Ikea-kerk, of passie voor Gods Woord en Zijn gemeente?

Paul Prijt • 89 - 2013 • Uitgave: 20
‘Ezra was volgens plan uit Babylonië vertrokken op de eerste dag van de eerste maand, en op de eerste dag van de vijfde maand kwam hij in Jeruzalem aan, want God bood hem onderweg bescherming. Hij was er namelijk met heel zijn hart op gericht de wet van de HEER te onderzoeken, die na te leven, en de Israëlieten te leren wat hun wetten en regels zijn’ (Ezra 7:9-10, NBV).

Volgens velen is het met de toekomst van de christelijke kerk niet goed gesteld. Het lijkt volgens critici nog maar een kwestie van tijd en de kerk zal, evenals het christelijk getuigenis in de samenleving, geheel afgebrokkeld zijn en nauwelijks nog betekenis en relevantie hebben. Niet zo’n vrolijk vooruitzicht bij de gebruikelijke startmomenten van een nieuw kerkelijk seizoen, waarbij we in een spannende tijd leven op economisch gebied, maar ook als we kijken naar de ontwikkelingen in het Midden-Oosten.

Naatje Pet
Ik moest denken aan een voorval uit onze geschiedenis waar de uitdrukking ‘het is Naatje Pet’, waarmee sommigen dus de situatie van de christelijke kerk typeren, vandaan komt. Aan het begin van de vorige eeuw stond er op de Dam in Amsterdam een beeld dat in de volksmond Naatje werd genoemd. Het beeld was er gekomen om de Tiendaagse Veldtocht naar België(!) te gedenken en moest de eenheid van het Nederlandse volk weergeven. Maar het beeld, nota bene door een Vlaming gemaakt en met Belgische steen(!), was van slechte kwaliteit, waarbij er geregeld delen van af vielen en het langzaam maar zeker afbrokkelde. Uiteindelijk besloot de gemeenteraad van Amsterdam een einde te maken aan die gênante vertoning van een beeld dat de tand des tijds letterlijk niet kon weerstaan. Het beeld was teveel tot spot van het volk geworden, die het maar Naatje Pet vonden! Is het nu zo dat de christelijk kerk vandaag ook zo’n afbrokkelingsproces doormaakt en de tand des tijd niet zou kunnen doorstaan?

Geen persoonlijke God meer?
Niet alleen worden van buiten de kerk kritische vragen gesteld, ook van binnenuit staat in onze dagen veel ter discussie. Ook als het gaat om voor velen vertrouwde geloofswaarheden. Zo deed onlangs het nieuwe boek van ds. Carel ter Linden, ‘Wat doe ik hier in Godsnaam?’ nogal wat stof op waaien, zeker na een tv-optreden bij Knevel en Van den Brink. Voor velen is ds. Carel ter Linden vooral bekend als hofpredikant en door de verschillende kerkdiensten die hij voor leden van het Koninklijk Huis heeft verzorgd en geleid. Recent nog de begrafenis van prins Friso.
Persoonlijk krijg ik van hem altijd de indruk van een warme betrokken persoonlijkheid, een aimabel mens die oprecht poogt het woord van God te betrekken op de situatie van nu. Maar in zijn boek lijkt hij afscheid te hebben genomen van een aantal kernbegrippen van het christelijk geloof: zoals een persoonlijke God en ook in een hemel kan hij niet meer zo geloven. Bij een aantal passages uit het boek wordt ik oprecht positief geraakt, maar op andere plaatsen raak ik hem echt kwijt. Op een plaats lees ik van iemand die hij doet zeggen dat ‘God de naam is voor alles wat we nog niet kunnen verklaren. Maar bij elke nieuwe ontdekking kalft er weer een stukje van die God af.’ Je vraagt je dan oprecht af wat er van het christelijke geloof overblijft? Ik zou er graag eens met hem over door willen praten, waarbij ik soms vanuit het evangelie en de Bijbel wat meer ‘tegengas’ zou willen geven aan de wetenschap van vandaag, die ons toch ook niet (denk aan de economen) alle goeds gebracht hebben in de wereld!?

Om wiens beeld gaat het?
Terwijl dus aan de ene kant getwijfeld wordt aan een persoonlijke betrokken God, zag ik laatst iets heel anders dat me fascineerde. Zoals u misschien weet, is het meest gedrukte boek op dit moment niet meer de Bijbel, maar de IKEA-gids! Afgelopen weken viel hij bij velen op de deurmat, maar er was nog een nieuw fenomeen: je kon namelijk je eigen foto op de cover van de gids laten zetten. Helemaal voor jouw gepersonaliseerd! De moderne mens wil dus blijkbaar zelf op de voorkant, zelf in het middelpunt: het gaat immers om jou! Er zit ergens eens schreeuw in van aandacht, van gezien willen worden, opgemerkt willen zijn.
Ik geloof dat we vanuit het evangelie juist vandaag een grote opdracht hebben om aan het begin van het kerkelijk seizoen de missie van Ezra weer te verstaan. Ezra ging met passie en zijn hele hart op weg naar Jeruzalem om de vervallen, afgebrokkelde tempel, zowel fysiek als geestelijk weer te herbouwen. De missie is om vooral weer Gods Woord centraal te stellen en mensen weer opnieuw daarbij te bepalen.

God is dichtbij gekomen!
Anno 2013 hebben we nog steeds de opdracht om Gods Woord te onderzoeken en samen met elkaar en met de wereld om ons heen te delen. Om net als Paulus op de Areopagus tegen de mensen van onze tijd te zeggen dat er een God is die niet ver weg is, maar dichtbij ons is gekomen in de Here Jezus Christus, die van elk mens vraagt zich tot Hem te keren! Dat we wel degelijk een God in de hemel hebben die betrokken wil zijn op ons leven, ook al begrijpen we veel dingen die er gebeuren lang niet altijd. Zoals velen kunnen ervaren als hun aardse lichaam afbrokkelt door ziekte of ouderdom, mogen we weten een gebouw in de hemel te hebben dat niet door mensenhanden is gemaakt, maar door God: een eeuwig huis!

Leesbare brief van Christus
Zo mogen we een leesbare brief van Christus zijn in deze wereld, ‘U bent zelf onze aanbevelingsbrief, in ons hart geschreven, maar voor iedereen te zien en te lezen: u bent zelf een brief van Christus, door ons opgesteld, niet met inkt geschreven maar met de Geest van de levende God, niet in stenen platen gegrift maar in het hart van mensen’ (2 Korintiërs 3:2-3). Dus niet met onze foto op de voorkant van kijk eens hoe goed wij zijn, als een full colour blinkende reclamefolder voor de zaak van God. Nee, dat zijn we niet altijd. Maar wel met de handtekening van Christus onder de brief die we als gelovigen in deze wereld mogen zijn om iets van het beeld van Christus te weerspiegelen. Een vaak weerbarstige wereld, waarin misschien veel afbrokkelt, maar Zijn beeld niet.

Met vriendelijke groet,
Ds. Paul J. Prijt