Ik ben opgestaan

Martin Penning • 95 - 2019 • Uitgave: 2
Voor veel counselors is, wie wij zijn ‘in Christus’, het motief om mensen te helpen. En het is inderdaad een grote hulp om mensen die vast zitten in zondige patronen, in bezorgdheid, in neerslachtigheid en in verstoorde relaties te helpen met de vraag: “Wie ben je in Christus?” Maar het is geen toverspreuk waarin alle oplossingen gevonden zullen worden.

Een vrouw van 32 jaar (Sofia) heeft een moeilijke kinder- en jeugdtijd gehad. Ze is veel gepest op school. Ze voelde zich niet aanvaard en dat heeft haar onzeker gemaakt. Dit gevoel van afwijzing is ze gaan verdringen door veel te gaan eten. Haar gedachte was dat het toch niet uitmaakte hoe ze eruit zag want niemand vond haar ‘leuk’.
Door persoonlijke begeleiding vanuit haar gemeente, leert Sofia om haar identiteit niet te zoeken in zichzelf maar in Christus. Sofia wordt hierbij met goede waarheden geholpen. “Ik ben door God geschapen en gewenst. Ik ben aanvaard en geliefd in Christus. Zucht, gelukkig, ik mag er toch zijn… ik ben toch geliefd, zo kan ik het leven aan…’’

Voorbij aan de toestand
Het gevaar dreigt nu dat het gaat om haar waarde, haar liefde, haar blijdschap, haar vrede die zij vindt ‘in Christus’. Het ‘in Christus’ zijn helpt Sofia slechts om haar zelfwaarde te bevestigen en gaat voorbij aan de toestand van haar oude leven, een veranderd nieuw leven en een leven in gehoorzaamheid.
De mogelijkheid is aanwezig dat Sofia, en velen met haar, bij hoog en laag beweren: ‘Ik ben opgestaan’, maar uit het leven blijkt dat het meer IK is dan OPGESTAAN.
De boodschap van het Evangelie is dat de Heere Jezus naar deze wereld is gekomen om de werken van de duivel te verbreken (1 Johannes 3:8). Het werk van de duivel is om mensen te verleiden tot het doen van zonden. Hij probeert de mens aan te zetten om te rebelleren tegen God en Zijn autoriteit af te wijzen. Als de mens zondigt, dan heeft de boze zijn doel bereikt. De opgestane Heere Jezus heeft het werk van de duisternis verbroken! Dat maakt een heel nieuw leven mogelijk!

Nieuwe kleding
Allereerst moet een mens gaan inzien dat God hem op het oog heeft gehad. Niet om je huidskleur, of je opleiding, of je achtergrond, maar vanwege Zijn liefde voor jou. Je redding heb je niet te danken aan jezelf, maar aan God. Jouw identiteit wordt geheel bepaald door de genade die jou is bewezen. De zonde is door God, in Zijn Zoon, in jou verbroken. Het feit dat je genade bewezen is en kind van de levende God mag zijn, moet je uiterst geïnteresseerd maken in Gods krachtdadige werk in jouw leven.

De diepe betekenis van het zijn ‘in Christus’ wordt bepaald door te beseffen uit welk vruchteloos bestaan wij getrokken zijn. In Efeze 4:17-20 worden zes lagen van verdorvenheid besproken: zinloosheid in het denken, verduisterd in het verstand, vervreemd van het leven, onwetendheid, verharding van het hart en losbandigheid. Dit is de toestand van de mens, totdat het Evangelie van de glorie van Christus doorbreekt en de hardheid en de donkerheid in het hart verdrijft.
Als je met Hem bent opgestaan en je door Hem levend bent gemaakt, is het tweede wat Hij je wil leren dat je bent opgestaan in een nieuwe positie. Doe de oude mens af en bekleed je met de nieuwe mens. Opstaan in een nieuw leven bepaalt je identiteit in Christus en is het vernieuwende werk van God in jou.
Sofia is gaan inzien dat haar oude leven er uit bestond hoe ze naar zichzelf keek en de verkeerde patronen die hieruit volgden. Haar nieuwe positie is er niet om de oude Sofia van haar problemen te verlossen, zodat ze als gebalanceerd mens door het leven kan. Maar haar dood en opstanding met Christus maken haar tot een nieuw mens, die in nieuwheid van leven gaat wandelen. In deze nieuwe kleding gaat ze leren om te leven tot Gods eer.

