In liefde wijzen op de heilige Naam

Hans Alderliesten / Bond tegen vloeken • 90 - 2014 • Uitgave: 3
De heiliging van Gods Naam is een mooi, maar ook moeilijk onderwerp. In onze samenleving is het niet eenvoudig voor de heiliging van de naam van God op te komen. In politiek, media en op straat merken we het: alles wat met God te maken heeft, alles wat aan Gods Naam herinnert, moet uit het publieke domein worden geweerd. Zo sneuvelde eind vorig jaar het verbod op smalende godslastering in de Eerste Kamer, na jarenlange discussie.
Het lijkt erop dat God en godsdienst in ons land langzaam maar zeker naar de achtergrond verdwijnt. Dat is iets uit het verleden. Opkomen voor de naam van God? Dat is museumwaardig. Christenen dreigen bewakers van aquaria te worden in plaats van vissers van mensen. Toch gebeurt het: opkomen voor de naam van God. Waarom komen christenen op voor de eer van Gods Naam? Waarom is er een Bond tegen vloeken? Kan God niet voor zichzelf opkomen?


Nog niet zolang geleden vierden we de geboorte van Jezus Christus. Hij, die mens werd maar God bleef, ontledigde zichzelf (Filippenzen 2) en werd geboren als de zoon van Maria en Jozef. Toch werd Zijn geboorte groots bezongen en bejubeld, eerst door de engelen in de velden van Efrata (Lucas 2), later door de herders en weer later door de wijzen. Waar God werkt, wordt de lof op Zijn genade op de lippen gelegd. God zorgt dat Hij aan Zijn eer toekomt. Hij wil dat ons leven een dankoffer is en dat Hij geëerd wordt. Want Hem komt alle eer toe. Hij is het waard! (Psalm 135) Hij is de Schepper van hemel en aarde.

Hem eer bewijzen, hoe doe je dat? Door Hem te erkennen, te belijden en te prijzen – in deze richting wijst de Heidelbergse catechismus als het gaat om vloeken (Zondag 36). Belijden wie Hij is en wie Hij voor jou is. Zijn werk herkennen, Zijn stem herkennen, Zijn dag erkennen. Maar dus ook prijzen. En dat is niet alleen naar binnen gericht, intern, maar ook naar buiten toe: Hem prijzen en Hem aanprijzen. Denk maar weer aan die herders uit het kerstevangelie: zij verheerlijkten God en vertelden aan een ieder wat er gebeurd was. En de wijzen eerden de ‘geboren Koning’ met dure geschenken! Wat schenken wij Hem?

Heiliging
Het is nuttig het woord ‘heiliging’ beter te bekijken. Het Nieuwe Testament kent een aantal woorden voor heiliging. Ik licht er deze uit: ‘hagiasmos’ en ‘hosiotès’. Het eerste heeft voornamelijk betrekking op de relationele kant. Er is sprake van een band tussen God en de gelovige. We mogen groeien in liefde, kennis en wijsheid. Deze relatie moet, zoals elke andere, gevoed worden en dat kan door Hem te dienen, Zijn aanwezigheid te zoeken, samenkomsten bij te wonen, elkaar op te zoeken, het evangelie uit te dragen. Het andere woord benadrukt meer de morele kant van de heiliging. Het gaat ook om een innerlijke verandering van de mens.
Opkomen voor Gods Naam heeft dus niet alleen te maken met de band die wij met God hebben (dat ook, hoe kan je anders voor Zijn naam opkomen?), maar ook met het gedrag dat wij vertonen. Wat stralen wij uit? Welke boodschap geven wij door? Zijn onze daden in overeenstemming met onze woorden? De Bond tegen vloeken wil mensen laten nadenken over taalgebruik. Dat is dus allereerst gericht op mensen die scheld- of vloekwoorden gebruiken. Het appel klinkt tot in sporthallen toe: ´Grove taal smashen we de zaal uit!´
De oproep kan ook gericht zijn aan christenen. We mogen elkaar bemoedigen en opscherpen. Ontheiliging van de Naam van God gaat christenen niet voorbij. Wie is een volmaakt mens? Wie zondigt niet met zijn tong? Theoloog Stott stelt dat christenen ook nog op een andere manier kunnen vloeken: ´Als we God ‘Heer’ noemen en Hem ongehoorzaam zijn, gebruiken we Zijn naam ijdel. Als we God ‘Vader’ noemen en vol angst en twijfel zijn, verloochenen we Zijn naam.´

