Is het Heer, Here of Heere?
Wat is het verschil tussen het ‘Boek des levens’ (Openbaring 20:12 en 15) en het ‘Boek des Levens van het Lam’ (Openbaring 21:27)? (T. K. te @)
Antwoord:
In de Bijbel wordt over verschillende boeken geschreven. Zo wordt onder andere over het ‘Boek van de oorlogen des Heren’ (Numeri 21:14) en het ‘Boek des oprechten’ (Jozua 10:13) geschreven. In Psalm 139 lezen we over een ander boek: ‘In uw boek waren ze allen opgeschreven, de dagen, die geformeerd zouden worden, toen nog geen daarvan bestond’ (vers 16). De eerste twee genoemde boeken zullen boeken geweest zijn die men hier op aarde kon lezen, terwijl het laatst genoemde boek, een boek is dat alleen in de hemel leesbaar is. Zo ook het ‘Boek des levens’, dat zich in de hemelse heerlijkheid bevindt.
In het ‘Boek des levens’ zijn alleen de namen van ‘de levenden’ opgeschreven. In Lukas 20:37-38 lezen we dat de Here, de God van Abraham, Isaak en Jakob ‘geen God van doden is, maar een God van levenden, want voor Hem leven zij allen’. Ook al waren deze aartsvaders gestorven, voor God behoren ze bij de levenden. Zo lezen we in Openbaring 20:11-15 over het oordeel over ‘de doden’, waaraan de levenden, die in het ‘Boek des levens’ opgetekend staan, zullen ontkomen. Over de gelovigen heeft de ‘tweede dood’ geen macht, lezen we in Openbaring 20:6. Aan de eerste dood krijgen alle mensen vanaf hun geboorte deel, omdat alle mensen ‘in zonde geboren worden’. Door het geloof in de Here Jezus ‘zijn we overgegaan vanuit de dood in het leven’ (1 Johannes 3:14) en heeft vanaf dat moment de tweede dood geen macht meer over ons. Voor hen die niet geloven zal hun eerste dood na het sterven overgaan in de tweede dood, waarmee ze voor eeuwig verloren zullen zijn!
Eindeloze lijsten
Al vanaf het begin van de Bijbel lees je hoe nauwkeurig alle namen, eerst van de oudvaders (Genesis 5) en later van de volkeren die uit Noach geboren zijn (Genesis 10 en 11), in Gods Woord opgeschreven werden. Daarna vinden we lange lijsten van geslachtsregisters van het volk Israël dat uit Egypte trok en later het beloofde land binnenging (leest u maar in Exodus, Numeri en de eerste hoofdstukken van Kronieken). Wanneer je deze eindeloze lijsten leest bekruipt je het gevoel wel eens, hoe zinvol deze lijsten zijn. Toch hebben we hier te maken met de opgetekenden van Israël, die met elkaar Gods volk vormden, waarbij elke persoon meetelde!
Over deze lijst zegt Mozes in Exodus 32 na de vreselijke zonde van het volk, waarbij ze een gouden kalf aanbeden had: ‘Vergeef hun zonden, en zo niet, delg mij dan uit uw boek dat Gij geschreven hebt’ (vers 32). Met ander woorden: schrap mij dan maar uit de namenlijst van uw uitverkoren volk! Ook de aanhaling uit Psalm 69 gaat hierover, waar David zijn hart lucht over de tegenstand en het lijden dat hem vanuit zijn eigen volk aangedaan wordt: ‘Laten zij uit het ‘Boek des levens’ worden uitgedelgd, met de rechtvaardigen niet worden opgeschreven’ (vers 29).
Niet alleen voor Israël, maar ook voor de gemeente is er een ‘Boek des levens’, waarin onze namen geschreven worden. In Hebreeën 12:23 lezen we dat we door het geloof in de Here Jezus tot een ‘Vergadering van eerstgeborenen, die in de hemel ingeschreven is’ genaderd zijn. In ons land is het de plicht om na de geboorte het kind binnen enkele dagen in te laten schrijven bij de burgerlijke stand. Zo wordt ook ieder kind van God bij zijn ‘wedergeboorte’ ingeschreven in het hemelse namenregister, het ‘Boek des levens’. We lezen in Filippenzen 3:20 dat we ‘Burgers van een rijk in de hemelen’ zijn. Laat het duidelijk zijn dat onze inschrijving dus plaatsvindt op het moment van onze wedergeboorte. Herhaaldelijk bevestigt de Bijbel ons dat onze namen, in tegenstelling tot de naamregisters van Israël, nooit meer uit dit ‘Boek des levens’ gewist kunnen worden. Net zomin als onze namen uit de geboorteregisters van de aardse bestanden gewist kunnen worden, nog meer mogen we er zeker van zijn, dat door het geloof in de Here Jezus onze namen veilig en wel in de hemel genoteerd staan.
