In het vlees

Henk Schouten • 90 - 2014 • Uitgave: 25/26
We leven in een tijd van toenemend veganisme en er komen steeds meer vegetariërs. Kort gezegd, deze mensen eten of gebruiken geen producten die van dieren afkomstig zijn. Soms zitten daar spirituele aspecten aan die we als christenen niet kunnen volgen, vaak gaat het om oppervlakkig aansluiten op een hype en zit het principiële niet zo diep.

Lange tijd was het eten van vlees voor mensen door de Here God niet toegestaan. In Genesis 1:29 (HSV) lezen we: ‘Ik geef u al het zaaddragende gewas dat op heel de aarde, is en alle bomen waaraan zaaddragende boomvruchten zijn; dat zal u tot voedsel dienen.’ Het is pas na de zondvloed dat er meer ruimte gegeven wordt. In Genesis 9:3 (HSV) staat: ‘Alles wat zich beweegt, waarin leven is, zal u tot voedsel dienen: Ik heb het u allemaal gegeven, evenals het groene gewas.’ Het dieet voor de mens is sedert de zondeval dus aanmerkelijk verbreed. Weer later worden er spijswetten gegeven aan Gods volk. Naast de verbondsaspecten weten we tegenwoordig dat ook gezondheid en hygiëne door deze wetgeving beter gewaarborgd wordt.

Hoge waarde aan vlees
Het vlees van dieren was in de offerdienst zeer belangrijk. Nauwkeurig werd voorgeschreven wat de kwaliteit van het dier moest zijn en hoe het behandeld moest worden. Hier sprak een groot respect en waardering uit voor de dieren, maar bovenal ook voor de waarde van het offer. Het offer was niet een afdankertje, geen oud papier actie en bestond ook niet uit prullaria op zolder gevonden voor de rommelmarkt. Het had betekenis en hoge waarde. Het was echt een offer!
Paulus wijst ons, wanneer hij schrijft over de opstanding uit de doden, op de verschillende soorten vlees die er zijn. Het vlees van mensen is verschillend, het vlees van dieren is verschillend, van vissen en vogels.

Incarnatie
Het is de Here God die ervoor gekozen heeft dat Zijn Zoon in de gestalte van menselijk vlees op aarde kwam. We spreken van de incarnatie, de vleeswording van Jezus Christus. Alleen dat al wijst op de hoge waarde die we aan het vlees moeten geven. Het menselijk vlees werd een tempel van God. God woonde in het menselijk vlees. Dat moeten we altijd en zéker met deze feestdagen waarop we de geboorte van de Here Jezus gedenken, goed beseffen. God kwam in het vlees. God nam in Zijn Zoon de gestalte van een mens aan. Hij werd mens. Dat de mens Jezus ook God was en bleef, is voor ons onnavolgbaar groot en wordt alleen in geloof verstaan. Wanneer we het leven en sterven van Jezus volgen, moeten we die beide aspecten leren onderscheiden.

Waartoe kwam God in Zijn Zoon in het vlees?
Het antwoord daarop is het geheim van het evangelie. Door de zonde verliezen we ons lichaam wanneer we sterven. We zijn uit de aarde geformeerd en ons lichaam zal daaraan teruggegeven worden. Ons vlees zal tot ontbinding overgaan. Nog ernstiger, bij dit sterven zullen we voor eeuwig worden gescheiden van God. De dood is het oordeel op de zonde.
Hoe zouden we daarvan verlost kunnen worden, hoe zouden we uit die reddeloze situatie tot herstel kunnen komen en leven? Kan de gemeenschap met God teruggekocht worden? Niemand heeft die kwaliteit, niemand heeft die capaciteit. In Psalm 49 horen we de Psalmist zeggen: ‘Niemand van hen kan zijn broeder metterdaad verlossen, hij kan God zijn losgeld niet geven. De losprijs voor hun leven is immers te kostbaar’ (vers 8,9, HSV). Marcus schrijft het woord van de Heer: ‘Wat zal een mens geven als losprijs voor zijn ziel?’ (Marcus 8:37, HSV).
Op dit punt wordt de incarnatie van Gods Zoon belangrijk, Zijn vleeswording is hier buitengewoon belangrijk. De komst van Gods Zoon, het feest dat we met kerst vieren, heeft alles te maken met het herstel dat dringend nodig is tussen God en mensen. De redding van de ziel van de mens.

