‘Ik had een hekel aan Israël’
De van oorsprong Joodse Patrick Rädecker (49) belandde op 14-jarige leeftijd op straat nadat zijn vader hem uit huis zette. Ruim 26 jaar was Patrick verslaafd aan harddrugs en bezocht hij bijna vijftig afkickklinieken. Maar hij raakt maar niet van de drugs af. Totdat hij in aanraking komt met het geloof en terechtkomt in een Messiaans afkickcentrum.
“Toen ik drie maanden oud was, verhuisden wij als gezin van Nederland naar Australië vanwege mijn vaders werk. Daar woonde ik tot mijn negende totdat we in 1976 alijah maakten naar Israël. Ik groeide op in een gezin waar ik nooit liefde kreeg van mijn ouders. Niet eens een omhelzing. Na schooltijd was ik zelfs niet blij om naar huis te gaan, omdat ik vaak werd geslagen. Daarom zocht ik mijn liefde in andere dingen zoals drugs en criminaliteit.
Kibboets
Thuis werd ik een problematisch kind. Ik had een hekel aan mijn vader, maar ook aan Israël. Op mijn veertiende kon mijn vader het niet meer aan en gooide mij op straat. Ik ging niet meer naar school en kwam in aanraking met alcohol en softdrugs. Na een paar maanden plukten sociale werkers van een kibboets mij van straat. In de kibboets mocht ik een vak leren. Maar wat ze aanboden was vooral metaalwerk en dat was niks voor mij. Ik mocht om die reden een maand in de keuken helpen zodat ik kon zien wat ik wel wilde. Na twee weken wist ik. Ik wilde kok worden.
Niet snel daarna ging ik naar de koksschool en maakte de school af met goede cijfers. Nadat ik klaar was vertrok ik op 17-jarige leeftijd naar Nederland. Ik had een hekel aan Israël en gaf het land de schuld van alles wat in mijn leven verkeerd was gegaan.
Gevangenis
In Nederland kwam ik al snel in aanraking met heroïne en cocaïne. Je kunt je voorstellen dat ik door de drugs ook de criminaliteit in ging. Een aantal keer ben ik in de gevangenis terechtgekomen. Toen ik in 1990 weer in de gevangenis zat, kwam mijn vader mij ophalen. Ik had hem al jaren niet gezien en was daarom in shock. Hij zei dat ik terug moest naar Israël, want het zou niks worden met mij in Europa. En ik ging met hem mee.
In Israël vond ik al snel een baan als kok. Maar toch werd mijn hele leven beheerst door harddrugs. In de tussentijd heb ik veel verschillende afkickklinieken bezocht, maar het lukte mij nooit om af te kicken. Ik zag het steeds als een soort vakantie.
Blauwe ogen
Maar na 26 jaar kon ik het niet meer volhouden. Ik raakte mijn baan in het restaurant kwijt en ben op straat terechtgekomen in Tel Aviv. Daar woonde ik zeven jaar. Hier vertelden mensen mij over Jezus. Ik begreep niet wie Hij was, want ik had een beeld in mijn hoofd van een blonde man met blauwe ogen. En Jezus aan een kruis kon ik al helemaal niet begrijpen.
Maar door de jaren heen begonnen mensen mij ook te vertellen dat Jezus een Hebreeuwse naam heeft, Jeshua. Ik snapte het een klein beetje, maar geloofde het niet helemaal. Ik was heel sceptisch, maar toch was ik nieuwsgierig. Ik kreeg een bijbel en begon te lezen. Het raakte mij dat de Heere Jezus mij schoon kon wassen van mijn zonden. Ik zag dat mensen veranderden in de Messiaanse kliniek en dacht ‘Dit programma moet ik ook volgen’.
Reinigende werk
Ik meldde mij aan en langzaamaan begon ik van mijn verslaving af te komen. Ook las ik Gods Woord. Dat was het begin van het reinigende werk in mijn leven. Maar na twee maanden was ik het zat en merkte ik dat ik geen relatie had met God. Ik las de Bijbel, maar had geen dieper geloofsleven met de Heer. Toen ik besloot om weg te gaan herinnerde ik een vers uit Johannes 15: ‘Niet u hebt Mij uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren’ (vers 16).
