‘Ik vrees geen kwaad…’ Toch?

Corine Daane • 96 - 2020 • Uitgave: 4
Een enthousiaste pianiste zette stevig Psalm 23 in en een handjevol dappere dames startte met de echostem. Prachtig! Maar toen kwam dat zinnetje… ‘Ik vrees geen kwaad, want Gij zijt bij mij.’ Naast dat ‘Ik’ op zo’n hoogte wordt ingezet die velen in hun geloof nooit denken te bereiken, heeft de muziek hier ook een uitdaging van gemaakt qua afdaling. En wat eerst zo mooi klonk, klinkt bij de meeste tweestemmige uitvoeringen nu toch wiebelig tot lichtelijk vals.

Welkom in de praktijk van ons leven: we geloven zo mooi, maar o die lastige praktijk. Het klinkt ‘vals’ naast elkaar!

Coronavirus
Op het moment dat ik dit schrijf, heeft het Coronavirus Nederland bereikt. Zorg wordt voelbaar. We beseffen dat we machteloos staan, amper invloed hebben en al helemaal geen oplossing. En daar is de angst. Maar als we eerlijk zijn, we kennen allemaal wel meer ‘virussen’ die onze ‘systemen’ bedreigen zonder dat we een goede oplossing hebben! Die doktersafspraak, een functioneringsgesprek, je kind dat door een moeilijke periode gaat. Wat zijn we vaak machteloos en klein! Klein, maar dapper? Dat kan! Laten we de zin waar we mee begonnen, afmaken: ‘…want Gij zijt bij mij.’ Angst wordt niet verdreven door de garantie dat het kwaad jou nooit zal treffen. Angst wordt niet verdreven omdat jij zo stoer bent en alles aan denkt te kunnen. Angst wordt niet verdreven omdat jij zo slim bent en voor alles een oplossing hebt. Kortom: Het welvaartsevangelie en de arrogantie van de self-made-man/woman biedt geen soelaas. Nog verder: jíj biedt geen soelaas!

Ergste dag voorbij
Het antwoord tegen angst is geen ideaal of kracht, maar een Persoon. God Zelf. Als jij gered bent door het bloed van Christus, is je ergste dag voorbij en je toekomst zeker en goed. Tussen ‘gisteren’ dat voorbij is en ‘morgen’ dat nog moet komen, leven we ons lastige leven in het nu. Jouw ‘nu’ kan echter staan in context van Christus’ garantie dat je de eeuwigheid bij de Here God zult doorbrengen. Je komt Thuis. Op Zijn tijd en wijze. Mag het nu spannend zijn, je weet dat het goed komt.

Bij de geschiedenis van de storm op het meer (Markus 4:35-41) zien we dat de discipelen in hun element zijn op het water. De discipelen waren ook grotendeels ervaren vissers. Ze wisten wat te doen bij een storm. Maar deze keer schieten ze in hun kunde tekort en slaat de angst toe. Dan wordt de hulp van de Here ingeroepen. Ook best herkenbaar voor ons. Pas als wij uitgedacht en uitgehandeld zijn gaan we bidden! Op hun hulproep, grijpt de Here Jezus in en de storm is over. Maar mag Zijn vraag die Hij stelt aan Zijn discipelen een frisse wind ook door onze hersenspinsels zijn: “Waarom bent u zo angstig? Hebt u dan geen geloof?”

Sein van ongeloof
De bibbers hebben voor een storm is een gezonde reactie die je waarschuwt dat je in gevaar bent. Maar ‘zó’ angstig? Ze waren zó in beslag genomen door de angst dat hun totale focus dáárdoor in beslag werd genomen en de Here Jezus uit beeld verdween – en dan wordt angst een sein van ongeloof.
Dus of je nu met zorg een storm ziet naderen (bereid je voor!), hard werkt om door een storm heen te komen (houd vol!) of aan het uithijgen bent ná een storm in jouw leven (kom lekker bij), laten we ons oog gericht houden op de Here Jezus. Steeds meer onder de indruk raken van Hem. Dan zal, net zoals bij de discipelen, je focus veranderen. Hun ‘vrees’ voor het kwaad van die storm veranderde in ‘vrees’ voor de Here. Angst werd een voedingsbodem van aanbidding!

Corine Daane