Maagdelijk
Belangrijk daarbij is ook de maagdelijke geboorte, doordat God zelf – door de Heilige Geest – Maria overschaduwde, werd Gods Zoon in haar als mens verwekt. Daarmee is er tussen de mens Jezus en alle andere mensen een oneindig verschil. Jezus werd mens, Hij had aan alle aspecten van ons leven deel, behalve de zonde. Het is door het zaad van de man dat de zonde steeds weer wordt doorgegeven, maar Jezus als goddelijk zaad in plaats van mannelijk zaad werd mens, uitgezonderd de zonde. Het Lam van God, volkomen gaaf, rein, zonder vlek of rimpel. Dat was precies de voorwaarde. De enige losprijs die voor een gevallen wereld kan voldoen, was een dergelijk zondeloos lichaam, het vlees van Jezus voldeed. Het offerdier moest al volkomen gaaf zijn en geen afdankertje, waarmee de hoge en dure kwaliteit van het offer werd onderstreept. Jezus, is als Lam van God vele male reiner en zuiverder, volkomen gaaf, zonder zonde. Wat een hoge prijs.

Boze aanvallen
Net als bij de eerste mens, Adam, heeft Satan zich ingespannen om Jezus tot zonde te verleiden. Iets daarvan zien we natuurlijk na Zijn doop, wanneer de Here Jezus, nota bene door de Heilige Geest, in de woestijn geleid wordt om door de duivel te worden verleid. Er zijn meer van dergelijke aanvallen, verleidingen tot zonde nawijsbaar.
Wat mogen we dankbaar daarvoor zijn dat Jezus, in tegenstelling tot de eerste Adam, niet zondigde en in alle opzichten trouw bleef aan de wil van Zijn Vader. Hij heeft geen titel of jota van de wet ontbonden, maar Gods wet in alle opzichten volkomen vervuld. Zo was Jezus in Zijn geboorte volkomen anders dan wij, maar ook in Zijn sterven, namelijk het volmaakte Lam van God. Waar al die andere offerdieren, hoe volmaakt ook, slechts een voorbeeld van waren, werd in Jezus werkelijkheid. Kunnen we ons dat voorstellen dat God Zijn eigen Zoon gaf tot vrijkoop van ons mensen?

Tweede Adam
Er is een groot verschil tussen de eerste Adam, die we in de hof van Eden tegenkomen en door wie we allemaal zondaren zijn geworden, en de laatste Adam, die hiertegenover staat. Deze laatste Adam heeft in tegenstelling tot de eerste Adam geen zonde gedaan. De eerste Adam gaf in het vlees de zonde en daarmee de dood door. Daarom is het zo dat alle mensen gezondigd hebben en de heerlijkheid van God derven, geen deel aan God hebben. Die mens kan niet bij Gods heerlijkheid komen, maar zal daar voor eeuwig van verworpen zijn.
Grotere tragiek is niet voorstelbaar, maar het is ook niet voorstelbaar dat zoveel mensen ongeïnteresseerd voorbij leven aan de mogelijkheid tot redding en verzoening. Die verlossing en alle reddende verandering is er door de laatste Adam. Dat is Jezus Christus, door God verwekt, geboren uit een vrouw in de gestalte van menselijk vlees, maar zonder zonde zondigde Hij zelf ook niet. Zo werd Hij het volmaakte offer dat de zonde der wereld wegnam.

Door de dood heen
Aan het kruis werd door de dood van deze laatste Adam verzoening gebracht, in en door Zijn volmaakte vlees werd de zondeschuld gebannen. God nam het lichaam van Jezus als rein en volmaakt offer aan. Het offer dat voor onze zonde werd gebracht. Door de opstanding uit de dood heeft Jezus verklaard Gods Zoon te Zijn in kracht. Opstandingskracht!
Zo werd vervuld wat Jezus gesproken had: ‘Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven als losprijs voor velen’ (Marcus 10:45, HSV).
Jezus is door de dood heen gegaan. Zo mogen allen die in Hem geloven komen tot de opstanding van het eeuwige leven. Namelijk, wanneer we ons bekeren en ervoor kiezen de weg te gaan die Jezus van ons vraagt. In geloof zijn we dan nu al met Hem gestorven, met Hem begraven en met Hem opgewekt. Het oude is zijn kracht kwijt.
Dan spreken we van wedergeboorte, we zijn opnieuw geboren. Nu niet in het vergankelijke vlees, maar door de Heilige Geest. De gemeenschap met God is hersteld, straks mogen we komen tot de opstanding ten leven en zullen we veel meer dan nu, gaan zien en begrijpen met welke grote liefde God de Vader en Zijn Zoon ons hebben liefgehad.

Henk Schouten