De hele dag zat die tekst in mijn hoofd. Het leek een soort messteek in mijn hart. Ik zocht God niet en dacht alleen maar dat ik mijn leven even kon opknappen om vervolgens mijn oude leven weer te leiden. Toen besefte ik dat God mij op het oog heeft en ik ging op mijn knieën. Hardop zei ik: “Als U mij hebt uitgekozen, verander mij dan, want ik weet dat ik het zelf niet kan doen.”
Messiaans hotel
Het was een hele opluchting en die avond werd ik opnieuw geboren. Vanaf die dag zei ik tegen mijzelf dat ik het afkickprogramma echt wilde volgen. Ruim 16 maanden ben ik daar geweest, totdat ik naar een Messiaans hotel ging om daar als vrijwilliger te werken in de keuken. Inmiddels werk ik hier vijf jaar en ben ik getrouwd met mijn vrouw Sharon, die ik hier ontmoet heb.
De relatie met mijn vader is nog niet goed, maar met mijn moeder wel. Mijn moeder staat nu op het punt dat ze wel gelooft in Jezus als Messias. Maar ze vindt het nog steeds moeilijk. Met mijn broers heb ik wel contact, maar ze hebben geen interesse in het geloof.
Eerst had ik een hekel aan Israël, maar nu houd ik van het land en de mensen. Ik woon in Haifa en kan nu niet denken dat ik in een andere plaats moet wonen in Israël. God heeft mij hier geplaatst om hier te spreken over Zijn glorie en wat Hij in mijn leven heeft gedaan.
Internet
We hebben hier een hoop goede gesprekken met mensen over het geloof. Uiteraard zijn er ook mensen die tegen ons zijn en niet van ons houden. Maar de Heer heeft ons hier in deze buurt gebracht. We moeten handelen zoals we wandelen. Wij zijn echt anders en dat moeten ze aan ons kunnen zien.
Tegenwoordig staan mensen in Israël veel meer open voor het geloof. Er zijn veel mensen die ook tot geloof komen met name door internet. Daar ben je anoniem en kun je praten en lezen zonder dat iemand je ziet. Het is een belangrijkere plek om te evangeliseren. Maar dat neemt niet weg dat de moeilijkheden zoals in Matteüs 24 verdwenen zijn. De moeilijkheden en problematische dagen blijven aanwezig. Maar we mogen zien op Hem. God is goed en Hij helpt ons door de moeilijkheden heen te komen. God is begonnen om in mijn leven te werken maar dit is nog maar het begin. ‘The sky is the limit’. Prijs de Heer!”
Joël Oosterhagen
“Toen ik drie maanden oud was, verhuisden wij als gezin van Nederland naar Australië vanwege mijn vaders werk. Daar woonde ik tot mijn negende totdat we in 1976 alijah maakten naar Israël. Ik groeide op in een gezin waar ik nooit liefde kreeg van mijn ouders. Niet eens een omhelzing. Na schooltijd was ik zelfs niet blij om naar huis te gaan, omdat ik vaak werd geslagen. Daarom zocht ik mijn liefde in andere dingen zoals drugs en criminaliteit.
Kibboets
Thuis werd ik een problematisch kind. Ik had een hekel aan mijn vader, maar ook aan Israël. Op mijn veertiende kon mijn vader het niet meer aan en gooide mij op straat. Ik ging niet meer naar school en kwam in aanraking met alcohol en softdrugs. Na een paar maanden plukten sociale werkers van een kibboets mij van straat. In de kibboets mocht ik een vak leren. Maar wat ze aanboden was vooral metaalwerk en dat was niks voor mij. Ik mocht om die reden een maand in de keuken helpen zodat ik kon zien wat ik wel wilde. Na twee weken wist ik. Ik wilde kok worden.
Niet snel daarna ging ik naar de koksschool en maakte de school af met goede cijfers. Nadat ik klaar was vertrok ik op 17-jarige leeftijd naar Nederland. Ik had een hekel aan Israël en gaf het land de schuld van alles wat in mijn leven verkeerd was gegaan.
Gevangenis
In Nederland kwam ik al snel in aanraking met heroïne en cocaïne. Je kunt je voorstellen dat ik door de drugs ook de criminaliteit in ging. Een aantal keer ben ik in de gevangenis terechtgekomen. Toen ik in 1990 weer in de gevangenis zat, kwam mijn vader mij ophalen. Ik had hem al jaren niet gezien en was daarom in shock. Hij zei dat ik terug moest naar Israël, want het zou niks worden met mij in Europa. En ik ging met hem mee.