Wanneer in Openbaring 21:27 aan de uitdrukking ‘Het boek des levens’ de woorden ‘van het Lam’ toegevoegd worden, betekent dit niet dat het hier om een ander boek gaat, maar veel meer om Degene die het mogelijk gemaakt heeft dat onze namen in dit boek terechtgekomen zijn.
Is uw naam al in dit ‘boek des levens’ opgetekend? 1 Johannes 5:1 leert ons onomwonden: ‘Die gelooft, dat Jezus de Christus is, is uit God geboren’. Wanneer u gelooft dat de Here Jezus als Gods Lam uw zonden aan het kruis gedragen heeft en dat Hij voor u de dood overwonnen heeft, ontvangt u vergeving van zonden en eeuwig leven en wordt uw naam op dat moment ingeschreven in de hemel!
Wat is het verschil in eerbied voor onze God wanneer je ‘Heer’, ‘Here’ of ‘Heere’ zegt? Ik heb het gevoel dat ik heel afkeurend bekeken word als ik het over onze Heer heb, vooral door onze reformatorische broeders en zusters. (M. R. te P.)
Antwoord:
In Exodus 20 vinden we de Tien Geboden met als als derde gebod: ‘Gij zult de naam van de HEERE, uw God niet ijdel gebruiken’ (vers 3). ‘Het onze Vader’ begint met de openingszin ‘Uw naam worde geheiligd’. Steeds weer wordt Israël in het Oude Testament gemaand om de naam van hun God te heiligen.
Psalm 8 begint én eindigt met de woorden: ‘O HEERE, onze Here, hoe heerlijk is uw naam op de ganse aarde’.
In Exodus 3:13 vraagt Mozes naar de naam van de ‘God zijner vaderen’, waarop God Mozes antwoordde: ‘Ik ben, die Ik ben’, zo luidt Mijn naam. Zeg maar tegen de Israëlieten dat ‘Ik ben’ jou heeft gezonden. In dit gedeelte wordt de naam Jahweh aan Mozes bekendgemaakt. Later maakt God zich onder deze naam bekend aan het gehele volk Israël: ‘Toen sprak God al deze woorden: Ik ben de HEERE, uw God, die u uit het diensthuis geleid heb’ (Exodus 20:1-2).
Voor de Joden is de naam van God zo heilig, dat ze deze niet eens uit durven te spreken! Wanneer men zich verdiept in de namen van God ontdekt men dat in de Bijbel vele namen genoemd worden. Zo komen we de algemene namen van God tegen:
El (God de Sterke)
Eloah (God de Enige, Waarachtige)
Elohim (God de Schepper)
El Eljon (God de Hoogste)
El Schaddai (God de Almachtige)
El Olam (God de eeuwige).
Driehonderd namen
Daarnaast komen we ook vele namen van God tegen met betrekking tot zijn verbondsvolk Israël:
Jahweh Jireh (De HEERE zal voorzien)
Jahweh Rapha (De HEERE is uw Heelmeester)
Jahweh Nissi (De HEERE is mijn Banier)
Jahweh Shalom (De HEERE is Vrede)
Jahweh Raäh (De HEERE is mijn Herder)
Jahweh Zidkenu (De HEERE, onze Gerechtigheid)
Jahweh Schammah (De HEERE is Hier)
Jahweh Zebaoth (De HEERE der Heersscharen).
Het is bekend dat er wel zo’n driehonderd namen van de HEERE in de Bijbel voorkomen.
Omdat de Joden de naam JAHWEH niet uitspreken hebben ze voor de uitdrukking Adonai (Meester) gekozen. In de meeste Bijbels wordt Adonai met ‘Here’ vertaald en gebruikt men voor de naam Jahweh: HERE of HEERE. Zo vinden we bijvoorbeeld aan het begin van Psalm 8: ‘O HEERE, onze Here, hoe heerlijk is uw naam…’ waar dus letterlijk staat: O Jahweh, onze meester, hoe heerlijk is uw naam…
Het gaat in onze Bijbels dus om de naam van God (Jahweh) wanneer alleen maar hoofdletters gebruikt worden en om de uitdrukking meester (Adonai) bij het gebruik van kleine letters.
