Horen en begrijpen is niet genoeg - Spreuken 8:32a, 35a
‘Nu dan, luistert naar Mij – Want wie Mij vindt, heeft het leven gevonden’ (Spreuken 8:32a,35a).
We hebben in de vorige hoofdstukken van Spreuken veel gelezen over de wijsheid, maar hoofdstuk 8 overtreft al het voorgaande. Het is één grote lofzang op de Wijsheid. De climax is echter vers 32-36. Want alle prachtige dingen die we hebben gelezen, hebben geen enkele waarde als we er niet door in actie komen! Als het ons er niet toe brengt voor de Wijsheid te kiezen, heeft al het moois geen enkele waarde.
U kent vast wel de gelijkenis van de twee mannen die beiden een huis bouwen. De een bouwt een huis op de rots, de ander op het zand. Als de storm komt, blijft het ene huis stevig staan en zakt het andere huis in elkaar. Stormen komen er vroeg of laat in elk leven. Dan komt het erop aan: blijven we overeind staan of… gaan we omver?
Wat is het geheim van de wijze man? Waarom staat zijn huis vast? Wanneer bouwen we ons leven op de rots en wanneer op het zand? Leest u het eens in Matteüs 7:24-27. Veel mensen denken dat de wijze man de gelovige is en de dwaze de ongelovige. Maar we zien in dit gedeelte dat beiden het Woord van God horen. Het grote verschil is dat de een er naar handelt en de ander niet!
Het ‘luistert naar Mij’ van ons vers in Spreuken houdt veel meer in dan het aanhoren van al het mooie en dichterlijke van dit prachtige hoofdstuk. Het hele hoofdstuk is geschreven opdat we er iets mee zullen doen. Het Bijbelse luisteren is horen én doen. Pas als we voor de Wijsheid, de Here Jezus, kiezen en Hem gehoorzamen, vinden we het Leven. Het is niet genoeg de woorden van de Here Jezus te horen en ze te begrijpen of ze te horen en te onthouden. Sommigen horen de Wijsheid, spreken er zelfs over en strijden ervoor. Maar het brengt hen pas het Leven als ze zelf doen wat ze verkondigen.
Er loopt een onzichtbare scheidslijn tussen de mensen: zij die Gods Woord horen en doen; en zij die het horen, maar niet doen. Bij welke groep hoort u?
De grote dag komt waarop die onzichtbaarheid opgeheven wordt. Dan wordt onze keuze openbaar. ‘Niet een ieder die zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil van de Vader die in de hemelen is’ (Matteüs 7:21).
Els ter Welle
We hebben in de vorige hoofdstukken van Spreuken veel gelezen over de wijsheid, maar hoofdstuk 8 overtreft al het voorgaande. Het is één grote lofzang op de Wijsheid. De climax is echter vers 32-36. Want alle prachtige dingen die we hebben gelezen, hebben geen enkele waarde als we er niet door in actie komen! Als het ons er niet toe brengt voor de Wijsheid te kiezen, heeft al het moois geen enkele waarde.
U kent vast wel de gelijkenis van de twee mannen die beiden een huis bouwen. De een bouwt een huis op de rots, de ander op het zand. Als de storm komt, blijft het ene huis stevig staan en zakt het andere huis in elkaar. Stormen komen er vroeg of laat in elk leven. Dan komt het erop aan: blijven we overeind staan of… gaan we omver?
Wat is het geheim van de wijze man? Waarom staat zijn huis vast? Wanneer bouwen we ons leven op de rots en wanneer op het zand? Leest u het eens in Matteüs 7:24-27. Veel mensen denken dat de wijze man de gelovige is en de dwaze de ongelovige. Maar we zien in dit gedeelte dat beiden het Woord van God horen. Het grote verschil is dat de een er naar handelt en de ander niet!
Het ‘luistert naar Mij’ van ons vers in Spreuken houdt veel meer in dan het aanhoren van al het mooie en dichterlijke van dit prachtige hoofdstuk. Het hele hoofdstuk is geschreven opdat we er iets mee zullen doen. Het Bijbelse luisteren is horen én doen. Pas als we voor de Wijsheid, de Here Jezus, kiezen en Hem gehoorzamen, vinden we het Leven. Het is niet genoeg de woorden van de Here Jezus te horen en ze te begrijpen of ze te horen en te onthouden. Sommigen horen de Wijsheid, spreken er zelfs over en strijden ervoor. Maar het brengt hen pas het Leven als ze zelf doen wat ze verkondigen.
Er loopt een onzichtbare scheidslijn tussen de mensen: zij die Gods Woord horen en doen; en zij die het horen, maar niet doen. Bij welke groep hoort u?
De grote dag komt waarop die onzichtbaarheid opgeheven wordt. Dan wordt onze keuze openbaar. ‘Niet een ieder die zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil van de Vader die in de hemelen is’ (Matteüs 7:21).
Els ter Welle