te waarschuwen. Over stigmatiseren gesproken!

Genade
Maar heeft het woord van de Here Jezus over het ‘oordelen’ dan geen enkele betekenis? We mogen van Hem toch niet oordelen? Het is niet een kwestie van de waarheid niet mogen zeggen. Maar het grote verschil tussen Jezus en ons is dat Hij bij het zeggen van de waarheid ook nog de genade laat meekomen, terwijl wij elkaar zo ongenadig de waarheid kunnen zeggen. Ons oordelen komt vaak voort uit kortzichtigheid en hoogmoed. Pas wanneer wij veel van de liefde van de Here Jezus mee laten wegen in ons oordeel en ons daarbij bovendien laten leiden door de Heilige Geest, zal ons oordeel de toets der kritiek kunnen en mogen doorstaan. Elkaar de maat nemen kan alleen als wij voortdurend onszelf aan de maat van het evangelie willen houden!

Ds. Yme Horjus