Immanuël (1)
Gieneke van Veen-Vrolijk • 88 - 2012 • Uitgave: 25
God is met ons
De bekende Bijbelse naam ‘Immanuël’ is zeer aansprekend vanwege de bijzondere betekenis van deze Hebreeuwse uitdrukking: ‘God is met ons’. Deze naam is een samenstelling van de woorden ‘im’ = met, ‘nu’ = ons en ‘el’ = God.1
Te allen tijde spreekt de betekenis van ‘God is met ons’ de mens op directe wijze aan, maar dat geldt met name in deze adventsperiode waarin we de geboorte van Gods eigen Zoon, de Here Jezus Christus gedenken. Met dit geweldige heilsfeit is ‘God is met ons’ realiteit geworden op een wijze zoals dat daarvoor nog niet was geschied. Jezus’ geboorte is immers de voltrekking van het ondoorgrondelijke wonder dat de almachtige en oneindige God bij en tot de mens kwam en de gedaante van een klein en weerloos mensenkind aannam, om zo ‘Dienaar van de Here’ te zijn (Filippenzen 2:5-8). De Oneindige bij de eindige, beperkte mens, de Almachtige gekomen als de volmaakte God-Mens tot de machtelozen… om hun heil te bewerken.
Reeds lang voorzegd (Jesaja 7:1-14)
Al in de 8e eeuw v.Chr. werd deze bovennatuurlijke geboorte aangekondigd door de profeet Jesaja, ten tijde van de zeer goddeloze koning Achaz2, die zich in een uiterst angstaanjagende situatie bevond vanwege oprukkende vijanden tegen hem en het zuidelijke rijk Juda (vers 2b).3 Maar dan stuurt de Here de profeet Jesaja tot hem met een bemoedigende boodschap: “…blijf rustig, wees niet bevreesd…” In Jesaja 7:4-9 vinden we de voor koning Achaz geruststellende voorzegging dat zijn vijanden verbroken zullen worden.
Ondanks zijn vele overtredingen tegen God krijgt Achaz van Hem een (h)eerlijke kans om juist in deze noodsituatie op de God van Israël te vertrouwen. Hij mag zelfs een teken vragen als bevestiging van de Godsbelofte van het wonder van uitredding! Achaz mocht een bijzonder, ja zelfs bovennatuurlijk teken vragen (vers 11). Maar Achaz, vastbesloten zijn hoop op een relatie met een aardse, vreemde koning te vestigen, wees dit aanbod met hypocriete houding van de hand (vers 12).
Als gevolg van deze weigering een Goddelijk bevestigingsteken te vragen, richtte de profeet Jesaja zich nu niet meer tot Achaz, maar tot geheel het huis van David (vers 13) en werd aan hen het zogeheten ‘Immanuëlteken’ aangekondigd, dat door de Here zelf zou worden gegeven: “Ziet de maagd zal zwanger worden en een Zoon baren, en zijn naam Immanuël noemen” (vers 14).
“Immanuël…”
De profetie van het Immanuëlteken in Jesaja 7:14 was niet het begin, maar meer het hoogtepunt van het besef dat de Here Zelf aanwezig is bij Zijn verbondsvolk. ’Het begrip ‘Immanuël/God is met ons’ was al eerder bekend onder Gods volk. Zelfs anderen getuigden hiervan, zoals - nog vóór het Sinaïverbond - tegen Abraham werd gezegd: “God is met u in alles wat u doet…” (Genesis 21:22). Zo wist ook Jetro, Mozes’ schoonvader, dat de Here met hem zou zijn, toe hij hem adviseerde: “…ik zal u raad geven en God zal met u zijn…” (Exodus 18:19). Immers, de Here had Mozes al van zijn Goddelijke aanwezigheid verzekerd: “Ik zal zeker met u zijn…” (Exodus 3:12). Die belofte mag ook ons bemoedigen op ons levenspad!
