Jaweh Jireh - Verhalenwedstrijd (1)

Rolien Smit • 88 - 2012 • Uitgave: 14/15
Jaweh Jireh

24 Oktober 2007. Op een gewone woensdagochtend ging om half 9 de telefoon. “Met dr. de Vries, van het UMC Utrecht.” Ik dacht nog, hè, heb ik daar een bekende liggen? “Klopt het dat uw man op de motor naar het werk is gegaan vanochtend?” “Ja hoor, dat klopt”, zei ik nog ietwat opgetogen. Of ik maar naar het ziekenhuis wilde komen en het liefst niet alleen. Het bloed trok weg uit mijn gezicht, ik durfde niet te vragen of ik nog een pyjama en tandenborstel mee moest nemen, te bang voor het antwoord.
Niet alleen, maar wie moet ik mee vragen? O ja, gelukkig was onze dochter net die vorige avond uit Engeland overgekomen, zij lag nog in bed. Maar hoe breng ik dit?! Ben eerst naar beneden gegaan en heb een kopje koffie gezet en tot God gebeden: Help! Hoe moet dit! Ik kreeg toen in mijn hart: Wees stil en weet dat IK uw God ben. Dat was voor dat moment precies genoeg om toch in de benen te komen en hoe vreselijk zwaar ook, toch Liesbeth het bericht te vertellen. Tussen hoop en vrees naar Utrecht. (Zaten in de staart van de file die Jaap veroorzaakt had, hoorden we achteraf) Daar hoorden we dat hij achterop een busje was gebotst op de A1 bij Barneveld, km. paaltje 48.9 en ondanks een traumahelikopter en een operatie hij het niet gehaald had.
“Hij ligt hiernaast, wilt u hem identificeren? Ik geef u ook zijn trouwring, mobiel en horloge.” Ik kijk Liesbeth aan, zitten wij in een nachtmerrie? “Zal ik u ook gelijk zijn kleding meegeven?” Heel veel later kon ik pas in die zak kijken, zijn kapot geknipte kleding, 3 á 4 lagen had hij aangetrokken. Nog 1 keer voordat de winter inviel zijn nieuwe motor uitproberen. Hij had n.l. een nieuwe motor gekocht om naar het werk te gaan zodat hij niet zo lang in de file zou staan en eerder thuis zou zijn… “Dag schat, tot vanavond, doe voorzichtig en denk aan mij”, zei ik vanochtend om 6 uur, “’tuurlijk altijd”, zei hij dan. Gelukkig was ik deze ochtend wakker, dat gebeurt ook niet altijd, 6 uur is erg vroeg.
Weer thuisgekomen moesten we de twee andere kinderen, Roos en Geert inlichten. HOE DOE JE DAT?! En toch moet het. Binnen de kortste keren zit het hele huis vol, familie, vrienden en vriendinnen, vrienden van de kinderen. Maartje brengt een pan soep en we zitten een kist uit te zoeken! Die nacht een half uur geslapen en er zouden er nog vele volgen. Wat een medeleven is er geweest en wat moet er veel geregeld worden! En daarbij komt, boven op het verdriet, de schokkende ontdekking dat het inkomen ophoudt. “Heere help”, is mijn noodkreet naar boven. Ja Guusje je hebt altijd geloofd, maar nu wordt het echt de praktijk. Ik kies ervoor om God te vertrouwen, een van de namen van God is Jaweh Jireh. De nachtmerrie blijft, wakker worden is vreselijk. Denk nog steeds dat Jaap binnenkomt wandelen, maar de werkelijkheid druppelt steeds meer door. ‘Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, Ik ben met je’, lees ik. Wat een waarheid.
Het woord weduwe komt om de hoek kijken, huh, ik ben 52! De volgende ramp dient zich aan: Jaap had een ongevallenverzekering, bij overlijden uitgekeerd: 58.000 euro, dat zou een pleister op de wonde zijn, totdat de uitslag in de brievenbus viel: uitgezonderd motorongeluk. Je maag draait om. Ga André Rouvoet een brief schrijven. De ‘jonge’ weduwe valt tussen wal en schip. Ik kom n.l. niet in aanmerking voor een nabestaande uitkering (Al was het maar een jaar ter overbrugging).
Gelukkig krijg ik van een goede vriend een aanbieding om bij hem op het laboratorium te komen werken. Zo sta ik in een keer in een witte jas en leer over bacteriën en schimmels en verdunningen. Helaas is dit teveel voor mijn hoofd en moet ik met veel tegenzin opzeggen. Maandagochtend bel ik op, een heel moeilijk telefoontje, daarna zak ik op mijn knieën, wanhopig bid ik: “Heer, hoe moet dit verder?” Vijf minuten later gaat de telefoon, mijn nicht: “We hebben familieberaad gehad en willen je een bedrag geven.” Waar ik dus mee verder kan! Hoe groot het contrast op een gewone maandagochtend, nu is er grote dankbaarheid! Wat een wonderlijke voorzienigheid! Roos, onze andere dochter kwam met een dagboekje aan. “Mam”, zei ze, “je moet alles opschrijven.” Dit is een gouden tip, het is heel goed om alles op en van je af te schrijven, ook maak ik een paar schilderijen waar je veel in kwijt kan.
Een lawine van paperassen, het verdriet in de ogen van onze kinderen, ons wordt mijn?! Verleden, heden, toekomst malen door mijn hoofd. De ‘mannenklussen’ komen om de hoek kijken. Probeer de keuken wat op te peppen, hier en daar komen wat verzakkingen. Juist als je 25 jaar getrouwd bent en zoveel jaar in het huis woont, gaan dingen slijten. Een meelevend echtpaar vertelde dat ze een keukenbon van 5000 euro over hadden en die wilden zij aan mij geven. Ik dacht nog, ik versta het niet goed, maar het is echt waar! Ik mocht hun naam niet noemen, hoe integer. En het wordt nog wonderlijker. Een tijdje later valt er een brief van de notaris op de mat, of ik een erfenis wil aanvaarden, van een vriendin van mijn moeder. Wat, lees ik dat goed, natuurlijk wil ik dat wel! Hoe overvloedig voorziet de Heere, Nog steeds kan ik er niet over uit.
Ondanks stressfactor 10, pijn, gemis, verdriet, hoe moet het in de toekomst, leidt de Heere mij aan stille wateren en mag ik steeds meer Zijn vrede ervaren!

Rolien Smit