In het ziekenhuis spat de ‘zeepbel’ uiteen

Corine Daane • 96 - 2020 • Uitgave: 2
‘Ons burgerschap is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus. Die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam, overeenkomstig de werking waardoor Hij ook alle dingen aan Zichzelf kan onderwerpen’ (Filippenzen 3:20-21).

Daar zat ik dan, in het ziekenhuis. Een geliefd familielid lag daar in grote kwetsbaarheid; er was zorg om haar leven. In de vele uren dat ik bij haar waakte en wachtte, zag ik heel wat vernederde lichamen. De ontreddering op de gezichten en de meer dan eens voelbare machteloosheid en angst.

Het ziekenhuis is één van die plaatsen waar de zeepbel van de ‘maakbaarheid’ van het leven uiteenspat. Het is een plaats waar blijkt dat we níet de baas over ons leven zijn en niet de eindcontrole hebben. Naast vernederde lichamen zag ik ook gekrenkte trots, want we willen niet zwak zijn! En, al verrek je van de pijn, je huilt niet! En om hulp roepen? Ik ga nog liever dood dan dat ik afhankelijk word van anderen…

Dat gun je niemand
Lijden: In welke vorm dan ook - gebroken lichamen, gebroken harten, gebroken psyche… wat zijn we breekbaar – we houden er niet van en doen er àlles aan om het te voorkomen en als dat niet lukt om er vanaf te komen. Zo kan het zijn dat in alle oprechtheid gedacht wordt het goede te doen door een zwangerschap voortijdig te beëindigen omdat het kindje geen ‘goed’ leven zal hebben. En wordt de vraag naar actieve levensbeëindiging steeds groter – ook onder christenen. Want ja, we zien uit naar de Here, maar willen Zijn zo vaak gekozen route voor ons, het lijden, vermijden. ’Want ook wij, die in deze tent zijn, zuchten omdat we het zwaar te verduren hebben; wij willen immers niet ontkleed, maar overkleed worden, zodat het sterfelijke door het leven wordt verslonden’ (2 Korinthe 5:4).
Ze kwam door de crisis heen, maar wel erg verzwakt en de vraag is hoeveel herstel er nog mogelijk is. In diezelfde tijd kreeg ik een rouwkaart met daarin zoiets als “verdrietig om zijn heengaan maar dankbaar dat hem een lange lijdensweg bespaard is gebleven…” Ik snap het. Want wat kan lijden, écht lijden, verschrikkelijk moeilijk, donker en zwaar zijn! Dat gun je niemand toch?!

Een podium voor zegen
Maar wat als de Here, in Zijn wijze en betrouwbare goedheid, besluit om je nog níet Thuis te halen en je leidt op de weg van langdurig lijden? Is dan de beste optie om er met Gods hulp het beste van te maken? Betekent lijden een plan-B-leven?
’Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen. Daarom heb ik een behagen in zwakheden: in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus’ wil. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig’ (2 Korinthe 12:9-10).
Dit getuigenis van Paulus, is, samen met zoveel andere teksten uit de Bijbel, de grond waarop ik wil staan. Ik geloof dat vreugdevol lijden, blijmoedig verdrietig zijn, levend makend sterven, winnend verliezen, mogelijk is! Gun ik iemand lijden? Wil ik het zelf? Nee. Maar… als de Here het wél zo leidt dan zie ik uit naar Gods kracht, Zijn speciaal voor lijdenen weggelegde zegen. In het niet-kunnen, in de kwetsbaarheid en zwakte, in het verdoemhoekje… kunnen wij roemen omdat we Christus hebben en Hij Zichzelf juist in die moeilijke context aan jou en de mensen om je heen wil openbaren! Er is een zegen, een openbaarwording van Wie Christus is, dat alleen door lijden heen zichtbaar kan worden. En zo kan lijden, in al zijn lelijkheid en pijn, een podium worden voor speciale zegen!

Corine Daane