Is geloven een kunst?

Paul J. Prijt • 91 - 2015 • Uitgave: 19
– geloofsonderhoud en onderhouding –

Een paar jaar geleden werd ik gevraagd om in een kleine commissie plaats te nemen en op zoek te gaan naar een kunstwerk dat het nieuwe gebouw van de Kamer van Koophandel zou moeten sieren. Nu ben ik zeker geen groot kunstkenner, maar mijn inbreng als vertegenwoordiger vanuit de detailhandel zou vooral moeten bestaan uit: letten op de ‘centjes’, zorgen voor een herkenbaar kunstwerk en zo dacht men, de kennis van het inrichten van interieurs zou zeker ook positief bijdragen aan een mooi passend geheel. Er volgden interessante gesprekken met topkunstenaars die onze regio rijk is. Een gesprek zal ik nooit vergeten.

Op een gegeven moment kregen we het over geloof en kerk, ik kan het vaak niet laten(!) en de kunstenaar in kwestie haakte er serieus op in en vertelde een prachtig waar gebeurd verhaal. Hij was een aantal jaren ervoor gevraagd een kunstwerk te maken voor een gerenoveerd klooster in Duitsland. Het zou gebruikt gaan worden door de kloosterlingen, maar ook opengesteld worden voor bezinning door welkome bezoekers.
Het kunstwerk had hij gedacht te plaatsen in een van de opengevallen ruimtes in de muren waar vroeger beelden van heiligen hadden gestaan. Een tijd lang had hij nagedacht over een nieuwe interpretatie en invulling van die ruimtes. Op de dag van de beoogde feestelijke heropening van het klooster werd ook het kunstwerk onthuld. Het bestond uit een stalen trapje dat leidde naar de opening in de muur op ruim twee meter hoogte. Daar bovenin stond het verwachtte kunstwerk en iedereen had er hooggespannen verwachtingen van. Ze hadden immers niet zomaar een kunstenaar uitgenodigd!

Geloofsonderhoud als kunst?
Maar bij het onthullen volgde er deze keer geen applaus, maar viel er een stilte van verbazing. Bovenin stond niet iets van koper of brons, maar een eenvoudige buxusboom! Verbazing alom. De kunstenaar had zich laten inspireren door het geloof van de kloosterlingen. Dat moest immers dagelijks onderhouden worden. Om dat te stimuleren was dit kunstwerk bedoeld. Elke dag zou er iemand het trapje op moeten om het levende boompje water te geven en af en toe bij te snoeien of van voedingstoffen te voorzien. Hij trok parallellen met het geloof, dat immers ook regelmatig onderhouden, gevoed en gesnoeid diende te worden! Juist die gedachte had hij nu tot een kunstwerk verheven.
Op zich een mooie gedachte, maar het zette me wel tot nadenken. Is geloven dan een soort levende kunst dat vooral veel onderhoud behoeft? Overigens liep het met dit kunstwerk niet goed af. De kloostergemeenschap was niet enthousiast en tot een dagelijkse verzorging is het niet gekomen. Een jaar later stond er alleen nog een metalen trapje en een dode buxusboom.

Meer dan een menselijke activiteit
Natuurlijk is het waar dat ons geloof onderhoud behoeft. We mogen door uit Bijbel te lezen, het gebed, de ontmoeting met medegelovigen, de gemeenschap der heiligen, viering van het avondmaal, door de lofzangen etc. ertoe bijdragen dat het geloof groeit en soms ook gesnoeid wordt. Als ik het menselijk mag zeggen, dan is het vaak ook een hele kunst om daar royaal tijd voor te blijven maken en telkens prioriteiten te stellen. Juist zo aan het begin van een kerkelijk nieuw ‘seizoen’ mogen we daar zelf ook over nadenken en keuzes maken.
Maar ik ben het niet helemaal met de kunstenaar eens dat geloven alleen maar een kunst is. Dat is me te menselijk, zo afhankelijk van onze menselijke activiteit alleen, hoe belangrijk die ook is. We missen dan de genade van Gods kant, die ook geloof schenkt en verrassend en verwonderlijk doet groeien, ook als we de ladder misschien niet altijd op de juiste tijd beklimmen. Het onderhouden van ons geloof is niet een menselijke arbeid en activiteit alleen. Dat zouden we ook vandaag ons meer mogen realiseren. Ik zie soms een behoorlijke spanning en inspanning om middels de ladder van onze inspanning als het ware een ‘trede hoger’ te komen in het geloof of dat te conserveren. We maken soms het geloof teveel afhankelijk van onze manieren van doen, inspanning en tradities of nieuwe vormen van vroomheid. Op zich vaak waardevol, maar tegelijk past bescheidenheid.
Misschien is het juist goed om vandaag weer meer en meer oog te krijgen voor wat we in de geloofsbelijdenis horen: ‘dat we God ook mogen leren kennen in de onderhouding van de wereld.’

Onderhoud en onderhouding
Onderhoud en onderhouding zijn twee zaken van dezelfde kant. We hebben met de Schepping een onderhoudsopgave meegekregen voor de wereld waarin we mogen leven en voor het geloof dat ons in genade wordt aangereikt. Die opdracht mogen we telkens weer leren verstaan voor zowel de schepping die ons is toevertrouwd, als voor het geloofsleven dat we leiden. Maar daarnaast is er ook de belofte van onderhouding: van Gods trouw die Hij beloofd heeft ook aan deze wereld.
Het is de belofte dat Hij Zijn Hand houdt onder mens en wereld. Belofte die we kregen door het verzoenende werk van de Here Jezus Christus en Zijn Opstanding. Het is de belofte dat deze wereld niet een zinloos hopeloos bestaan heeft, maar toekomst heeft in Christus.
Juist dat besef geeft naast de inspannende opdracht van onderhoud ook de geloofsontspanning. Ons geloof hangt gelukkig niet af van onze gang op de ladder naar boven, maar van Gods gang vanuit de hemel naar ons. Denk maar aan de torenbouw van Babel en de ladder van Jakob, waar we juist de genadebeweging van God naar ons toe zien.

Geloof is geen kunst maar vooral genade
Soms mag je die twee zaken op een dag zien samenkomen, bij tijden van geboorte en van sterven die soms op een dag kunnen samenvallen. Zo werd een paar weken geleden onze vijfde kleinkind geboren. Mijn vrouw mocht erbij zijn. De navelstreng werd door geknipt tussen moeder en kind en we mochten het kind ontvangen in deze wereld.
Een paar uur later mocht ik een begrafenisdienst leiden van een geloofsbroeder. De band met het leven hier werd doorgeknipt, we lieten met de familie in het geloof van de opstanding de kist dalen in het donkere graf. Op beide momenten van baren en sterven voel je ook de onderhoudende hand van Heer, ook over de grens van de dood heen, Hij die Zijn eeuwige Hand onder ons houdt. Het geeft je ook kracht als je even later het graf van je dochter verzorgt en onderhoudt, wat takjes bijknipt en bloemen water geeft en herschikt…
Momenten van onderhouding en onderhoud, omdat Hij niet loslaat het werk dat Zijn Hand begon… om dat te geloven en te ervaren in de verschillende tijd van het leven is geen kunst ... omdat het vooral genade is!

Met vriendelijke broedergroet,
Paul J. Prijt