Hij moet als Koning heersen
Hij moet als Koning heersen
De Evangeliën staan vol van de verwachting van het koningschap van de Here Jezus. Het begint al bij Maria: Hij zal als Koning over het huis van Jakob heersen tot in eeuwigheid meldde de engel Gabriël aan Mirjam (Maria). De prediking van Johannes de Doper draaide om het thema: Bekeert u, want het koninkrijk van de hemel is nabij gekomen (Matt. 3:2). Ook de Here Jezus Zelf begon zijn prediking met de proclamatie: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen (Matt. 4:17). De discipelen waren zo overtuigd van het komende Koninkrijk dat ze de ministersposten al onderling verdeelden (Matt. 20:20,21). Jezus sprak Nathanaël niet tegen toen hij Hem de Koning van Israël noemde (Joh. 1:49). De mensen wilden Hem met geweld Koning maken (Joh. 6:15) en tijdens de intocht in Jeruzalem riepen zij: De Koning van Israël (Joh. 12:13). De Heer Zelf sprak dat nooit tegen en beloofde de discipelen dat zij in zijn Koninkrijk zullen zitten op tronen, om de twaalf stammen van Israël te richten (Luc. 22:30). Het Koninkrijk stond op het punt door te breken. Bekering was nodig. Voor gelovigen en ongelovigen. Die boodschap klinkt ook nu. De Koning komt. Bekeert u!
Verwachting
Na de opstanding van Jezus kregen de discipelen nog zon 40 dagen intensieve bijbelstudie. Er bleef één vraag hangen: Here, herstelt U in deze tijd het koningschap voor Israël? (zie Hand. 1:3-6). De apostelen hadden kunnen weten dat het Koninkrijk van God niet direct openbaar zou worden; Jezus had hen gewaarschuwd (zie Luc. 16:11). Vandaar het ontwijkende antwoord van de Heer op de vraag van de apostelen. Die vraag over het Koninkrijk speelde bij hen al direct na de intocht in Jeruzalem. Toen werd Jezus geen Koning. Dit begrepen de discipelen niet, maar toen Jezus verheerlijkt was, herinnerden zij zich dat dit met het oog op Hem geschreven was (Joh. 12:16). Er was geschreven: Uw Koning komt tot u. Wat begrepen de apostelen na de Hemelvaart? Wel, dat de Here Jezus eerst de koninklijke waardigheid in de hemel in ontvangst zou nemen en dan als Koning van Israël zou terugkomen (zie Luc. 19:12). Zij verwachtten dat dit snel zou gebeuren. De N.T. brieven staan dan ook vol van de hoop op een spoedige wederkomst van de Heer. Paulus zegt: Wij levenden die achterblijven tot de komst van de Heer (1 Thess. 4:15). De schrijver van de brief aan de Hebreeën verwacht: Nog een korte, korte tijd en Hij die komt, zal er zijn en niet op Zich laten wachten (Hebr. 10:37). Jakobus troost zijn lezers met: De komst van de Heer is nabij (Jak. 5:8). Petrus roept uit: Het einde van alle dingen is nabij gekomen (2 Petrus 4:7). Ten slotte vermaant Johannes: Kinderen, het is de laatste ure (1 Joh. 2:18) en hij waarschuwt voor de komst van de antichrist. Die laatste ure, die korte tijd en dat einde van alle dingen duren nu al zon 1900 jaar. De boodschap van de komende Koning en Zijn Koninkrijk is ook in onze tijd weer zeer actueel geworden. Ons dagelijkse gebed Uw koninkrijk kome staat op het punt verhoord te worden.