Messiaanse vervulling (Lucas 1:26-38)
De uiteindelijke vervulling van het ‘Immamuëlteken’ van Jesaja’s profetie is heerlijk vervuld toe de Here Jezus, Gods Zoon, op bovennatuurlijke wijze werd geboren uit het meisje uit Nazareth, die als maagd werd overschaduwd door de kracht van de Allerhoogste, toen de Heilige Geest Gods tot haar kwam (vers 32). Zij zou de Zoon Gods die uit haar werd geboren de naam ‘Jeshua’ (Jezus = Verlosser) geven (vers 31). De maagdelijke geboorte van deze Jeshua was de vervulling van het bovennatuurlijke, door God zelf gegeven wonderlijke Immanuëlteken: ‘God is met ons’ (Matteüs 1:21-23). Zo kwam God in Zijn Zoon Jezus bij de mensen en vervulde God Zelf het wonderteken ‘Immanuël’/God met ons. Jezus was en bleef God, maar nam de gedaante van een mensenkind aan, om als Dienstknecht Gods de in zonden verloren mens te verlossen. Daarvoor was Hij door de Vader gezonden (Johannes 12:45-49). Zo kwam Hij ook als de lang verwachte Messias van Israël om eeuwig Heil te bewerken…
De betekenis van Jezus’ geboorte is dat God nu werkelijk bij ons mensen is in en door de Persoon van Jezus de Messias. Gods beloften worden op Zijn tijd glorieus vervuld!
Immanuël, God is met ons…
Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk
1 Taalkundig gezien is dit een compact Hebreeuws zinnetje bestaande uit het voorzetsel ‘im’ (met) gevolgd door het verbindingselement ma + het persoonlijk voornaamwoord 1e pers. mv. ‘nu’ (ons) + het zelfstandig naamwoord ‘el’ (God): im-ma-nu-el.
2 Achaz’ goddeloosheid ging zeer ver: hij diende de afgoden en liet zelfs een heidens altaar maken waarop hij offerde (2Kon.16). Hij sleepte de priester Uria én het volk hierin mee!
3 Dit was rond 733 v.Chr. tijdens de zogeheten ‘Syro-Efraïmitische oorlog’ terwijl vanuit het oosten de Assyrische veroveraar Tiglat-Pillesar III oprukte, wiens gunst Achaz trachtte te winnen (2Kon.16:7-8; 2Kron.28:19-22).
De bekende Bijbelse naam ‘Immanuël’ is zeer aansprekend vanwege de bijzondere betekenis van deze Hebreeuwse uitdrukking: ‘God is met ons’. Deze naam is een samenstelling van de woorden ‘im’ = met, ‘nu’ = ons en ‘el’ = God.1
Te allen tijde spreekt de betekenis van ‘God is met ons’ de mens op directe wijze aan, maar dat geldt met name in deze adventsperiode waarin we de geboorte van Gods eigen Zoon, de Here Jezus Christus gedenken. Met dit geweldige heilsfeit is ‘God is met ons’ realiteit geworden op een wijze zoals dat daarvoor nog niet was geschied. Jezus’ geboorte is immers de voltrekking van het ondoorgrondelijke wonder dat de almachtige en oneindige God bij en tot de mens kwam en de gedaante van een klein en weerloos mensenkind aannam, om zo ‘Dienaar van de Here’ te zijn (Filippenzen 2:5-8). De Oneindige bij de eindige, beperkte mens, de Almachtige gekomen als de volmaakte God-Mens tot de machtelozen… om hun heil te bewerken.
Reeds lang voorzegd (Jesaja 7:1-14)
Al in de 8e eeuw v.Chr. werd deze bovennatuurlijke geboorte aangekondigd door de profeet Jesaja, ten tijde van de zeer goddeloze koning Achaz2, die zich in een uiterst angstaanjagende situatie bevond vanwege oprukkende vijanden tegen hem en het zuidelijke rijk Juda (vers 2b).3 Maar dan stuurt de Here de profeet Jesaja tot hem met een bemoedigende boodschap: “…blijf rustig, wees niet bevreesd…” In Jesaja 7:4-9 vinden we de voor koning Achaz geruststellende voorzegging dat zijn vijanden verbroken zullen worden.
