Intermezzo: Geloof versus GELOOF

Joop Schotanus • 76 - 2000/01 • Uitgave: 18
Er is u een vervolg toegezegd over het onderwerp 'GENADE ALLEEN'. Er is geen onderwerp dat me zo na aan het hart ligt als dit. Toch ga ik die serie even onderbreken. Hoe evangelicaal ik mezelf dan ook mag beschouwen, ergens voel ik me toch ook weer verwant met het 'volkje', dat al maar verkleinwoorden gebruikt om de genade beter uit te laten komen. Daarom ben ik me bewust dat waar we het nu over gaan hebben toch ook weer alles te maken heeft met genade. We gaan het hebben over de invloed van zogenaamde evangeliedienaars die in hun presentatie van het evangelie iets anders dan het waarachtig zaligmakende geloof in de Here Jezus en Zijn genade centraal stellen.

HET WAARHEIDSGELOOF
Het schijnt dat er nog heel wat onbegrip is over het geloof. Men gaat er vaak vanuit dat als je maar voor waar houdt dat alles wat de Bijbel over de Here Jezus en God zegt, dat dat dan gelijk is aan waarachtig zaligmakend geloof. Dit uitgangspunt van de gelijkstelling van geloof aan verstandelijke instemming heeft voor veel verwarring en oppervlakkigheid gezorgd. Velen hebben ingestemd met de waarheid van de Schrift over het plaatsvervangend lijden en sterven van de Here Jezus. Er bestond geen enkele twijfel aan de opstanding van de Here Jezus. Evangeliedienaars kunnen het waarheidsgeloof zo centraal stellen, alsof het bij geloven alleen maar zou gaan om de denkende mens die alles bijbels goed op een rijtje heeft. Eventueel geholpen en gesteund door de belijdenisgeschriften. Het gehoor onder deze prediking heeft dan vaak geen weet van de ervaring van de werkelijke kracht van God in hun leven. Hou me ten goede, niet dat deze zaken niet belangrijk zouden zijn.

Mijn veelvuldige betrokkenheid bij het nazorg-werk van de Billy Graham samenkomsten e.d. hebben laten zien dat deze categorie soms maar een kleine geestelijke aanwijzing nodig heeft om te komen tot persoonlijk geloof in Christus. Maar op zichzelf is waarheidsgeloof niet synoniem met zaligmakend geloof. Jacobus laat ons weten dat de duivelen ook de waarheid geloven en het verder voor hen geen waarde kan hebben.

HET DOE-GELOOF
De mensen die gericht zijn op het doen van het goede zijn een ander voorbeeld van onbegrip aangaande geloof. Het gaat hierbij om mensen gericht op regels en wetten, veelal onder het mom van de werken der dankbaarheid. Het feit dat het zich houden aan bepaalde regels het beeld is dat de wereld van de kerk heeft, spreekt boekdelen. Heel veel goedbedoelende mensen die zich naar de Naam van Christus noemen zijn vanuit hun pijnlijke ervaringen met dit prestatiegeloof vastgelopen. Voor hen was het een al maar voortleven in de sfeer van vele goede voornemens en de schone schijn ophouden. Daarbij afhankelijk zijn van uiterlijkheden en nauwgezet leven aan de hand van allerlei voorschriften. Hierbij moest rekening gehouden worden met een God die zou straffen als het mislukte en die bereid zou zijn te zegenen als het weer eens lukte. Het is dan een leven 'onder de wet' waar het o.a. in de brief aan de Galaten over gaat. Geloof wordt gelijkgesteld met werkheiligheid in tegenstelling met de goede werken, die een vrucht zijn van de levende geloofsverbinding met de Here Jezus.

HET WONDERGELOOF
In het novembernummer van het blad De Oogst schrijft Hans Keijzer: "Voor het christelijk seizoen 2000/2001 heeft zich een enorm aantal bloemrijk aangeprezen sprekers en artiesten aangediend. Advertenties tonen ons breedglimlachende, goedgekapte en strak in het pak zittende optreders. Gezalfden, zo lezen we, met een profetische bediening. Meestal buitenlanders. Ze kunnen ons leven nieuwe glans geven. Onder hun handen zullen zich wonderen voltrekken. Hun eigen kerk groeide in korte tijd tot fenomenale omvang. Dat kan ook hier gebeuren."