Wanneer je de Here God bij Zijn naam wilt noemen spreek je dus niet over Heer, maar over HEERE of HERE.
Theo Niemeijer
Antwoord:
In de Bijbel wordt over verschillende boeken geschreven. Zo wordt onder andere over het ‘Boek van de oorlogen des Heren’ (Numeri 21:14) en het ‘Boek des oprechten’ (Jozua 10:13) geschreven. In Psalm 139 lezen we over een ander boek: ‘In uw boek waren ze allen opgeschreven, de dagen, die geformeerd zouden worden, toen nog geen daarvan bestond’ (vers 16). De eerste twee genoemde boeken zullen boeken geweest zijn die men hier op aarde kon lezen, terwijl het laatst genoemde boek, een boek is dat alleen in de hemel leesbaar is. Zo ook het ‘Boek des levens’, dat zich in de hemelse heerlijkheid bevindt.
In het ‘Boek des levens’ zijn alleen de namen van ‘de levenden’ opgeschreven. In Lukas 20:37-38 lezen we dat de Here, de God van Abraham, Isaak en Jakob ‘geen God van doden is, maar een God van levenden, want voor Hem leven zij allen’. Ook al waren deze aartsvaders gestorven, voor God behoren ze bij de levenden. Zo lezen we in Openbaring 20:11-15 over het oordeel over ‘de doden’, waaraan de levenden, die in het ‘Boek des levens’ opgetekend staan, zullen ontkomen. Over de gelovigen heeft de ‘tweede dood’ geen macht, lezen we in Openbaring 20:6. Aan de eerste dood krijgen alle mensen vanaf hun geboorte deel, omdat alle mensen ‘in zonde geboren worden’. Door het geloof in de Here Jezus ‘zijn we overgegaan vanuit de dood in het leven’ (1 Johannes 3:14) en heeft vanaf dat moment de tweede dood geen macht meer over ons. Voor hen die niet geloven zal hun eerste dood na het sterven overgaan in de tweede dood, waarmee ze voor eeuwig verloren zullen zijn!
Eindeloze lijsten
Al vanaf het begin van de Bijbel lees je hoe nauwkeurig alle namen, eerst van de oudvaders (Genesis 5) en later van de volkeren die uit Noach geboren zijn (Genesis 10 en 11), in Gods Woord opgeschreven werden. Daarna vinden we lange lijsten van geslachtsregisters van het volk Israël dat uit Egypte trok en later het beloofde land binnenging (leest u maar in Exodus, Numeri en de eerste hoofdstukken van Kronieken). Wanneer je deze eindeloze lijsten leest bekruipt je het gevoel wel eens, hoe zinvol deze lijsten zijn. Toch hebben we hier te maken met de opgetekenden van Israël, die met elkaar Gods volk vormden, waarbij elke persoon meetelde!
Over deze lijst zegt Mozes in Exodus 32 na de vreselijke zonde van het volk, waarbij ze een gouden kalf aanbeden had: ‘Vergeef hun zonden, en zo niet, delg mij dan uit uw boek dat Gij geschreven hebt’ (vers 32). Met ander woorden: schrap mij dan maar uit de namenlijst van uw uitverkoren volk! Ook de aanhaling uit Psalm 69 gaat hierover, waar David zijn hart lucht over de tegenstand en het lijden dat hem vanuit zijn eigen volk aangedaan wordt: ‘Laten zij uit het ‘Boek des levens’ worden uitgedelgd, met de rechtvaardigen niet worden opgeschreven’ (vers 29).
Niet alleen voor Israël, maar ook voor de gemeente is er een ‘Boek des levens’, waarin onze namen geschreven worden. In Hebreeën 12:23 lezen we dat we door het geloof in de Here Jezus tot een ‘Vergadering van eerstgeborenen, die in de hemel ingeschreven is’ genaderd zijn. In ons land is het de plicht om na de geboorte het kind binnen enkele dagen in te laten schrijven bij de burgerlijke stand. Zo wordt ook ieder kind van God bij zijn ‘wedergeboorte’ ingeschreven in het hemelse namenregister, het ‘Boek des levens’. We lezen in Filippenzen 3:20 dat we ‘Burgers van een rijk in de hemelen’ zijn. Laat het duidelijk zijn dat onze inschrijving dus plaatsvindt op het moment van onze wedergeboorte. Herhaaldelijk bevestigt de Bijbel ons dat onze namen, in tegenstelling tot de naamregisters van Israël, nooit meer uit dit ‘Boek des levens’ gewist kunnen worden. Net zomin als onze namen uit de geboorteregisters van de aardse bestanden gewist kunnen worden, nog meer mogen we er zeker van zijn, dat door het geloof in de Here Jezus onze namen veilig en wel in de hemel genoteerd staan.
