‘Ik voel mij gedragen, meer dan ooit tevoren’

Feike ter Velde • 91 - 2015 • Uitgave: 2
‘U kunt vandaag nog naar het Leids Universitair Medisch Centrum,’ zei de dokter in het ziekenhuis. ‘Ze wachten daar op u.’
“Mijn altijd zo rustig voortkabbelende levensbootje kwam plotseling in een wilde stroomversnelling terecht. Enkele uren later zaten mijn vrouw en ik in het Medisch Centrum in Leiden. Ik wist het: ik heb kanker en het is ernstig.”
Hans Kruisman (66) vertelt over een onverwachte medische probleemsituatie die alles plotseling op z’n kop zette.


Al enkele jaren schrijft hij in Het Zoeklicht en woonde onlangs ook een bijeenkomst van alle schrijvers bij. Bij die gelegenheid gaf hij zijn getuigenis rond zijn nog niet zo lang geleden ontdekte ziekte. We werden er allemaal stil van.
“Ik had een beetje last van mijn oog, maar dacht dat de dokter daar wel raad mee wist. Maar ik werd direct doorgestuurd naar het ziekenhuis. Daar werd een gezwel, een oogmelanoom, geconstateerd. De dokter ging even weg voor overleg, maar zou direct weer terugkomen. “Mijnheer Kruisman, u moet direct naar het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), ze wachten daar al op u,” was de mededeling van de arts na zijn overleg. Ik wist meteen dat het niet goed was, dat het ernstig was.
In Leiden werd ik meegenomen naar een klein kamertje en ik zei tegen mijn vrouw: “Dit wordt een slecht-nieuwsgesprek.” “Nee, nee”, zei men, “dat doen we met iedereen hoor.” Ik kreeg uitgebreid te horen wat de medische mogelijkheden waren. Alleen, die waren allemaal niet geschikt voor mij. Voor mij gold maar een conclusie: “Uw oog moet onmiddellijk worden verwijderd. Daarna wordt u door een oncologisch team begeleid.”

Ik wist mij door Hem gedragen
Ik kom uit een gelovig gezin. Mijn vader is in Amsterdam, als ongelovige, tot levend geloof gekomen door zijn contacten met de baptistenpredikant dominee Visscher, van de Keizersgracht-kerk.
Bij dat slechte nieuws voelde het als een diep donker gat waarin ik naar beneden tuimelde. Maar dat duurde maar even. Want, zo voelde het heel duidelijk, toen greep God in. Hij ving mij op en ik wist mij plotseling door Hem gedragen. Ineens werd het mij helemaal duidelijk: dit is het… ‘barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd,’ zoals dat staat in Hebreeën 4:16. Er kwam een onuitsprekelijke rust over mij heen en zei daar tot een psychologe: “Ik weet waar ik mijn kracht vandaan kan halen, ik ben christen.” Ze keek mij verslagen aan. Het werd stil en we konden gaan.
Maar even had ik toch niet alles meer onder controle. We verlieten het ziekenhuis in tranen. Een onzekere toekomst met bergen vragen lag nu voor ons. Ik kwam terecht in de leerschool van God. Daar kreeg ik privéonderricht.

Theorie en praktijk
Enkele jaren geleden schreef ik een boek over het christelijk geloof: ‘De Bijbel aan het Woord’, een uitgave van Het Zoeklicht. Eigenlijk is dat de neerslag van het onderwijs dat ik eerder aan mijn kinderen had gegeven, nu verder uitgewerkt voor meer mensen. Daarin komen de Bijbelse principes en normen aan bod, die ons helpen om als christen in het leven te staan.
Nu kwam ik erachter dat juist dat dit de theoretische ondergrond is die een mens nodig heeft, en dat het nu aankomt op praktische uitvoering ervan. Die fase is nu, zo lijkt me, ingegaan door mijn ziekte.

Manna in de woestijn
Allerlei Bijbelteksten die op mijn weg kwamen, maakten mij dat ook duidelijk. Eerst kreeg ik Jesaja 55:8 ‘Mijn gedachten zijn niet uw gedachten.’ Ik hoorde daar een vermaning in die ook voor mij was bestemd. De Here zegt: “Ik heb jou geschapen tot Mijn eer.” Mijn zicht op deze bijzondere tekst werd: God hoort naar je en Hij handelt op Zijn tijd en wijze en… tot Zijn eer.
De tweede les in de leerschool van God werd Hebreeën 11, waarin ik leerde dat het geloof het lijden niet verklaart, maar dat ons wel de weg wordt gewezen om in het geloof door dat lijden heen te gaan. Hij toont ons hierin de weg naar een heerlijke toekomst. Ik moest leren dat ik het lijden moest aanvaarden.
Les drie kwam uit ons dagboekje waarin Deuteronomium 8:2-3 werd behandeld: ‘Gedenk dan heel de weg waarop de Here, uw God, u deze veertig jaar in de woestijn heeft geleid, om u te verootmoedigen en u op de proef te stellen, teneinde te weten wat er in uw hart was: of gij al dan niet Zijn geboden zou onderhouden. Ja, Hij verootmoedigde u, deed u honger lijden en gaf u het manna te eten, dat gij niet kende en dat ook uw vaderen niet gekend hadden, om u te doen weten dat de mens niet alleen van brood leeft, maar dat de mens leeft van alles wat uit de mond des Heren uitgaat.’
De les die ik hierin van de Here kreeg, was dat ik me moest laten voeden door het Woord van God, het levende brood! Elke dag opnieuw, net als het manna in de woestijn.

Ik voel mij gedragen
Zo droeg de Here mij in mijn moeilijkste momenten. Zijn kracht mocht ik ontvangen, juist in mijn zwakste momenten. Het werd mij tot een privéles, zoals ik die nooit eerder had gekend. Nu begrijp ik pas iets van onze grote ervaringsdeskundige, de apostel Paulus, die zegt: ‘Zeer gaarne zal ik dus in zwakheden nog meer roemen, opdat de kracht van Christus over mij kome…’ (2 Korintiërs 12:9).
Als je niets meer hebt om op te steunen, wordt werkelijkheid in je leven zoals bij David: ‘…en David sterkte zich in de Here, Zijn God’ (1 Samuël 30:6). Eerder lezen we van David dat hij ‘overlegde in zijn hart’. Hij zocht daar nog naar eigen oplossingen, maar toen hij niets meer over had zocht hij de sterkte bij de Here, zijn God.
Hij is ook mijn hulp en mijn toeverlaat in mijn omstandigheden waarin je niets meer hebt om op te steunen. Ik voel mij gedragen, meer dan ooit tevoren. Ik leef bij een hele korte termijnplanning. Ik geniet van de kleine dingen, vooral ook in de natuur. Mijn zekerheid is in de levende God. De dokter zei dat de meesten binnen drie jaar sterven aan de ziekte die ik heb. Maar ik weet ook dat mijn tijden in Gods hand zijn. Zo mogen mijn vrouw en ik er samen in staan met de Here aan onze zijde, elke dag!

Feike ter Velde