Hoogmoed: een trots hart

Martin Penning • 95 - 2019 • Uitgave: 9
In het pastoraat krijg je te maken met conflictsituaties. Dit kunnen conflicten zijn in het persoonlijke leven, in het huwelijk of binnen het gezin. Ook wordt er een beroep gedaan op pastorale counselors om te bemiddelen bij moeilijke situaties in gemeenten of christelijke organisaties. Regelmatig is de wortel van deze conflicten 'hoogmoed'.

De Bijbel geeft aan dat hoogmoed een kwaal van het hart is en het diepste wezen van de zonde: ‘Een hooghartige oogopslag en een trots hart - het pas ontgonnen land van goddelozen - zijn zonde’ (Spreuken 21:4). ‘Al wie hooghartig is, is voor de Heere een gruwel. Hand op hand: hij zal niet voor onschuldig gehouden worden’ (Spreuken 16:5).
Al voor de schepping was het de satan die in zijn hoogmoed zich boven God wilde verheffen. Het is de mens die aan het begin van de schepping gelijk aan God wilde zijn. Tweemaal is een schepsel het niet eens met de positie die het heeft ontvangen en in opstand komt tegen de afhankelijkheid van Zijn Schepper. Het gevolg is hoogmoed in het hart. In het wezen van ieder mens zit deze zondige wortel van 'hoogmoed'. Ieder kent de momenten van ‘dit ben ik’, ‘dit heb ik bereikt’, ‘dit heb ik gedaan’ en ‘word ik wel gezien?’. De trotse mens uit zich in iedereen. Het gevolg van deze houding is dat je vaak minderwaardig over anderen denkt, denigrerend over hen spreekt en roddel ligt dan gemakkelijk op de loer.

Diagnose
Er zijn maar weinig mensen die in een bepaalde situatie direct erkennen dat ze hoogmoedig zijn en dat zij met hun trotse houding het probleem van het conflict zijn. Toch kunnen er wel symptomen zichtbaar worden van deze hartkwaal: ongehoorzaamheid, onafhankelijkheid, hardheid, zelfgenoegzaamheid, zelfbeschikking, zelfverheerlijking, eer van mensen zoeken.
Niet altijd is hoogmoed even goed te diagnosticeren. Hoogmoed ziet er soms ook uit als het doen van goede werken en ogenschijnlijke nederigheid die zich vertoont om goedkeuring van mensen te verwerven. Hoogmoed is al aanwezig in het verlangen om zelfs in goede dingen sporen na te willen laten die aan jouw naam herinneren, ook al gebruik je daarbij de Naam van God. Je drukt een stempel die duidelijk maakt dat jij dit mede tot stand hebt gebracht. Je verlangt naar eer.

Paulus
Ook Paulus is voor zijn bekering een trots man. In het boek Handelingen legt hij een aantal keer getuigenis af van zijn bekering. Maar in Filippenzen 3 maakt hij aan zijn lezers duidelijk wat er innerlijk met hem gebeurd is.
‘Maar wat voor mij winst was, dat heb ik om Christus' wil als schade beschouwd’ (Filippenzen 3:7). Allereerst was hij trots op zijn afkomst (Filippenzen 3:4). Hij is opgegroeid in de bovenste laag van de samenleving en komt van goede huize. Hij is intelligent en heeft gestudeerd aan de voeten van Gamaliël. De juiste godsdienstige richting, daar was hij bij aangesloten en hij had er alles voor over om die te beschermen.
Ten tweede kun je van Paulus zeggen dat hij een werklustig en ijverig man was (Filippenzen 3:6). Hij zet zich geheel in voor een zuiver geloof. Hij ging er op uit om mensen, die van 'de Weg' waren, te vervolgen en hij had daarin een prominente rol en verantwoordelijke taak.
Naast zijn afkomst en zijn ijver was Paulus een man met een hoge morele standaard. Hij zegt in Filippenzen 3:6 'wat de rechtvaardigheid betreft die in de wet is, onberispelijk'. In eigen ogen was hij voor zijn bekering een onberispelijk man. Hij zou met de Farizeeër uit Lukas 18 kunnen zeggen: 'God, ik dank U dat ik niet zo ben zoals de andere mensen'. Kortom er was geen betere man dan Paulus te vinden om voor de opgedragen taak op weg te gaan naar Damascus.
Hoogmoed in het leven van een mens zou je als volgt kunnen omschrijven: Hoogmoed zet zichzelf in de schijnwerpers. Hij heeft een hoge pet op van zichzelf en vindt het belangrijk wat anderen over hem denken. Hij is bezorgd over zijn reputatie en werkt om zijn goede naam te beveiligen. Hij vergelijkt zich met anderen om daar voordeel uit te halen. Hij vecht tegen verlies van reputatie en aanbidt de afgoden van zelfaanvaarding en aanvaarding door anderen. Hij is nooit tevreden.

Tegenstelling
Op weg naar Damascus is er een ontmoeting tussen de trotse man Paulus en de Heere Jezus. Hier ontmoeten hoogmoed en nederigheid elkaar. Hij die rijk was en arm is geworden, Hij Die Zichzelf ontledigd heeft, door de gestalte van een slaaf aan te nemen, Die Zichzelf vernederd heeft en gehoorzaam geworden is tot de dood (Filippenzen 2:6-8). Er is geen grotere tegenstelling te vinden tussen de nederige Zoon van God en de hoogmoedige Farizeeër.
Op de weg naar Damascus komen ze elkaar tegen. De blinde ogen van Paulus worden geopend en zijn gaan zien dat hij op dingen heeft vertrouwd die geen enkele waarde hadden en die hem nooit konden redden. Zijn ogen zijn geopend voor de werkelijkheid dat hij van zichzelf niets heeft en dat er buiten de genade van God niets is.

Grote gevolgen
Deze persoonlijke ontmoeting met de Heere Jezus heeft de hoogmoedige Paulus geheel veranderd. Hij heeft vertrouwd op zijn afkomst, maar het is voor hem vuilnis. Hij weet nu dat hij alleen in Gods genade kan roemen. Zijn ijver voor de Heere brengt hem niet dichter bij God. Vergeving en genezing vinden alleen plaats door het bloed van Gods Zoon. Ook zijn eigen rechtvaardiging is onvoldoende en Paulus heeft door de ontmoeting met de Heere Jezus geleerd dat het maar om één ding gaat: 'opdat ik Hem mag kennen' (vers 10).

Liefde en kracht
Hoogmoed is de wortel van de zonde en maakt een relatie liefdeloos en krachteloos. Daar waar hoogmoed en trots worden afgelegd en het leven van de Heere Jezus in nederigheid wordt geleefd, zal onderlinge liefde en kracht, door het werk van de Heilige Geest, zichtbaar worden.
Nederigheid geeft God de eer in alles. Nederigheid is de gezindheid van mensen die beseffen dat je door genade bent behouden en dat niets van wat je tot stand brengt eigen werk is. Nederigheid is bevrijd van egocentrisme en van onafhankelijk denken. Nederigheid werpt alle kronen aan Zijn voeten en zoekt geen eer voor zichzelf.

Martin Penning