Uitbreiding
De prediking van het Koninkrijk ging na de uitstorting van de Heilige Geest door. Philippus (Hand. 8:12) en Paulus (Hand. 20:25 en 28:23,31) brachten de boodschap van het Koninkrijk. Ook andere apostelen leggen ons heel wat uit over de aard van en de toegang tot het Koninkrijk. Onrechtvaardigen en afgodendienaars komen er niet in. Paulus waarschuwt de gelovigen, dat zij door veel verdrukkingen het Koninkrijk van God moeten binnengaan (Hand. 14:22). De geestelijke kant van het Koninkrijk benadrukt Paulus als hij zegt dat het koninkrijk van God niet uit woorden, maar uit kracht en in rechtvaardigheid, vrede en blijdschap bestaat (1 Cor. 4:20 en Rom. 14:17). We kunnen zeggen dat het Koninkrijk van God overal is waar de Here Jezus Koning is. Maar nu zien wij nog niet dat alle dingen aan Hem onderworpen zijn, maar we zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond (Hebr.2:8,9). De strijd om het komende Koninkrijk zal binnenkort nieuwe, felle hoogtepunten kennen. Want Hij moet als Koning heersen, totdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten gelegd heeft (1 Cor. 15:25). In het laatste bijbelboek, de Openbaring van Jezus Christus, lezen we uitvoerig hoe die strijd uitloopt op het Duizendjarig Rijk, waarin Jezus al die vijanden aanpakt. De laatste vijand die onttroond wordt is de dood (1 Cor. 15:26). Dat gebeurt aan het einde van het Duizendjarig Rijk, bij het laatste oordeel: En de dood en het dodenrijk werden in de poel van vuur geworpen (Openb. 20:14).
Veel en duidelijke signalen
Het is nu ruim 1900 jaar geleden dat het Nieuwe Testament is geschreven. Weer klinkt de vraag van de discipelen: Here, herstelt u in deze tijd het koningschap voor Israël? (Hand. 1:6). Alle tekenen van het komende koninkrijk wijzen naar onze tijd. We noemen er een paar:
- Het teken van de zending. Jezus zegt: Aan alle volken moet eerst het Evangelie gepredikt worden en dan zal het einde gekomen zijn (Marc. 13:10 en Matt. 24:14). Door film en video, via satellietzenders, door blote-voeten-evangelisten en massa-evangelisatie gaat het Evangelie met grote kracht en in een enorm tempo over de hele wereld. De Heer heeft haast!
- Het teken van de antichrist. De wereld wordt in een snel tempo voorbereid voor het rijk van de antichrist. Binnenkort zullen de huidige wereldmachten, waarschijnlijk na een ramp of een wereldoorlog, hun macht leggen in de handen van de komende wereldleider. De wereldreligie van de antichrist is klaar en de mensheid is er rijp voor.
- Het teken van het herstelde Romeinse rijk. We volstaan met het noemen van de Europese Unie. Het beeld van Nebukadnezar uit Daniël 2 is zo goed als compleet.
- Tekenen in de natuur. De Heer spreekt over aardbevingen, waarvan we regelmatig horen. Over onlusten en wie denkt er niet aan het toenemende geweld en terrorisme? Over ziektes en automatisch denken we aan AIDS, SARS, vogelgriep, ebola, nijlvirus en allerlei ziektes die de veestapels hebben aangetast.
- De contouren van een afvallige kerk worden langzamerhand duidelijk zichtbaar. Een wereldrijk heeft een samenbindende religie nodig. Nebukadnezar eiste aanbidding van zijn beeld en de Romeinse keizers eisten een wierookoffer. Zo zal een kerk, die het Woord loslaat, ten prooi vallen aan de komende wereldreligie.
- De waarschuwende oordelen, die Jezus het begin van de weeën noemt, jagen nu al in een versnellend tempo over de hele wereld.
Israël en wij
Het belangrijkste teken is Israël. Profetieën zijn en worden vervuld. De Tempelberg beeft al, want de Tempel zal spoedig worden herbouwd. Israël in het nauw, gaat roepen naar de God van Israël en velen van hen roepen al naar de Komende Messias. Zij weten dat Hij wonden in Zijn handen en voeten heeft. Hij is heengegaan als Koning van de Joden en komt terug als Koning van Israël. De Almachtige, de God van Israël, zegt:Ik heb immers mijn Koning gesteld over Sion, mijn heilige berg (Psalm 2:6). Want uit Sion zal de wet uitgaan en het Woord van de HERE uit Jeruzalem (Jes. 2:3). Zo zal Hij als Koning heersen, totdat alle vijanden verslagen zijn.
