Ik voel me hier welkom, maar niet thuis!

Feike ter Velde • 92 - 2016 • Uitgave: 7
Farshid Seyed Mehdi (47) vertelt dat hij van Joodse afkomst is en toch een ex-moslim. Hij noemt zichzelf in die tijd een fanatieke moslim, net als het gezin waarin hij werd geboren. Zijn moeder werd door de regering in Teheran aangesteld om de islam te onderwijzen op een christelijke school. Ze moest ook kinderen, tieners, overhalen de stap te zetten naar de islam en moslim te worden. Tot op de dag dat een leerling haar een Bijbel gaf. “Dan begrijpt u ook wat wij geloven,” had het meisje erbij gezegd.

Tijdens het lezen in de Bijbel werd ze verslagen door de liefde van God en door de Persoon van de Here Jezus. Ze is als eerste in ons gezin tot geloof gekomen, later ook mijn vader. Ik deed ijverig mijn best een goede moslim te zijn, won prijzen bij het citeren van de koran, meestal de eerste prijs. Ongeveer vanaf mijn zeventiende jaar af begon ik in te zien dat de islam niet alle antwoorden had op mijn vele vragen. Ik begon tot God te bidden en zei: “God, ik weet dat U bestaat, maar ik weet niet waar U bent en hoe ik U moet vinden.” Ik studeerde toen in Teheran wis- en natuurkunde.
Toen ik enige tijd in het leger van Iran zat – we waren in oorlog met Irak – hoorde ik dat mijn ouders eerst waren verhuisd en later het land uit waren gevlucht en in Nederland woonden. Ik begreep er niets van. Europa was volgens mijn moeder een goddeloos werelddeel. Ik wist niet dat ze moesten vluchten om hun geloof. Ze werden bedreigd met de dood.

Welkom in Nederland
Op een dag besloot ik ook naar Nederland te gaan, om na jaren mijn ouders op te zoeken. Zij kenden mij als een fanatieke moslim, die op jonge leeftijd al hele delen van de koran uit het hoofd kon citeren. Nu moesten zij mij vertellen dat ze christen waren geworden. Zij vreesden mijn reactie daarop. Pas enkele dagen na mijn aankomst in Nederland hebben ze het mij verteld. Het was op een zaterdag en ze zeiden erbij dat ze de volgende dag naar de kerk zouden gaan. Ik zei dat ik mee zou gaan. Dat was een geweldige opluchting voor ze. Ik reageerde helemaal niet extreem, of woedend, maar verbaasd en verrast.
In de kerk op die zondagmorgen werd ik welkom geheten door de voorganger. Ik werd bevriend met de zoon van de voorganger, die ongeveer even oud was als ik, 23 jaar. Mijn moeder vertelde veel over de liefde van Christus. In mijn hart kwam een diep verlangen om die liefde ook te leren kennen. Gaandeweg snakte ik ernaar. Ook Pieter, de zoon van de voorganger, sprak er met mij over. Op een avond kwam hij nog even langs. Ik woonde op de zolderkamer bij mijn ouders. Hij had korte tijd geleden een mooie geluidsinstallatie voor zijn verjaardag gekregen en die kwam hij mij nu geven, “zodat ik ook muziek kon luisteren op mijn kamer.” Ik was totaal overdonderd en verbijsterd. Hoe kon hij dat nou doen? Ik had nog nooit iets weggegeven! Toen hij weer weg was ben ik op mijn knieën gegaan in mijn kamer en heb God gedankt en opnieuw gesmeekt of Hij die liefde van Christus ook in mijn hart wilde geven. Op dat moment werd ik overweldigd door de Heilige Geest en de liefde van God werd in mijn hart uitgestort. Golven van Gods genade en liefde kwamen over mijn leven. Mijn hele kamer was er vol van.
Ik heb altijd de boze wereld gehaat en sommige mensen ook. Dat was mij ook bijgebracht. En nu? De stromen van liefde wasten al mijn haat weg. Ik kreeg de hele wereld, alle mensen, lief. Zó, dat mijn hart ervan zou barsten. Ik begreep het hele Evangelie van de Here Jezus Christus, de Zoon van God, die Zijn leven voor mij… uit liefde voor mij(!!!)… heeft gegeven aan het kruis. Zijn offer dáár was de prijs van liefde die mij vrij heeft gekocht van de macht van de zonde en de macht van de dood. Alle spanning, alle wrok tegen mensen die mij wel eens wat hadden aangedaan en alle haat tegen de wereld, een haat waarin ik was opgevoed, was ineens helemaal weg. Jezus, de Zoon van de levende God, is de Weg tot de God van de Bijbel, onze hemelse Vader! Jezus, Hij is mijn Redder, mijn Heer en mijn Heiland!
Ik heb mijn zolderraam opengedaan, ben op een stoel gaan staan en heb luid uitgeroepen: “Ik ben een christen…ik hou van jou…!!!”
Ik heb een wit shirt met een opdruk van grote letters op mijn rug: ‘Ik ben een EX-MOSLIM’. Met daaronder: ‘Vraag het gerust…’

Doorgeven aan moslims
Sinds 1994 ben ik betrokken in het werk van 222-Ministries International. Die naam is gebaseerd op 2 Timoteüs 2:2 waar staat: ‘en wat gij van mij gehoord hebt onder vele getuigen, vertrouw dat toe aan vertrouwde mensen, die bekwaam zullen zijn om ook anderen te onderrichten.’ Wij trainen mensen uit Iran zodat zij anderen weer kunnen onderrichten en we zenden tv-programma’s uit naar Iran met het Evangelie.
In 2005/2006 hebben we onze eigen studio gebouwd, hier in Nederland. Naast mijn televisiewerk raak ik ook steeds meer betrokken bij het ontwikkelen van relaties met andere kerken en christenen in Nederland. Ook de nazorg van de vele moslims die tot Jezus komen, en discipelschapstraining en onderwijs aan de pas bekeerden vult mijn dagen.
De laatste maanden verandert er veel in het Midden-Oosten. Wist u dat er de laatste dertig jaar meer Iraniërs tot Christus zijn gekomen dan in de 13(!) eeuwen daarvoor? Ik vind het een voorrecht om mee te mogen helpen aan het bouwen van de kerk in Iran en onder het Iraanse volk. Er is zoveel nood onder de mensen van mijn land. Dat horen we in reacties op onze tv-programma’s.
Mijn grootvader van moeders kant – een Jood – had zich tot de islam bekeerd. Een van zijn nazaten – en velen met hem – kwamen tot geloof in de Here Jezus. Is dat niet wonderlijk?
Ik vind het een groot voorrecht om met 222-Ministries te mogen werken om ons volk – de Perzen – te bereiken met het Evangelie. Ik ben hier hartelijk verwelkomd in Nederland, net als mijn ouders, mijn drie broers en mijn zuster. Ze zijn allemaal christen geworden. Maar echt thuis ben ik pas in mijn eigen land.

Feike ter Velde