Hier gaat het om een wondergeloof. Dit loopt parallel aan de twee bovengenoemde benaderingen. Zoals men kan menen aan waarheidsgeloof en doe-geloof genoeg te kunnen hebben, zo kan men in charismatische kringen menen het te moeten doen met de nabootsing van de bijbelse wonderen. Men wil uitsteken boven het armtierige gedoe van het gewone gemeentelijke leven. Sterk gemotiveerde gelovigen, die alert willen zijn op profetische gaven, komen vaak in deze fuik van het wonderen welvaartsgeloof terecht. Ze zijn al maar op zoek naar de nieuwe dingen die de Geest hen duidelijk wil maken. De mens staat centraal. Het gaat hen erom om het bovennatuurlijke zichtbaar te maken. Dat beperkt zich niet tot lichamelijke genezingen, maar om allerlei verschijnselen die uitsteken boven het gewone, normale gebeuren. Ze geven een bepaalde geestelijke uitleg aan verschijnselen, die hen overkomen. Ze doen hun ogen dicht en roepen beelden op, die vol zitten van mogelijke gebeurtenissen, die staan te gebeuren of die een directe concrete huidige of toekomstige betekenis hebben. Ze zijn overgevoelig voor allerlei indrukken, die als onmisbaar gezien worden voor hun geestelijke groei in geloof. Deze manier van geloven schept bij hen nieuwe inzichten en openbaringen. Het brengt zelfs hele verschuivingen voort met wat ze vroeger voor vol aanzagen. De mensen om hen heen in hun gemeente, die huiverig zijn voor al deze inbeeldingen en ingevingen worden gezien als dwarsbomers en zelfs als tegenstanders van God. Als ze in een plaatselijke gemeente niet erkend worden of niet de ruimte krijgen om hun 'volheid' te openbaren voelen ze zich miskend. Deze miskenning doet hen pijn, maar ze willen deze pijn zien als de pijn van de vernieuwing.

CONCLUSIE
Het bijbels oordeel over het waarheids-geloof, het doe-geloof en het wondergeloof is negatief. Ze hebben één ding gemeen: Je kunt er aan meedoen zonder deel te hebben aan het waarachtig zaligmakend geloof. Anders zouden we geen enkele reden hebben om er tussentijds een extra Opinie-artikel aan te wijden. We wilden hier speciale aandacht aan geven vanwege het nu ingegane winterseizoen, met het genoemde aanbod van wonderbaarlijke samenkomsten, maar ook vanwege de invloeden in de zondagse samenkomsten, waar een voorganger meer spreekt aan de hand van 'inbeeldingen' dan op grond van wat God reeds zo duidelijk geopenbaard heeft over het waarachtige geloof. De Here Jezus maakt het heel duidelijk dat GELOOF de verbindende schakel is met God. Door het geloof worden we ontvankelijk voor het nieuwe leven.

Dit leven is in Zijn Zoon. Geloven is een zich volkomen en blijmoedig toevertrouwen aan de Here Jezus, om deel te hebben aan de verzoening en bevrijding, die Hij voor ons tot stand heeft gebracht. De Heilige Geest maakt dit tot een levende werkelijkheid. Hij maakt deze hoofdzaak tot een hartezaak. Bij vernieuwing gaat het niet om telkens maar weer andere en nieuwe dingen, maar om een vernieuwd hart. In alle ootmoed willen we heel graag buitengewoon zijn in het gewone. Vanuit de voortdurende vervulling met de Geest kunnen we staan op de plaats die de Here voor Zijn kinderen heeft bedoeld. Dit is de basis van evangelisch-reformatorisch ontwaken. Dit is 'Leven door de Geest'.

Joop Schotanus