Hoelang moet een preek duren?
En er waren veel lampen in de bovenzaal…
In de Bijbel staan vele namen van mensen. Naast de meer bekende zijn er ook de namen van mensen die maar één keer, in het voorbijgaan, voorkomen. Zo’n naam is die van Eutychus die we tegenkomen in Handelingen 20:7-12. Hem overkwam iets waardoor hij als tiener bekendheid kreeg.
Als we de geschiedenis trachten te reconstrueren, dan is hij in Troas waarschijnlijk samen met zijn ouders in een bovenzaaltje aanwezig geweest om Paulus te horen spreken over het Evangelie van Jezus Christus. Paulus verbleef zo’n zeven dagen in die plaats van Klein-Azië op doorreis naar andere gebieden die hij op het oog had om daar het Evangelie te verkondigen. Voor die gemeente daar een belangrijke gebeurtenis op die avond!
Tekort aan zuurstof
Ik las in een betrouwbaar commentaar over hoe we het ons moeten voorstellen. ‘Het was een afgeladen vergaderruimte’, waar Eutychus in het raamkozijn had plaatsgenomen. Er staat in die bewuste passage van het boek Handelingen dat Paulus ‘disputeerde tot middernacht’. Eigenlijk zegt het commentaar dat hij het gesprek ‘rekte’ tot in de kleine uurtjes. Het was een levendig gesprek waaraan ieder kon deelnemen via vraag en antwoord. Lukas weet zich nog een belangrijk detail te herinneren: ‘En er waren veel lampen in de bovenzaal waar zij bijeen waren…’ Het werd daar met zoveel mensen een bedompte ruimte met een toenemend tekort aan zuurstof. Eutychus, hoewel in het raamkozijn zittend, werd bevangen door een warme luchtstroom met een mix van bedorven lucht en rook van walmende vlaspitten, die het raam uitging. Het kon niet uitblijven: hij viel in diepe slaap en al slapend viel hij uit het raam van de derde verdieping naar beneden.
Het commentaar, dat ik raadpleegde, vestigt er de nadruk op dat waar in sommige vertalingen staat dat hij ‘dood werd opgenomen’, de onterechte suggestie zou kunnen worden gewekt dat hij niet echt dood was. Het Grieks laat echter geen ruimte voor misverstanden: Eutychus was niet ‘als dood’, maar echt verongelukt. Hij was bij zijn val van de derde verdieping werkelijk omgekomen, ook al zegt Paulus: ‘zijn ziel is in hem’.
Niet lang moeten preken
Wat zo’n geschiedenis uitwerkt, is dat de apostel Paulus – door tot in de nachtelijke uurtjes vol te houden met zijn uiteenzettingen – min of meer de schuld van dat tragische ongeval krijgt. “Had hij maar zo lang niet moeten preken”, is het verwijt dat hem treft. Daarop voortbordurend, is dat ook wat jongeren (en misschien ook ouderen) te berde brengen als het om hedendaagse kerkdiensten gaat. Zij zitten dan de preek uit en vervelen zich stierlijk. ‘Het boeit niet’, is het commentaar dat ze leveren.
In de coronatijd is er een drastische knip gekomen die blijvend lijkt te worden. Kerkenraden geven een signaal aan predikers af dat de diensten op een uur moeten worden gehouden en een preek niet langer dan twintig minuten mag duren, waarbij de schriftlezing en het gebed na de preek inbegrepen zijn. Per brief worden predikers daar over geïnformeerd met het vriendelijke verzoek om zich daaraan te houden, want mensen die de dienst per livestream volgen haken anders af en brengen de concentratie achter een beeldscherm niet op.
Concentratievermogen
Nu we met de pandemie weer in een meer normaal vaarwater komen, lijkt deze wijze van doen een permanent karakter te krijgen. Men wil eigenlijk niet terug naar het ‘oude normaal’. Inzichten van psychologen over het concentratievermogen van mensen hebben het pleit gewonnen. Mensen zouden namelijk door de bank genomen niet langer dan een minuut of tien aandachtig kunnen luisteren. Kerkenraden zijn beducht voor een massaal afhaken van jongeren die nu helemaal niet meer bereid zijn diensten ‘uit te zitten’. Als alles aan boodschappen en informatie, die jongeren tot hun bewustzijn toelaten, kort en flitsend moet zijn, is het gewoon teveel gevraagd om een preek van twintig minuten te verstouwen. Dat brengen zij niet meer op. Ook de paus heeft zich kortgeleden een voorstander getoond van tien-minuten-preken.
Kerken kunnen het zich niet veroorloven dit sentiment te negeren. Jongeren van onze tijd met andere namen dan Eutychus, moeten andere preken horen. Pakkend, prikkelend, humorvol, uitdagend en verrassend! Dat vereist een andere benadering van predikanten. Ze moeten hun preekstijl finaal omgooien en cursussen gaan volgen in entertainend preken.
Geestelijke armoede
Zou het echt? Is dit waar het heen moet? De theoloog Bernhard Reitsma schreef in een column in het Nederlands Dagblad: “Gelovigen die vervolgd worden, kunnen zich niet voorstellen dat je de Bijbel in een kerkdienst maar tien minuten opendoet.” Zij kijken verbijsterd op als dit hen verteld wordt over de situatie in de kerken van de westerse wereld. Wij mogen onszelf wel eens in de armen knijpen. Is het getuigenis van de kerk zo’n bloedeloze aangelegenheid geworden dat wij ertoe moeten overgaan inhoudsarme liflafjes en niemendalletjes aan te bieden om mensen maar niet te zeer te vermoeien met onderwijs dat van levensbelang is? Ik hoop echt dat dit niet de uitkomst is van een periode van corona, die ons eens te meer confronteert met onze geestelijke armoede, omdat we het geloof in de enige ware God niet meer boeiend vinden.
Zit het hem altijd in de lengte van de preek? Ik denk het niet. Zelf heb ik een bepaalde ervaring meegemaakt met een gastspreker in mijn eerste gemeente in het Friese Workum. Ik leidde de dienst en hij preekte. Die preek ging over enkele passages uit het Hooglied. Hij begon… en toen hij ‘amen’ zei, was er bijna een uur (!) verstreken, maar ik had geen moment op mijn horloge gekeken en naar later bleek, was dat bij vele bezoekers van de dienst het geval. De beleving van tijd valt weg, als mensen geboeid kunnen luisteren en de boodschap de aandacht weet vast te houden.
Het verhaal over Eutychus is trouwens met zijn dodelijke val niet afgelopen. Paulus wekt hem uit de dood op nadat de apostel hem omarmd heeft, net als oude profeten als Elia en Elisa ook hebben gedaan. Eutychus ging sound and safe weer naar huis.
Yme Horjus