Ondanks zijn vele overtredingen tegen God krijgt Achaz van Hem een (h)eerlijke kans om juist in deze noodsituatie op de God van Israël te vertrouwen. Hij mag zelfs een teken vragen als bevestiging van de Godsbelofte van het wonder van uitredding! Achaz mocht een bijzonder, ja zelfs bovennatuurlijk teken vragen (vers 11). Maar Achaz, vastbesloten zijn hoop op een relatie met een aardse, vreemde koning te vestigen, wees dit aanbod met hypocriete houding van de hand (vers 12).
Als gevolg van deze weigering een Goddelijk bevestigingsteken te vragen, richtte de profeet Jesaja zich nu niet meer tot Achaz, maar tot geheel het huis van David (vers 13) en werd aan hen het zogeheten ‘Immanuëlteken’ aangekondigd, dat door de Here zelf zou worden gegeven: “Ziet de maagd zal zwanger worden en een Zoon baren, en zijn naam Immanuël noemen” (vers 14).
“Immanuël…”
De profetie van het Immanuëlteken in Jesaja 7:14 was niet het begin, maar meer het hoogtepunt van het besef dat de Here Zelf aanwezig is bij Zijn verbondsvolk. ’Het begrip ‘Immanuël/God is met ons’ was al eerder bekend onder Gods volk. Zelfs anderen getuigden hiervan, zoals - nog vóór het Sinaïverbond - tegen Abraham werd gezegd: “God is met u in alles wat u doet…” (Genesis 21:22). Zo wist ook Jetro, Mozes’ schoonvader, dat de Here met hem zou zijn, toe hij hem adviseerde: “…ik zal u raad geven en God zal met u zijn…” (Exodus 18:19). Immers, de Here had Mozes al van zijn Goddelijke aanwezigheid verzekerd: “Ik zal zeker met u zijn…” (Exodus 3:12). Die belofte mag ook ons bemoedigen op ons levenspad!
Messiaanse vervulling (Lucas 1:26-38)
De uiteindelijke vervulling van het ‘Immamuëlteken’ van Jesaja’s profetie is heerlijk vervuld toe de Here Jezus, Gods Zoon, op bovennatuurlijke wijze werd geboren uit het meisje uit Nazareth, die als maagd werd overschaduwd door de kracht van de Allerhoogste, toen de Heilige Geest Gods tot haar kwam (vers 32). Zij zou de Zoon Gods die uit haar werd geboren de naam ‘Jeshua’ (Jezus = Verlosser) geven (vers 31). De maagdelijke geboorte van deze Jeshua was de vervulling van het bovennatuurlijke, door God zelf gegeven wonderlijke Immanuëlteken: ‘God is met ons’ (Matteüs 1:21-23). Zo kwam God in Zijn Zoon Jezus bij de mensen en vervulde God Zelf het wonderteken ‘Immanuël’/God met ons. Jezus was en bleef God, maar nam de gedaante van een mensenkind aan, om als Dienstknecht Gods de in zonden verloren mens te verlossen. Daarvoor was Hij door de Vader gezonden (Johannes 12:45-49). Zo kwam Hij ook als de lang verwachte Messias van Israël om eeuwig Heil te bewerken…
De betekenis van Jezus’ geboorte is dat God nu werkelijk bij ons mensen is in en door de Persoon van Jezus de Messias. Gods beloften worden op Zijn tijd glorieus vervuld!
Immanuël, God is met ons…
Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk
1 Taalkundig gezien is dit een compact Hebreeuws zinnetje bestaande uit het voorzetsel ‘im’ (met) gevolgd door het verbindingselement ma + het persoonlijk voornaamwoord 1e pers. mv. ‘nu’ (ons) + het zelfstandig naamwoord ‘el’ (God): im-ma-nu-el.
2 Achaz’ goddeloosheid ging zeer ver: hij diende de afgoden en liet zelfs een heidens altaar maken waarop hij offerde (2Kon.16). Hij sleepte de priester Uria én het volk hierin mee!
3 Dit was rond 733 v.Chr. tijdens de zogeheten ‘Syro-Efraïmitische oorlog’ terwijl vanuit het oosten de Assyrische veroveraar Tiglat-Pillesar III oprukte, wiens gunst Achaz trachtte te winnen (2Kon.16:7-8; 2Kron.28:19-22).