Drs. Jan van Barneveld
De Evangeliën staan vol van de verwachting van het koningschap van de Here Jezus. Het begint al bij Maria: Hij zal als Koning over het huis van Jakob heersen tot in eeuwigheid meldde de engel Gabriël aan Mirjam (Maria). De prediking van Johannes de Doper draaide om het thema: Bekeert u, want het koninkrijk van de hemel is nabij gekomen (Matt. 3:2). Ook de Here Jezus Zelf begon zijn prediking met de proclamatie: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen (Matt. 4:17). De discipelen waren zo overtuigd van het komende Koninkrijk dat ze de ministersposten al onderling verdeelden (Matt. 20:20,21). Jezus sprak Nathanaël niet tegen toen hij Hem de Koning van Israël noemde (Joh. 1:49). De mensen wilden Hem met geweld Koning maken (Joh. 6:15) en tijdens de intocht in Jeruzalem riepen zij: De Koning van Israël (Joh. 12:13). De Heer Zelf sprak dat nooit tegen en beloofde de discipelen dat zij in zijn Koninkrijk zullen zitten op tronen, om de twaalf stammen van Israël te richten (Luc. 22:30). Het Koninkrijk stond op het punt door te breken. Bekering was nodig. Voor gelovigen en ongelovigen. Die boodschap klinkt ook nu. De Koning komt. Bekeert u!
Verwachting
Na de opstanding van Jezus kregen de discipelen nog zon 40 dagen intensieve bijbelstudie. Er bleef één vraag hangen: Here, herstelt U in deze tijd het koningschap voor Israël? (zie Hand. 1:3-6). De apostelen hadden kunnen weten dat het Koninkrijk van God niet direct openbaar zou worden; Jezus had hen gewaarschuwd (zie Luc. 16:11). Vandaar het ontwijkende antwoord van de Heer op de vraag van de apostelen. Die vraag over het Koninkrijk speelde bij hen al direct na de intocht in Jeruzalem. Toen werd Jezus geen Koning. Dit begrepen de discipelen niet, maar toen Jezus verheerlijkt was, herinnerden zij zich dat dit met het oog op Hem geschreven was (Joh. 12:16). Er was geschreven: Uw Koning komt tot u. Wat begrepen de apostelen na de Hemelvaart? Wel, dat de Here Jezus eerst de koninklijke waardigheid in de hemel in ontvangst zou nemen en dan als Koning van Israël zou terugkomen (zie Luc. 19:12). Zij verwachtten dat dit snel zou gebeuren. De N.T. brieven staan dan ook vol van de hoop op een spoedige wederkomst van de Heer. Paulus zegt: Wij levenden die achterblijven tot de komst van de Heer (1 Thess. 4:15). De schrijver van de brief aan de Hebreeën verwacht: Nog een korte, korte tijd en Hij die komt, zal er zijn en niet op Zich laten wachten (Hebr. 10:37). Jakobus troost zijn lezers met: De komst van de Heer is nabij (Jak. 5:8). Petrus roept uit: Het einde van alle dingen is nabij gekomen (2 Petrus 4:7). Ten slotte vermaant Johannes: Kinderen, het is de laatste ure (1 Joh. 2:18) en hij waarschuwt voor de komst van de antichrist. Die laatste ure, die korte tijd en dat einde van alle dingen duren nu al zon 1900 jaar. De boodschap van de komende Koning en Zijn Koninkrijk is ook in onze tijd weer zeer actueel geworden. Ons dagelijkse gebed Uw koninkrijk kome staat op het punt verhoord te worden.
