Hoe ‘normaal’ is gemeentegroei?

ds. Yme Horjus • 89 - 2013 • Uitgave: 23
Sommigen hanteren het als een vanzelfsprekendheid: een gemeente die aan alle gezondheidseisen voldoet, hóórt te groeien. Daar zit dan een element in van automatisme. Als een organisme gezond is, dan is per definitie de groei gegarandeerd. Want de Here God verbindt daar hoogst persoonlijk Zijn zegen aan. Maar wát als de groei stagneert in een gemeente waar zo op het oog in geestelijk opzicht niet veel aan de hand lijkt te zijn?

Er ontstaat dan een zekere onrust als de getalsmatige groei achter blijft bij de verwachting; of als sommige mensen de gemeente gaan verlaten met niet voor iedereen duidelijke redenen; of als er ook een vacatureprobleem zichtbaar wordt voor taken en bedieningen in de gemeente. Er kunnen niet voldoende oudsten worden gevonden en ook lukt het niet om tienerleiders aan te werven, terwijl iedereen in de gemeente ervan doordrongen is dat het nodig is. Tot overmaat van ramp lopen de financiën ook nog eens terug. Bij sommigen slaat een bepaalde paniek toe: er is iets grondig mis met de gemeente, want wat in het verleden allemaal van een leien dakje ging, verloopt ineens heel stroef en moeizaam. Dat kan toch niet de bedoeling zijn van het werk van de Here! Groei en bloei horen standaard bij de voortgang van het Koninkrijk in deze wereld. En de gemeente is daarvan een heel zichtbare manifestatie!

Maakbaarheid
Het kan heel teleurstellend zijn als een gemeente een moeizame tijd doormaakt. Soms zijn we zo gewend (verwend?) geraakt aan de positieve ontwikkelingen binnen de gemeente, aan alle groei die door de jaren heen tot dankbaarheid stemde, dat het ons kan ontmoedigen als er plotseling de klad in komt. Dat moet ergens vandaan komen! Daar moet een oorzaak voor aan te wijzen zijn! Nee, de opmerking dat ‘waar de Heer zijn gemeente bouwt, de duivel er zijn kapel vlak tegenaan zet’, is niet voldoende. ‘Want in Hem zijn wij meer dan overwinnaars’, wordt dan triomfantelijk gezegd.
Het lijkt erop dat de ontmoediging die om zich heen grijpt, is ingegeven door de maakbaarheidshypothese. Als wij met elkaar de juiste dingen maar doen, kán het gewoonweg niet anders dan dat de groei onverstoorbaar moet doorgaan, is de gedachte. Als groei uitblijft, dan doen wij iets niet goed. Dan is er kennelijk een reden waardoor God Zijn zegenende hand van onze gemeente heeft teruggetrokken…

Gemeente in de problemen
Moeten wij hier niet spreken van de mythe van de voortgaande groei? Met andere woorden: mensen geloven soms ten onrechte dat een gemeente niet door zwaar weer kan heen gaan. Want de hand van God ligt toch beschermend en bewarend om de gemeente heen?, denken zij. Wat een misverstand om te menen dat een ongeremde en voortgaande groei hét zichtbare teken van Gods zegen zou zijn en het uitblijven daarvan het tegendeel! In tegenstand en strijd schuilt vaak méér zegen! Volharding is niet voor niets een Bijbels begrip, dat volop voorkomt in de brieven van Paulus. Zegt deze zelfde Paulus niet dat wij door vele verdrukkingen het Koninkrijk zullen binnengaan (Handelingen 14:22)? Hoe komen wij toch aan de mythe van de maakbaarheid en de vanzelfsprekendheid van de groei? Waarom denken wij toch steeds in termen van succes?
Laten wij bijvoorbeeld eens kijken naar de situatie van de oer-gemeente van Jeruzalem. Volgens Handelingen 8:1 brak er een hevige vervolging los die leidde tot desintegratie van die gemeente. Slechts de apostelen bleven over. Later lezen we bij Paulus over een collecte die hij instelde voor de gemeente van Jeruzalem, omdat zij armlastig was en er armoede heerste. Wat een contrast met dat fantastische begin waarin niemand gebrek leed omdat men alles met elkaar deelde. Een gemeente in de problemen! Geen groei, volop financiële problemen en wat er verder nog voor zorgen waren…

Onmisbare tools
Waar tegenwoordig nogal eens een beroep op wordt gedaan is een consultant of interimmer. Niet alleen in het bedrijfsleven, maar ook in kerken en gemeenten. Een kerk of gemeente laat dan door een consultant of interimmer onderzoeken waar de problemen liggen en waar de oplossing moet worden gevonden. Meestal gaat het dan om een gemeente die overhoop ligt door interne tegenstellingen en conflicten en zo iemand ‘van buiten’ moet de boel opschudden en knopen doorhakken. Ik denk dat deze consultant veel van zijn know-how aan het bedrijfsleven heeft ontleend en dat geeft tegelijkertijd mijn moeite weer met dit hedendaagse verschijnsel. Worden niet te snel bedrijfsmatige principes losgelaten op de gemeente, waarbij termen als efficiency en targets niet geschuwd worden en waarbij mogelijk zelfs geestelijke waarden die vanuit het Nieuwe Testament voor de gemeente gelden minder belangrijk worden geacht? De negenvoudige vrucht van de Heilige Geest zou ik zelf zo’n onmisbare tool vinden voor de gemeente om de problemen te lijf te gaan.
Wat is het toch merkwaardig dat de roep om iemand-van-buiten dan al gauw klinkt. Als we het zelf even niet meer weten, dan moet er een ‘deskundige’ opdraven, die Met-Verstand-Van-Zaken de boel weer los moet trekken, meestal ook nog eens tegen een aanzienlijk honorarium. Waarom zijn wij vergeten dat wij ook Iemand-van-binnen kunnen aanroepen, die nota bene de gemeente Zelf heeft gegrondvest en gebouwd? Waarom gaan wij dan niet in gebed? Waarom zoeken wij het aangezicht van de Here niet en kondigen een vasten af voor Zijn Naam? Een betere Deskundige is er niet te vinden en Hij zal ons Zijn wijsheid niet onthouden. En misschien zegt Hij ons wel dat wij door vele verdrukkingen het Koninkrijk zullen binnengaan…

Ds. Yme Horjus