In Israël vond ik al snel een baan als kok. Maar toch werd mijn hele leven beheerst door harddrugs. In de tussentijd heb ik veel verschillende afkickklinieken bezocht, maar het lukte mij nooit om af te kicken. Ik zag het steeds als een soort vakantie.
Blauwe ogen
Maar na 26 jaar kon ik het niet meer volhouden. Ik raakte mijn baan in het restaurant kwijt en ben op straat terechtgekomen in Tel Aviv. Daar woonde ik zeven jaar. Hier vertelden mensen mij over Jezus. Ik begreep niet wie Hij was, want ik had een beeld in mijn hoofd van een blonde man met blauwe ogen. En Jezus aan een kruis kon ik al helemaal niet begrijpen.
Maar door de jaren heen begonnen mensen mij ook te vertellen dat Jezus een Hebreeuwse naam heeft, Jeshua. Ik snapte het een klein beetje, maar geloofde het niet helemaal. Ik was heel sceptisch, maar toch was ik nieuwsgierig. Ik kreeg een bijbel en begon te lezen. Het raakte mij dat de Heere Jezus mij schoon kon wassen van mijn zonden. Ik zag dat mensen veranderden in de Messiaanse kliniek en dacht ‘Dit programma moet ik ook volgen’.
Reinigende werk
Ik meldde mij aan en langzaamaan begon ik van mijn verslaving af te komen. Ook las ik Gods Woord. Dat was het begin van het reinigende werk in mijn leven. Maar na twee maanden was ik het zat en merkte ik dat ik geen relatie had met God. Ik las de Bijbel, maar had geen dieper geloofsleven met de Heer. Toen ik besloot om weg te gaan herinnerde ik een vers uit Johannes 15: ‘Niet u hebt Mij uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren’ (vers 16).
De hele dag zat die tekst in mijn hoofd. Het leek een soort messteek in mijn hart. Ik zocht God niet en dacht alleen maar dat ik mijn leven even kon opknappen om vervolgens mijn oude leven weer te leiden. Toen besefte ik dat God mij op het oog heeft en ik ging op mijn knieën. Hardop zei ik: “Als U mij hebt uitgekozen, verander mij dan, want ik weet dat ik het zelf niet kan doen.”
Messiaans hotel
Het was een hele opluchting en die avond werd ik opnieuw geboren. Vanaf die dag zei ik tegen mijzelf dat ik het afkickprogramma echt wilde volgen. Ruim 16 maanden ben ik daar geweest, totdat ik naar een Messiaans hotel ging om daar als vrijwilliger te werken in de keuken. Inmiddels werk ik hier vijf jaar en ben ik getrouwd met mijn vrouw Sharon, die ik hier ontmoet heb.
De relatie met mijn vader is nog niet goed, maar met mijn moeder wel. Mijn moeder staat nu op het punt dat ze wel gelooft in Jezus als Messias. Maar ze vindt het nog steeds moeilijk. Met mijn broers heb ik wel contact, maar ze hebben geen interesse in het geloof.
Eerst had ik een hekel aan Israël, maar nu houd ik van het land en de mensen. Ik woon in Haifa en kan nu niet denken dat ik in een andere plaats moet wonen in Israël. God heeft mij hier geplaatst om hier te spreken over Zijn glorie en wat Hij in mijn leven heeft gedaan.
Internet
We hebben hier een hoop goede gesprekken met mensen over het geloof. Uiteraard zijn er ook mensen die tegen ons zijn en niet van ons houden. Maar de Heer heeft ons hier in deze buurt gebracht. We moeten handelen zoals we wandelen. Wij zijn echt anders en dat moeten ze aan ons kunnen zien.
Tegenwoordig staan mensen in Israël veel meer open voor het geloof. Er zijn veel mensen die ook tot geloof komen met name door internet. Daar ben je anoniem en kun je praten en lezen zonder dat iemand je ziet. Het is een belangrijkere plek om te evangeliseren. Maar dat neemt niet weg dat de moeilijkheden zoals in Matteüs 24 verdwenen zijn. De moeilijkheden en problematische dagen blijven aanwezig. Maar we mogen zien op Hem. God is goed en Hij helpt ons door de moeilijkheden heen te komen. God is begonnen om in mijn leven te werken maar dit is nog maar het begin. ‘The sky is the limit’. Prijs de Heer!”
Joël Oosterhagen