Samenleving
De vraag is hoe we dit opkomen voor de eer van Gods naam in een post-christelijke of seculiere samenleving vorm moeten geven. Wij gaan niet mee in de stelling dat er minder belangstelling zou zijn voor religie: de mens is altijd op zoek naar het hogere. Zou het vloeken erger worden? Er zijn er die dit ons willen doen geloven. Maakt niet iedere generatie ouders zich zorgen om haar kinderen? Heeft het gemakkelijke, vulgaire niet altijd voor het oprapen gelegen? Vloeken en schelden is toch iets van alle tijden en culturen?
De spa kan dieper. De kerk is de kerk niet meer en vloeken is vloeken niet meer. Daar kun je het mee oneens zijn, maar de realiteit laat dit zien. Van de Nederlanders schaart meer dan driekwart woorden als ‘mongool’ en ‘kanker’ onder het begrip vloeken. Uit steekproeven op catechisatie- en jeugdbijeenkomsten blijkt dit ook. Ook christelijk opgevoede jongeren maken geen onderscheid meer tussen godslasterlijke taal en vulgaire taal.
Hoe moet een organisatie als de Bond tegen vloeken hiermee omgaan? Hoe moet je het gesprek aangaan? Wat als Nederland niet (meer) gelooft in het bestaan van een God? Uitdagingen en kansen te over. Wij hebben echter niet op alles een antwoord. Wat we wel kunnen doen is luisteren naar de verhalen en vragen van mensen. Laten we ophouden met het formuleren van allesomvattende antwoorden. Laten we niet nalaten elkaar te bevragen.
De missie van de Bond tegen vloeken, Nederland mooier maken, wordt verwezenlijkt in klassen (onder het label ‘KlasseTaal’ worden gastlessen verzorgd over respectvol taalgebruik), bij bedrijven (onder het label ‘TaalQuestie’ worden trainingen en workshops verzorgd over effectieve communicatie), in sporthallen, in de media en op straat. Om het zo te zeggen: de Bond tegen vloeken zoekt vloekers op.

‘Het Land In’
Daarom is de Bond tegen vloeken in 2012 gestart met het project ‘Het Land In’. De Bond tegen vloeken bezoekt markten en braderieën met een speciaal beplakte bestelbus. Medewerkers gaan met passanten in gesprek over schelden en vloeken. Wat aanvankelijk een pilot (proef) was, is uitgegroeid tot een succesvolle activiteit die regelrecht bijdraagt aan de realisatie van de doelstelling. De gesprekken die de Bond tegen vloeken heeft op jaarmarkten en braderieën gaan over God en het geloof, zo bleek. De insteek is een conversatie over scheld- en vloekwoorden, de opbrengst is een gesprek over de zin van het bestaan en de betekenis van Gods bestaan. Een traject dat aandacht van de media trekt, waarbij het accent ligt op het in gesprek gaan met mensen over (het reageren op) vloeken.
Wat gebeurt er als je met een bestelbus van de Bond tegen vloeken op een zomerbraderie gaat staan? Een oudere dame zei: “Een Bond tegen vloeken? Bestaat dat echt? Ze verzinnen ook elke dag wat nieuws…” In discussie met een moslimjongere: “Jullie moeten eens naar Den Haag gaan. Daar hoor je pas de hele tijd ‘kanker-dit-en-kanker-dat’…” Een ouder echtpaar: “Wij hebben in de krant gelezen dat jullie zouden komen. We komen jullie bemoedigen. Moge God het werk zegenen.” Een ouderling: “Wij zouden eigenlijk ook zo’n kraampje of stand op de braderie moeten innemen….” De straat als werkterrein! Soms alleen luisteren, soms voorzichtig wijzen op de Naam boven alle namen (Filippenzen 2) en soms wijzen op de gastlessen die namens de Bond tegen vloeken worden verzorgd.

Slim en voorzichtig
De Bond tegen vloeken wil slim en voorzichtig opereren. Daarom durven wij mensen aan te spreken op schelden en vloeken – omdat het lelijk is en Gods Naam heilig is. Aandacht voor positief taalgebruik staat centraal. De gesprekken worden aangegaan vanwege de vaste overtuiging dat God het beste met mensen voor heeft. In liefde wijzen op de heilige Naam, omdat Hij het is die ons eerst heeft liefgehad (1 Johannes 4).
Het gaat de Bond tegen vloeken niet alleen om het verdedigen, maar ook om het uitdragen van Gods Naam. Vandaar: ‘Het Land In’! God roept ons op een licht te zijn. De Bond tegen vloeken wil laten zien dat een van Gods Namen is: ‘Ik ben er’. En omdat Hij er is, kan het. Daarom mogen we vrijmoedig voor Zijn Naam opkomen. De heiliging van de naam van God gaat alle christenen aan. God is onze eer waard! Door voor te gaan in het eren en prijzen van God kunnen we anderen wellicht interesseren voor God. De dichter Hans Mouthaan (1945) heeft dit mooi onder woorden gebracht:

‘Geef dat ons spreken zuiver is,
vrijmoedig, een getuigenis,
waardoor ook anderen Uw Naam
met eerbied noemen en verstaan.’


Hans Alderliesten
Woordvoerder Bond tegen vloeken; e-mail: hans@bondtegenvloeken.nl; twitter: @alderliestenJ.

Verder lezen / bronnen
Berkhof, H., Christelijk geloof, Kampen, Kok (2007)
Stott, J., De basis van het Bijbelse geloof, Apeldoorn, Novapress (1995)
Werkman, H., Naam die oplicht in de nacht, Zoetermeer, Mozaïek (2004)