Is Jezus God? (4)

Bert van Twillert • 92 - 2016 • Uitgave: 24
In het Oude Testament lezen we niet over de Here Jezus. Dit is immers de naam die Hij ontving bij Zijn geboorte. We lezen wel over Jahweh, de naam die heel specifiek verbonden is met Israël. Het is duidelijk dat Jahweh of Jehova God is, de God van Israël, de Verbondsgod.

In specifieke situaties openbaarde Hij Zichzelf aan Israël met een samengestelde naam. Zo maakte Hij Zich bij Mara bekend als Jehova-Rophe, wat vertaald wordt met ‘de HERE uw Heelmeester’ (Exodus 15:26). De Israëlieten hadden dorst, maar, het water dat zij wilden drinken was bedorven. Toen gooide Mozes een stuk hout in het water en kon men het drinken. En hij zei daarbij: 'Jahweh uw Heelmeester'. Degene Die herstelt, de Heiland zou je kunnen zeggen.

Heelmeester en Herder
Israëls God is óók Degene Die ziekte en zonde van Zijn volk op Zich zal nemen. Jahweh is de Heiland en wijst naar Jezus, zoals het hout heenwijst naar Zijn kruis. Israëls Heelmeester is de Here! Zo vinden we Hem in Israël, ‘weldoende en allen genezende die door de duivel overweldigd waren’ (Handelingen 10:38).
Zo wordt God in het Nieuwe Testament onze Heiland genoemd: onze Heiland-God, Die wil dat wij bidden (1 Timoteüs 2:3) en een Heiland-God wil zijn voor alle mensen (1 Timoteüs 2:3; 4:10). En wij ‘verwachten de zalige hoop en de verschijning der heerlijkheid van onze grote God en Heiland, Christus Jezus’ (Titus 2:13). De Heelmeester, de God van Israël, is niemand anders dan de Heiland Christus Jezus!
Zo vinden we in Psalm 23 Jahweh als Jehova-Rohi: de Here-Herder. En in Ezechiël 34 (profetisch), dat Jahweh Zelf naar Zijn schapen zal omzien, dat Hij het verlorene zal zoeken en het afgedwaalde terughalen, het gewonde verbinden en het zieke versterken. ‘Ik ben de goede Herder,’ zegt Jezus (Johannes 10:11), en daarmee vervult Hij de profetie. De andere herders waren huurlingen, Hij de Jehova-Rohi!
We zouden alle namen van Jahweh kunnen bespreken, maar die ruimte heb ik niet. Maar het moet duidelijk zijn, dat Jehova-Tsidkenu, Jehova gerechtigheid, de Here Jezus is. Zo zal in de toekomst Israël Hem noemen: ‘dit is Zijn naam, waarmede men Hem zal noemen: de HERE (Jahweh) onze gerechtigheid’ (Jeremia 23:6). En Petrus schrijft dat wij ons geloof hebben verkregen door ‘de gerechtigheid van onze Gód en Heiland Jezus Christus.’

Johannes de Doper
Er zijn zoveel overtuigende Schriftplaatsen in het Oude Testament, dat het te ver zou voeren die allemaal te noemen. De belangrijkste zet ik voor u neer:
‘Zie, Ik zend mijn bode, die voor mijn aangezicht de weg bereiden zal; plotseling zal tot zijn tempel komen de Here, die gij zoekt, namelijk de Engel des verbonds, die gij begeert. Zie, Hij komt, zegt de HERE der heerscharen’ (Maleachi 3:1). ‘Hoor, iemand roept: Bereidt in de woestijn de weg des HEREN, effent in de wildernis een baan voor onze God’ (Jesaja 40:3).
Deze profetie profeteert dat er voor Jahweh (HERE) in de wildernis een weg moet worden bereid. Jahweh is gelijk aan ónze God: een baan voor ónze God, dus de God van Israël. Als Johannes de Doper dan ook deze Schriftplaatsen vervult, dan lezen we in Matteüs 3: ‘In die dagen trad Johannes de Doper op en hij predikte in de woestijn van Judea, en zeide: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. Hij toch is het, van wie door de profeet Jesaja gesproken werd, toen hij zeide: De stem van een, die roept in de woestijn: Bereidt de weg des Heren, maakt recht zijn paden’ (vers 1-3). Johannes de Doper was de wegbereider voor de Here Jezus. Maar Maleachi schrijft: ‘zie Ik (Jahweh) zend Mijn bode.’ Degene die zendt, is Jahweh. En Hij zendt Johannes als wegbereider voor Zijn aangezicht (het aangezicht van Jahweh), en Hij zal komen tot Zijn tempel (de tempel van Jahweh). Welnu, als Johannes de wegbereider van Jezus was, dan is Jezus dus Jahweh, niet alleen de Koning van Israël, maar ook de God van Israël! Effent in de wildernis/woestijn een baan voor ónze God!

Simeon
Als de oude Simeon het kindje Jezus in zijn handen draagt, dan zegt hij: ‘Nu laat Gij, Here, uw dienstknecht gaan in vrede, naar uw woord, want mijn ogen hebben uw heil gezien, dat Gij bereid hebt voor het aangezicht van alle volken: licht tot openbaring voor de heidenen en heerlijkheid voor uw volk Israël’ (Lucas 2:29-32).
Het woord dat Simeon in vervulling zag gaan, vinden we in Jesaja 60: ‘Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid des HEREN gaat over u op. Want zie, duisternis zal de aarde bedekken en donkerheid de natiën, maar over u zal de HERE opgaan en zijn heerlijkheid zal over u gezien worden’ (vers 1,2).
Het licht en de heerlijkheid waar Simeon over spreekt als hij Jezus in zijn armen heeft, is de heerlijkheid en het licht van Jahweh dat over Israël zou opgaan. En hij zegt dat, als hij dát Licht in zijn handen draagt: Hij die gezegd heeft: Ik ben het Licht der wereld, en Die het beeld en de heerlijkheid van God is: de Here Jezus Christus (2 Korintiërs 4:4; Kolossenzen 1:15).

Mijn Here en mijn God
Beste lezer(es). Er zijn twee komsten van de Here Jezus. De eerste was in genade en in het uiterlijk van een zwak mens. Kan zo’n zwak mens Gód zijn? Ja, zegt Petrus, want wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, toen we met Hem op de berg waren. Ja, schrijft Paulus, de Jezus die ik vervolgde is de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij overgaf. Ja, zal straks iedereen beamen als Hij terugkeert in grote macht en heerlijkheid.
Hebt ú/jij je nú al voor Hem gebogen en Hem gemaakt tot de Heer van je leven? Met eerbied en ontzag, omdat je weet Wie Hij is? Omdat je Hem ziet met eer en heerlijkheid gekroond? Omdat je weet dat Hij boven elke situatie, boven ieder mens en elke gedachte in je leven staat? Mogen we naast Thomas gaan staan en voor Hem neervallen en tegen Hem zeggen: ‘mijn Here én mijn God!’

Bert van Twillert