Uitbreiding
De prediking van het Koninkrijk ging na de uitstorting van de Heilige Geest door. Philippus (Hand. 8:12) en Paulus (Hand. 20:25 en 28:23,31) brachten de boodschap van het Koninkrijk. Ook andere apostelen leggen ons heel wat uit over de aard van en de toegang tot het Koninkrijk. Onrechtvaardigen en afgodendienaars komen er niet in. Paulus waarschuwt de gelovigen, dat zij door veel verdrukkingen het Koninkrijk van God moeten binnengaan (Hand. 14:22). De geestelijke kant van het Koninkrijk benadrukt Paulus als hij zegt dat het koninkrijk van God niet uit woorden, maar uit kracht en in rechtvaardigheid, vrede en blijdschap bestaat (1 Cor. 4:20 en Rom. 14:17). We kunnen zeggen dat het Koninkrijk van God overal is waar de Here Jezus Koning is. Maar nu zien wij nog niet dat alle dingen aan Hem onderworpen zijn, maar we zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond (Hebr.2:8,9). De strijd om het komende Koninkrijk zal binnenkort nieuwe, felle hoogtepunten kennen. Want Hij moet als Koning heersen, totdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten gelegd heeft (1 Cor. 15:25). In het laatste bijbelboek, de Openbaring van Jezus Christus, lezen we uitvoerig hoe die strijd uitloopt op het Duizendjarig Rijk, waarin Jezus al die vijanden aanpakt. De laatste vijand die onttroond wordt is de dood (1 Cor. 15:26). Dat gebeurt aan het einde van het Duizendjarig Rijk, bij het laatste oordeel: En de dood en het dodenrijk werden in de poel van vuur geworpen (Openb. 20:14).
Veel en duidelijke signalen
Het is nu ruim 1900 jaar geleden dat het Nieuwe Testament is geschreven. Weer klinkt de vraag van de discipelen: Here, herstelt u in deze tijd het koningschap voor Israël? (Hand. 1:6). Alle tekenen van het komende koninkrijk wijzen naar onze tijd. We noemen er een paar:
- Het teken van de zending. Jezus zegt: Aan alle volken moet eerst het Evangelie gepredikt worden en dan zal het einde gekomen zijn (Marc. 13:10 en Matt. 24:14). Door film en video, via satellietzenders, door blote-voeten-evangelisten en massa-evangelisatie gaat het Evangelie met grote kracht en in een enorm tempo over de hele wereld. De Heer heeft haast!
- Het teken van de antichrist. De wereld wordt in een snel tempo voorbereid voor het rijk van de antichrist. Binnenkort zullen de huidige wereldmachten, waarschijnlijk na een ramp of een wereldoorlog, hun macht leggen in de handen van de komende wereldleider. De wereldreligie van de antichrist is klaar en de mensheid is er rijp voor.
- Het teken van het herstelde Romeinse rijk. We volstaan met het noemen van de Europese Unie. Het beeld van Nebukadnezar uit Daniël 2 is zo goed als compleet.
- Tekenen in de natuur. De Heer spreekt over aardbevingen, waarvan we regelmatig horen. Over onlusten en wie denkt er niet aan het toenemende geweld en terrorisme? Over ziektes en automatisch denken we aan AIDS, SARS, vogelgriep, ebola, nijlvirus en allerlei ziektes die de veestapels hebben aangetast.
- De contouren van een afvallige kerk worden langzamerhand duidelijk zichtbaar. Een wereldrijk heeft een samenbindende religie nodig. Nebukadnezar eiste aanbidding van zijn beeld en de Romeinse keizers eisten een wierookoffer. Zo zal een kerk, die het Woord loslaat, ten prooi vallen aan de komende wereldreligie.
- De waarschuwende oordelen, die Jezus het begin van de weeën noemt, jagen nu al in een versnellend tempo over de hele wereld.
Israël en wij
Het belangrijkste teken is Israël. Profetieën zijn en worden vervuld. De Tempelberg beeft al, want de Tempel zal spoedig worden herbouwd. Israël in het nauw, gaat roepen naar de God van Israël en velen van hen roepen al naar de Komende Messias. Zij weten dat Hij wonden in Zijn handen en voeten heeft. Hij is heengegaan als Koning van de Joden en komt terug als Koning van Israël. De Almachtige, de God van Israël, zegt:Ik heb immers mijn Koning gesteld over Sion, mijn heilige berg (Psalm 2:6). Want uit Sion zal de wet uitgaan en het Woord van de HERE uit Jeruzalem (Jes. 2:3). Zo zal Hij als Koning heersen, totdat alle vijanden verslagen zijn.
Drs. Jan van Barneveld