Hoe kunnen we voorbereid zijn op Christus' komst? (1)

Jan Harmen Klein Haneveld • 90 - 2014 • Uitgave: 13
‘Zie, Ik kom spoedig en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden naardat zijn werk is!’ (Openbaring 22:12)

Toen Johannes de Heer in 1919 het tijdschrift ‘Het Zoeklicht’ oprichtte, was één van zijn doelstellingen het onderzoeken van de tekenen van de tijd. Hij zag het als een opdracht de mensen meer bekend te maken met de Bijbelse profetieën over de toekomst en de wederkomst van de Here Jezus. Deze profetieën hebben echter niet tot doel onze nieuwsgierigheid te bevredigen. Weinig onderdelen van Gods Woord hebben zo’n grote praktische waarde voor ons dagelijks leven. De verwachting van de wederkomst van de Here verandert ons hele leven.

Inleiding
In het laatste hoofdstuk van het laatste boek van de Bijbel zegt de Here Jezus tot tweemaal toe: ‘Zie, Ik kom spoedig!’ Het zijn de laatste woorden die Hij tot ons richt. Hoe gaan we daarmee om? Zijn we voorbereid op Zijn wederkomst? En wat betekent dat: voorbereid zijn op Zijn komst?
De Here Jezus waarschuwde Zijn volgelingen met de woorden: ‘Weest ook gij bereid, want op een uur, dat gij het niet verwacht, komt de Zoon des mensen’ (Matteüs 24:44). Wie de profetieën onderzoekt en de tekenen van de tijd verstaat, zal ontdekken dat de wederkomst van Jezus Christus heel spoedig zal plaatsvinden en dat het einde van de wereldgeschiedenis zeer nabij is . Maar niemand weet de dag of het uur. Als wij niet klaar zijn voor Zijn wederkomst, lopen we de kans dat we er door verrast zullen worden. Daarom wil ik in enkele artikelen ingaan op de belangrijke vraag: Hoe kunnen we ons voorbereiden op de wederkomst van Jezus Christus? Het zal duidelijk zijn dat het antwoord op die vraag in sterke mate afhangt van het feit of u een kind van God bent of niet.
Voor een ongelovige is de mededeling van de wederkomst van de Here een onheilspellende boodschap. Bij Zijn wederkomst zal de Here Jezus degenen die God niet kennen en het Evangelie niet gehoorzaamd hebben, straffen met een eeuwig verderf. Hij zal ze ver van Zich verwijderen. Hij zal hen verpletteren met een ijzeren knots, zo staat het in Psalm 2. Hun deel zal zijn in de ‘poel van vuur’ waarover geschreven staat in Openbaring 20.
Aan degenen die Christus nog niet hebben aangenomen heeft de Bijbel ten diepste maar één, zeer ernstige boodschap: “Bekeert u; haast u om de Here Jezus aan te nemen als uw Redder, opdat Hij niet als uw Rechter zal verschijnen!” Wees niet zo onachtzaam als de mensen in de tijd van Noach: ‘Want zij waren, etende en drinkende, huwende en ten huwelijk gevende, tot op de dag, waarop Noach in de ark ging en zij niets bemerkten eer de zondvloed kwam en hen allen wegnam. Zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn’ (Matteüs 24:38-39).

Hoe bereiden wij ons voor op de komst van Jezus Christus?

Het gehele dagelijkse leven van een christen wordt beïnvloed door zijn of haar verwachting van de wederkomst van de Here. Uit zeer veel Schriftplaatsen blijkt een direct verband tussen ons vooruitzicht op de wederkomst van de Here en de meest uiteenlopende aspecten van ons dagelijkse leven.

