Iedereen Christus’ vrede toewensen?

Theo Niemeijer • 94 - 2018 • Uitgave: 14
In onze gemeente wensen wij, voordat het Heilig Avondmaal begint, elkaar de vrede van Christus toe. Is er verschil tussen de vrede in Christus en de vrede van Christus? (H. v. N. te W.)

De vrede van Christus wordt door christenen heel verschillend ervaren. De één ervaart deze vrede meer dan de ander. De mate waarin we de vrede van Christus in ons dagelijks leven ervaren, heeft te maken met de mate van ons geestelijk leven. Wanneer we dagelijks met Hem leven en onszelf aan Hem toegewijd hebben, zullen we veel meer van deze vrede kunnen genieten dan wanneer we Hem niet zo serieus in ons leven nemen en meer rekening houden met onze eigen begeerte dan met Zijn wil. Juist in beproevingen blijkt dan wanneer de vrede van de Here Jezus in je hart regeert. ‘Hij is onze vrede’ lezen we in Efeziërs 2:14, ook in moeilijke beproevingen. De vrede van Christus tilt ons boven onze problemen uit en zal onze harten en gedachten behoeden (Filippenzen 4:7). Deze vrede mag je elkaar toewensen en wat mooi dat u dit voorafgaand aan de Avondmaalsviering doet. Het woord ‘vrede’ (‘Sjaloom’ in het Hebreeuws en ‘Eirene’ in het Grieks) heeft een veelvoudige betekenis. ‘Vrede’ (Sjaloom) wordt in Israël als groet gebruikt, maar betekent ook voorspoed, vriendelijkheid, rust, heelheid, heilzaam, heil, welstand, welzijn, gaafheid, enz. Met ‘vrede’ wens je iemand het allerbeste toe, wat je maar kunt wensen! Met de ‘vredewens’ wens je elkaar niet zomaar het beste toe, je wenst elkaar Christus toe, want ‘Hij is onze vrede’ (Efeziërs 2:14).

Onze positie
De vrede in Christus heeft meer te maken met onze positie ten opzichte van God. Buiten Christus zijn we vijanden van God. In Christus wordt de vijandschap weggenomen en worden we met God verzoend. In Hem zijn we met een heilig en rechtvaardig God verbonden. In Jesaja 59:2 lezen we: ‘Uw ongerechtigheden zijn het, die scheiding brengen tussen u en uw God, en uw zonden doen Zijn aangezicht voor u verborgen zijn.’ In Jesaja 53:5-6 lezen we dat de Here God al onze zonden en ongerechtigheden op Hem (het Lam van God) neer deed komen en dat Hij voor onze zonden en ongerechtigheden de straf gedragen heeft. Alleen door het geloof in de Here Jezus, waarin we persoonlijk aanvaarden dat Christus voor ons de plaats aan het kruis innam en voor onze zonden de straf droeg, wordt de scheiding tussen de Here God en ons overbrugd en krijgen we contact met God. In Christus hebben we vrede met God ontvangen. Alleen in Hem kunnen we de Here God ontmoeten en worden we opgenomen in het huisgezin van God en wordt Hij onze hemelse vader! Buiten Christus om kun je geen ontmoeting met de Here God hebben en zal God altijd voor ons verborgen blijven. Alleen in Christus komt God ons tegemoet. Wie is de Here God voor u? Is Hij door de ‘vrede in Christus’ ook uw liefhebbende Vader geworden waarmee we dagelijks omgang hebben?

Zo heeft dus de vrede in Christus meer te maken met onze positie, die voor alle christenen hetzelfde is, en de vrede van Christus met ons dagelijks leven, hoe we ons leven met de Here ervaren.


In Johannes 3 vinden we het bekende gesprek dat de Here Jezus met Nicodemus heeft. Sommige menen dat de verzen 1-15 de persoonlijke woorden van de Here Jezus zijn en dat de apostel Johannes zelf het bekende vers 16 als een soort samenvatting hieraan toevoegt. Kan dit juist zijn? (H. v. N. te W.)

