Hoop op God

Martin Penning • 92 - 2016 • Uitgave: 20
‘Wij moeten er het beste maar van hopen’ is een uitdrukking die nog wel eens gebruikt wordt. In deze uitspraak zit een zekere mate van onzekerheid. Men is toch niet helemaal zeker van een goede afloop. Wat is hoop? Hoe spreekt de Bijbel over hoop en wat zijn de gevolgen voor ons leven?

Na het lezen van dit ‘eindtijdnummer’ zou de moed je in de schoenen kunnen zinken. Of het nu gaat om christenvervolging, de schepping of de financiële situatie, het ziet er hopeloos uit. De mogelijkheid bestaat dat je er toch wat mismoedig van wordt en er herkenning is in de woorden van Psalm 42: ‘Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en bent u onrustig in mij?’ (vers 6).

Wat is hoop?
Het is goed om eerst de vraag te stellen ‘wat is hoop?’ Hoop is te omschrijven als ‘een verlangen van iets goeds voor de toekomst’. Bijvoorbeeld: ‘Ik hoop dat de trein op tijd komt’ of ‘Ik hoop dat het vliegtuig veilig landt,’ In beide voorbeelden zit echter een bepaalde mate van onzekerheid. Het is niet zeker dat de trein op tijd komt of dat het vliegtuig veilig landt.
Maar twijfel over de toekomst of onzekerheid over de afloop zijn niet de kenmerken van de Bijbelse hoop. Bijbelse hoop is niet een onzeker verlangen naar iets goeds in de toekomst. Een mooie definitie van Bijbelse hoop is ‘het in vertrouwen verwachten en verlangen naar het goede in de toekomst’. Hoop op God is niet je vingers kruisen en het beste er maar van hopen. Het betekent zekerheid, of zoals William Carey (1761-1834) het verwoordde: “Verwacht grote dingen van God. Onderneem grote dingen voor God.”

Goede hoop uit genade
Het is God Zelf die hoop heeft gebracht. Dat heeft Hij mogelijk gemaakt omdat de zaligmakende genade is verschenen (Titus 2:11). De Heere is ons in onze geestelijk dode toestand, tegemoet gekomen. Dat is genade: onverdiende gunst en hulp. Deze genade van God is zaligmakend (Grieks: ‘soterios’): reddend, behoudend, verlossend, heilbrengend. Door de zondeval is er geestelijke duisternis ontstaan in alle mensenharten. Door de komst van Gods Zoon is Gods licht weer gaan schijnen in harten van mensen die de Heere Jezus erkennen als Redder en Heer van hun leven. God presenteert in de duisternis, door Zijn Zoon, Zijn liefde in redding en verzoening. Als God niet genadig was, hadden wij geen hoop. Maar omdat God een genadig God is, is er voor ons mensen ‘goede hoop’.
‘En onze Heere Jezus Christus Zelf en onze God en Vader, Die ons heeft liefgehad en ons een eeuwige troost en goede hoop gegeven heeft uit genade’ (2 Tessalonicenzen 2:16).
Paulus spreekt hier tegen mensen die zich hebben overgegeven aan de Heere Jezus. Zij kunnen zeggen: ‘Onze Heere Jezus Christus’. Deze mensen vertrouwen op God als hun Vader. Onze hoop is geworteld in de genade van God. Goede hoop uit genade is een gift van God en is voor diegenen die door het geloof behoren tot de Heere Jezus Christus.

Een levende hoop
Om deze hoop te kunnen aanvaarden is er wel een operatie nodig. De allerbeste Chirurg is bereid de operatie uit te voeren bij mensen die aan een hopeloos hartfalen leiden. Zijn genadige karakter verlangt ernaar om te helen en te genezen. Het instrumentarium voor de operatie ligt ook klaar en dat is het werk, de dood en opstanding, van Zijn Zoon. Maar hoewel de Chirurg klaarstaat en Zijn gereedschap klaarligt, heeft de patiënt nog steeds geen hoop. De hoop kan pas plaatsvinden als de borstkas opengaat en het probleem weggenomen wordt. In geestelijk opzicht moet er echt door de Chirurg geopereerd worden. De ziekte en geestelijke blokkades moeten weggenomen worden.
Om vanuit de hoop te leven moet de patiënt opnieuw geboren worden en wordt hij een ‘levende hoop’. Het is enorm belangrijk voor ons om dit te beseffen. Dit is van levensbelang! Je kunt namelijk weten dat de Chirurg een verlangen heeft je te opereren en je hebt ook in de operatiekamer gekeken en het instrumentarium gezien. Toch ben je dan nog geen levende hoop, omdat de operatie nog niet heeft plaatsgevonden. Een levende hoop word je op basis van wedergeboorte. Zonder wedergeboorte is er geen hoop op eeuwig leven.

De vrucht van hoop
Hoop is te vergelijken met het beeld van een boom. De grond waarop de boom staat en daar waar de boom geworteld is, is de genade van God en het werk van de Heere Jezus. Het uitlopen van de boom gebeurt door de wedergeboorte. Dit is het begin van de hoop. De takken zijn de heerlijke beloften die gegeven zijn aan mensen die een levende hoop zijn. Beloften zoals; we zullen de Heere Jezus eens zien van aangezicht tot aangezicht of we ontvangen een vernieuwd lichaam. Als je zo als een levende hoop in dit leven staat, ga je ook vrucht dragen. Te denken valt aan vier soorten vruchten:
1. Hoop draagt de vrucht van blijdschap voort.
‘Verblijd u in de hoop’ (Romeinen 12:12).
2. Hoop draagt de vrucht van liefde voort.
‘Omdat wij gehoord hebben van uw geloof in Christus Jezus en van de liefde die u hebt voor alle heiligen’ (Kolossenzen 1:4).
3. Hoop draagt de vrucht van moed voort.
‘Omdat wij dan een dergelijke hoop bezitten, gaan wij met veel vrijmoedigheid te werk’ (2 Korintiërs 3:12).
4. Hoop draagt de vrucht van volharding voort.
‘Wij danken God altijd voor u allen, wanneer wij aan u denken in onze gebeden, en zonder ophouden denken aan het werk van uw geloof, de inspanning van uw liefde en de volharding van uw hoop op onze Heere Jezus Christus, voor het aangezicht van onze God en Vader’ (1 Tessalonicenzen 1:2-3).

Een gelukkige hoop
In een wereld waar, door het werk van de duisternis, zoveel hopeloosheid is, zijn de gelovigen de meest gelukkige mensen. Dit komt omdat wij in vertrouwen verwachten en verlangen naar het goede in de toekomst. De hoop waaruit wij leven is een gezegende hoop. Voor gelovigen is het moment dat de Heere Jezus Zijn gemeente komt halen het moment dat we de grote God en Zaligmaker Jezus Christus zullen zien (Titus 2:13). Dat is een gezegende ontmoeting, omdat we door het werk van de Heere Jezus niet meer onder het oordeel vallen. Wij ontmoeten in de lucht niet onze Rechter, maar onze Redder.
Het is ook een zichtbare hoop. Toen de Heere Jezus hier op aarde leefde wilden mensen Hem zien. Stel je eens voor dat wij de Heere Jezus eens zullen zien van aangezicht tot aangezicht en wij Hem zullen zien zoals Hij is. Om Zijn stem te mogen horen die zegt: “Goed gedaan goede en trouwe slaaf!”
Als laatste is de gelukkige hoop ook een glorieuze hoop. We zullen bij de opname van de gemeente niet de lijdende Knecht ontmoeten, maar de verheerlijkte Christus op Zijn troon in heerlijkheid en majesteit.

Martin Penning