1. Waakzaamheid en nuchterheid
(1 Tessalonicenzen 5:4-6; Romeinen 13:11-12)
De Here komt terug: het is zaak dat we niet in slaap zijn gevallen bij Zijn wederkomst. We worden opgeroepen wakker te worden en nuchter te zijn. Dat houdt in dat we de werken van de duisternis afleggen en de wapenen van het licht aandoen. In zijn brief aan de Efeziërs noemt Paulus enkele van die werken van de duisternis: hoererij, onreinheid, hebzucht, onwelvoeglijkheid en zotte of losse taal (Efeziërs 5:3-4).
Onze verwachting van de komst van de Here Jezus moet ons dus ertoe brengen onze echtgenoot of echtgenote trouw te blijven, af te kicken van onze internet-(porno!) verslaving, onze belastingformulieren naar waarheid in te vullen, ons fatsoenlijk te gedragen en onze taal te kuisen! Dat heeft alles te maken met de praktijk van elke dag.
Daarnaast worden we aangemoedigd de wapenen van het licht aan te doen. In zijn brief aan de Tessalonicenzen omschrijft Paulus die: ‘maar laten wij, die de dag toebehoren, nuchter zijn, toegerust met het harnas van geloof en liefde en met de helm van de hoop der zaligheid’ (1 Tessalonicenzen 5:8). En uit de tegenstelling met het vers dat daaraan vooraf gaat, blijkt wel dat ook deze wapenen van het licht alles te maken hebben met onze praktijk van elke dag. Daar gaat het immers om hen die ’s nachts slapen en over hen die zich ’s nachts bedrinken. De reden dat wij die het licht toebehoren, ons anders moeten gedragen is dat God ons niet heeft voorbestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van zaligheid door onze Heer Jezus Christus. Aan ons gedrag zal dus te zien moeten zijn dat we op weg zijn naar ons Vaderhuis in de hemel.

2. Helder inzicht en fijngevoeligheid
(Filippenzen 1:9-10; 1 Johannes 3:3)
Uit deze en vele andere Schriftgedeelten blijkt, dat degene die de komst van de Here Jezus verwacht, voortdurend moet streven naar reiniging. Daarbij gaat het niet om de reiniging van onze zonden, die Christus voor ons tot stand gebracht heeft door Zijn bloed, maar om de reiniging van onze dagelijkse handel en wandel hier op aarde! Die handel en wandel dient gekenmerkt te worden door liefde, helder inzicht en fijngevoeligheid, om te onderscheiden waar het op aankomt. De Heilige Geest wil dat wij rein en onberispelijk zullen zijn wanneer de Here Jezus terugkomt om Zijn gemeente op te nemen. De enige manier waarop wij ons geestelijk kunnen reinigen is door Zijn Woord te lezen, te overdenken en te gehoorzamen.

3. IJver en trouw
(Matteüs 24:45-47; 25:19-21; 2 Korintiërs 5:9)
De Here Jezus vergelijkt Zijn discipelen met slaven van een heer die op reis is. Als hij terugkomt zal die heer rekenschap vragen van zijn slaven en hen belonen naar hun werken. Zo is het ook bij de wederkomst van de Here Jezus. Als Hij komt zullen wij voor Zijn rechterstoel worden geopenbaard en beloond. Let wel, het betreft hier niet het oordeel over onze zonden. Dát oordeel heeft al plaatsgevonden op het kruis van Golgotha. Nee, het gaat hier om een beoordeling van hetgeen wij gedaan hebben in Zijn dienst. Als wij ijverig en trouw zijn geweest, zullen we een hogere beloning krijgen dan wanneer wij er de kantjes van af hebben gelopen. De woorden van de Heer: ‘Mijn loon is bij Mij…’ zijn bedoeld als een aansporing om ons nog meer in te zetten in Zijn dienst.

4. Behoedzaamheid en onderscheid
(Matteüs 24:4-5; 2 Tessalonicenzen 2:1-3; 1 Johannes 4:1-6)
De Heilige Geest waarschuwt ons vele malen dat er in de laatste tijd, vlak voor de wederkomst van de Here, valse leraars en valse profeten zullen optreden. We moeten ervoor oppassen dat we niet misleid worden. Velen zullen komen en zeggen: “Ik ben de Christus!” Anderen zullen leren dat de dag van de Here al is aangebroken.
Hoe weten we dat we met misleiders te maken hebben? Hoe kunnen we de geest van de antichrist onderscheiden? Dat vraagt in de eerste plaats om behoedzaamheid. Niet blindelings achter iedere spreker aanhollen die je gevoel aanspreekt met zijn mooie woorden. Vervolgens moeten we alles wat zij ons vertellen toetsen aan Gods eigen Woord. En dan vooral ook het profetische Woord van God. Daarmee onderscheiden we het kaf van het koren. Dat kan echter alleen als we de Bijbel kennen door die te lezen en te overdenken en daarover met andere, bijbelgetrouwe gelovigen te overleggen.

Jan Harmen Klein Haneveld