Antwoord:
Het Johannes-evangelie is beduidend anders geschreven dan de andere drie evangeliën. Matteüs, Marcus en Lucas zijn fragmentarisch geschreven en beschrijven met name kort en bondig de vele gebeurtenissen tijdens het aardse leven van de Here Jezus. In het Johannes-evangelie gaat het veel meer over de gesprekken die Jezus met verschillende mensen gehad heeft en de getuigenissen van Hem Zelf. Het meeste van het Johannes-evangelie vind je dan ook niet terug in de andere evangeliën.
Johannes heeft zijn evangelie dan ook veel later geschreven dan de andere evangelisten. Velen gaan er vanuit dat Johannes pas op hoge leeftijd, vlak voor de eerste eeuwwisseling, zijn verslag over het aardse leven van zijn Meester schreef.

Andere evangeliën
Hij schrijft zijn evangelie voornamelijk aan de gelovigen die al vele jaren samenkwamen in de verschillende gemeenten, zoals de gemeente in Efeze, waar Johannes zelf jaren lang als leidende oudste actief was. Toen hij zijn evangelie schreef waren de overige drie evangeliën bij de christenen al lang bekend en veel gelezen! Soms merk je dit ook bij het lezen van het Johannes-evangelie, dat hij daar van uitging. Zo heeft Johannes het in 6:70 over ‘de twaalven’, die Jezus uitgekozen heeft, terwijl je in het Johannes-evangelie alleen kunt lezen over de roeping van Andreas, Petrus, Filippus en Nathanaël (1:35-52). Johannes ging er dus vanuit dat de gelovigen via de andere evangeliën ervan op de hoogte waren dat de Here Jezus niet vier, maar twaalf apostelen uitgekozen had!
In dit Johannes-evangelie vinden we ook hele gesprekken die de Here Jezus met enkelingen voert, zoals het gesprek met de Samaritaanse vrouw en Nicodemus. Natuurlijk vraag je jezelf dan af of Johannes bij dit gesprek aanwezig geweest is en hoe hij dit gesprek na vele jaren nog zo woordelijk op kon schrijven?
Wat dit betreft lijken Mozes en Johannes veel op elkaar. Mozes heeft de eerste vijf boeken van de Bijbel geschreven en Johannes schreef, naar de tijd gerekend, de laatste vijf boeken van de Bijbel (zijn evangelie, de drie brieven en het boek Openbaring) en zijn als laatsten aan de Bijbel toegevoegd. Beiden schrijven ze over zaken waar niemand anders aanwezig geweest is en waren ze als geen ander ingewijd in het verborgene van de Here God. Mozes, vertrouwd als geen ander in Gods aanwezigheid, Johannes de geliefde apostel, die aan de ‘boezem van de Here Jezus lag’.

De Here geeft antwoord
Zeer waarschijnlijk is Johannes bij dit gesprek met Nicodemus aanwezig geweest. Het is Gods Geest, die hem na vele jaren de woorden in herinnering gebracht heeft. In Johannes 16:13 lezen we over de ‘Geest der waarheid’ die ons de weg tot de ‘volle waarheid’ wijst. De ‘volle waarheid’ is hier een heenwijzing naar het volmaakte Woord van God. In de tijd van de apostelen werd het Oude Testament met het Nieuwe Testament aangevuld tot de ‘volle waarheid’. Om dit te kunnen doen, heeft de Heilige Geest zijn apostelen (Matteüs, Johannes, Petrus en Paulus) en de profeten (Marcus, Lucas, Jakobus en Judas) geïnspireerd en de weg tot ‘de volle waarheid’ gewezen, waarmee de Bijbel compleet werd.
Ik ben dan ook niet van mening dat het in Johannes 3 vanaf vers 16 om de woorden van Johannes gaat. Op de drie vragen die Nicodemus aan de Here Jezus stelt, lezen we tot driemaal toe: ‘En Jezus antwoordde en zeide tot hem’ (vers 3, 5 en 10). Het is de Here Jezus Zelf die Nicodemus antwoord geeft op zijn vragen, waaraan Johannes zelf niets toevoegt. In zijn brieven – en dan met name in 1 Johannes 5 – zien we hoe Johannes de wedergeboorte verder omschrijft en uitlegt, maar dat doet hij niet in Johannes 3, daar is de Here Jezus alleen aan het woord!

Theo Niemeijer