In de hemel zullen we verrast zijn! - Spr. 9:2,3

Els ter Welle • 93 - 2017 • Uitgave: 2
‘Wijsheid geeft een feest. Ze heeft het vlees gebraden, de wijn staat klaar en de tafel is gedekt. Ze heeft haar dienaressen naar de stad gestuurd. Die moeten de mensen uitnodigen’ (Spreuken 9:2,3, BIGT).

In Lucas 14 vinden we vanaf vers 15 een ‘tweelingverhaal’. Ook daar geeft een man een groot feest en nodigt hij heel veel mensen uit. Hij stuurt zijn dienstknecht eropuit om te vertellen dat de rijke maaltijd gereed staat. Maar… iedereen slaat het fantastische aanbod af. Allemaal hebben ze eindeloze uitvluchten en excuses. Ze hebben geen tijd, zijn te druk met hun eigen besognes, ze geven het geen prioriteit…

Deze geschiedenis intrigeert mij. Evangeliseren is een klus! De mensen die zich bekeren liggen meestal niet voor het oprapen. We zullen heel vaak nul op het rekest krijgen, net als in dit verhaal. In Spreuken wordt steeds duidelijk dat de massa de Wijsheid afwijst. De minderheid vindt haar wel.
Wat doet dat met ons? Laten we ons daardoor ontmoedigen? Stoppen we met getuigen als we weerstand ontmoeten of uitgelachen en misschien bespot worden?
Tegenstand krijgen we, dat is zeker. Maar gelukkig zullen we ook mensen ontmoeten die wel luisteren en een open hart hebben voor het Evangelie. En soms is ons getuigenis een heel klein schakeltje in het geheel. Wij weten dat niet en overzien het niet, maar God wel. En soms wordt er een tipje van de sluier opgelicht. Zo hadden Herman en ik in de jaren zestig een kinderclub in een heel moeilijke wijk. Heeft al die inspanning eigenlijk wel wat uitgewerkt? Vorige week bracht een voorganger mij een bezoek. Hij vertelde mij dat hij op een bijeenkomst was waar hij naast een oudste van een Evangelische gemeente zat. Deze man vroeg aan hem: “Hoe is het eigenlijk met Herman (mijn man)? Ik was vroeger op zijn allereerste club. Ik mocht er niet naar toe van mijn ouders, maar ik ging stiekem.” Die club was zo’n schakeltje. Wow, dat bemoedigt!
Ik moet denken aan de tekst ‘Werp uw brood uit over het water, want na vele dagen zult u het vinden’ (Prediker 11:1, HSV). Uw getuigenis in woord en daad werkt veel meer uit dan u kunt zien. Als we in de hemel komen, zullen we blij verrast zijn over de uitwerking die onze eenvoudige woorden en gebaren van liefde hebben gehad.

Paulus zegt in Galaten 6: ‘Laten we niet moe worden goed te doen, want te zijner tijd zullen we oogsten, als wij niet opgeven’ (vers 9, HSV). Wat een belofte!

Els ter Welle