Nieuw denken
De stem van Christus is gehoord. Hij heeft je geroepen van de dood tot het leven en je hebt je vertrouwen op Hem gesteld. Ten derde moet de nieuwe mens die met Christus is opgestaan vernieuwd worden in de geest van zijn denken (Efeze 4:23). Door de Heilige Geest zal de houding, emoties en het handelen van de mens worden geplaatst onder de geest van een vernieuwd denken. Maar de vraag kan oprijzen: “Hoe kom ik tot dit vernieuwde denken?” Het antwoord is om je gedachten constant te vullen met geestelijke, eeuwige, hemelse waarheden. Je denken wordt vernieuwd door de ongeziene waarheden, die een eeuwige heerlijkheid hebben en die alles zullen overtreffen. We worden in de Bijbel opgeroepen om de dingen van boven te bedenken, waar Christus is en niet die van de aarde. Het opgestaan zijn en het daaruit voortvloeiende zijn ‘in Christus’ bepaalt ons niet zozeer bij ons hier en nu, maar zal ons denken meer en meer veranderen, zodat we gaan leven voor Gods heerlijkheid.
In het begin probeerde Sofia haar leven op orde te houden door het goede gevoel van het zijn ‘in Christus’. “Hij geeft Zijn liefde aan mij en dus mag ik mij gewaardeerd voelen.’’ Maar vaak hield zij dit gevoel niet vol en was haar geestelijk leven instabiel. Door te gaan zien dat ze met Christus opgestaan is in een nieuw leven, leert ze Gods onwrikbare waarheden te omarmen in plaats van te zoeken naar gevoelens die haar zelfwaardering moeten versterken. Haar denken wordt vanuit het Woord steeds meer bepaald bij God en Zijn eeuwige waarheden en hierdoor kent zij haar positie en verlangt daaruit te leven.

Nieuwe levensstijl
Als er wordt gesproken over het zijn ‘in Christus’ dan wordt er veel nadruk gelegd op dat wat wij hebben gekregen in Christus. Als laatste moeten we gaan leren dat het niet zozeer gaat om de gaven die wij hebben ontvangen, maar om de daden van Christus. Dit betekent dat onze liefde, blijdschap, vrede en kracht niet alleen gaven zijn van Christus. De blijdschap, vrede, liefde en kracht van Christus is geworteld en geënt in de realiteit dat het leven van Christus in ons is (Efeze 4:24).
Ons leven is met Christus verborgen in God. Als wij met Christus zijn opgestaan dan is Zijn liefde onze liefde, Zijn vrede is onze vrede, Zijn blijdschap is onze blijdschap en Zijn kracht is onze kracht. Niet ik, maar Hij in mij. Het zijn ‘in Christus’ wordt niet bepaald door een gave die zo af en toe werkt, maar door een leven in geloof in de Zoon van God. Ik vertrouw erop dat het Christus’ eigen liefde, blijdschap, vrede en kracht is die in mij opwelt. Want ik ben van Christus en Christus is van God (1 Korinthe 3:23). Dit is onze nieuwe levensstijl en dit bepaalt onze identiteit tot Gods eer.

Sofia is door de vernieuwing in haar denken steeds meer gaan zien dat ze een eenheid met Christus is. Ze strekt zich niet meer uit naar goede gevoelens. Nee, ze is gaan zien dat ze door haar opstanding met Christus deel is van Zijn lichaam. Het zijn ‘in Christus’ is een geheel nieuw leven en de liefde, vrede, blijdschap en kracht van de Heere Jezus wordt zichtbaar in haar leven. Hierdoor kan Sofia nu leven ‘in Christus’, en dat niet voor haar eigen welbevinden, maar tot eer van God.

Martin Penning