Wanneer in Openbaring 21:27 aan de uitdrukking ‘Het boek des levens’ de woorden ‘van het Lam’ toegevoegd worden, betekent dit niet dat het hier om een ander boek gaat, maar veel meer om Degene die het mogelijk gemaakt heeft dat onze namen in dit boek terechtgekomen zijn.
Is uw naam al in dit ‘boek des levens’ opgetekend? 1 Johannes 5:1 leert ons onomwonden: ‘Die gelooft, dat Jezus de Christus is, is uit God geboren’. Wanneer u gelooft dat de Here Jezus als Gods Lam uw zonden aan het kruis gedragen heeft en dat Hij voor u de dood overwonnen heeft, ontvangt u vergeving van zonden en eeuwig leven en wordt uw naam op dat moment ingeschreven in de hemel!
Wat is het verschil in eerbied voor onze God wanneer je ‘Heer’, ‘Here’ of ‘Heere’ zegt? Ik heb het gevoel dat ik heel afkeurend bekeken word als ik het over onze Heer heb, vooral door onze reformatorische broeders en zusters. (M. R. te P.)
Antwoord:
In Exodus 20 vinden we de Tien Geboden met als als derde gebod: ‘Gij zult de naam van de HEERE, uw God niet ijdel gebruiken’ (vers 3). ‘Het onze Vader’ begint met de openingszin ‘Uw naam worde geheiligd’. Steeds weer wordt Israël in het Oude Testament gemaand om de naam van hun God te heiligen.
Psalm 8 begint én eindigt met de woorden: ‘O HEERE, onze Here, hoe heerlijk is uw naam op de ganse aarde’.
In Exodus 3:13 vraagt Mozes naar de naam van de ‘God zijner vaderen’, waarop God Mozes antwoordde: ‘Ik ben, die Ik ben’, zo luidt Mijn naam. Zeg maar tegen de Israëlieten dat ‘Ik ben’ jou heeft gezonden. In dit gedeelte wordt de naam Jahweh aan Mozes bekendgemaakt. Later maakt God zich onder deze naam bekend aan het gehele volk Israël: ‘Toen sprak God al deze woorden: Ik ben de HEERE, uw God, die u uit het diensthuis geleid heb’ (Exodus 20:1-2).
Voor de Joden is de naam van God zo heilig, dat ze deze niet eens uit durven te spreken! Wanneer men zich verdiept in de namen van God ontdekt men dat in de Bijbel vele namen genoemd worden. Zo komen we de algemene namen van God tegen:
El (God de Sterke)
Eloah (God de Enige, Waarachtige)
Elohim (God de Schepper)
El Eljon (God de Hoogste)
El Schaddai (God de Almachtige)
El Olam (God de eeuwige).
Driehonderd namen
Daarnaast komen we ook vele namen van God tegen met betrekking tot zijn verbondsvolk Israël:
Jahweh Jireh (De HEERE zal voorzien)
Jahweh Rapha (De HEERE is uw Heelmeester)
Jahweh Nissi (De HEERE is mijn Banier)
Jahweh Shalom (De HEERE is Vrede)
Jahweh Raäh (De HEERE is mijn Herder)
Jahweh Zidkenu (De HEERE, onze Gerechtigheid)
Jahweh Schammah (De HEERE is Hier)
Jahweh Zebaoth (De HEERE der Heersscharen).
Het is bekend dat er wel zo’n driehonderd namen van de HEERE in de Bijbel voorkomen.
Omdat de Joden de naam JAHWEH niet uitspreken hebben ze voor de uitdrukking Adonai (Meester) gekozen. In de meeste Bijbels wordt Adonai met ‘Here’ vertaald en gebruikt men voor de naam Jahweh: HERE of HEERE. Zo vinden we bijvoorbeeld aan het begin van Psalm 8: ‘O HEERE, onze Here, hoe heerlijk is uw naam…’ waar dus letterlijk staat: O Jahweh, onze meester, hoe heerlijk is uw naam…
Het gaat in onze Bijbels dus om de naam van God (Jahweh) wanneer alleen maar hoofdletters gebruikt worden en om de uitdrukking meester (Adonai) bij het gebruik van kleine letters.
Wanneer je de Here God bij Zijn naam wilt noemen spreek je dus niet over Heer, maar over HEERE of HERE.
Theo Niemeijer