Hij leeft!!!

Henk Schouten • 89 - 2013 • Uitgave: 7
De paasmorgen verschilt van alle andere ochtenden. De dood werd verslagen, het waarachtige leven bleek sterker dan de donkerste duisternis in het diepste graf. Het levenslicht brak door. De steen was weggerold. Zichtbaar, voor ieder die het wilde zien, werd de lege plaats waar het lichaam van de gekruisigde Jezus gelegen had. Hij is hier niet. De windsels herinnerden aan hun vroegere taak, het omhullen van het dode lichaam, maar nu liggen ze daar doelloos. De windsels van de dood hebben hun taak verloren.

Hoe het gegonsd heeft in Jeruzalem en Judea weten we niet, maar het kan niet anders, dit moet razend snel door het beloofde land gegaan zijn. Jezus was immers een publiek persoon met, voor velen in die tijd, Messiaanse aspiratie en Jeruzalem zat juist in die dagen verstopt met grote groepen pelgrims vanwege het Pesachfeest, hun feest van uittocht en redding. De koppen van de kranten stonden er bij wijze van spreken bol van. Spot, ongeloof en leugen waren er ook direct bij, de Joodse raad droeg daar graag en boosaardig toe bij en betaalden zwijggeld, maar de getuigen wisten het zeker: Hij leeft, JEZUS LEEFT!!

Sinds die vroege ochtend is alles anders geworden op aarde. We hebben onze jaartelling, al zit er een foutje in, op deze paasmorgen afgestemd. We tellen niet af, maar naar een nieuwe wereld toe, naar de vervoleinding van het opstandingswerk. De opstanding van de Here Jezus is de eerste van de opstanding van velen. Zij die de windselen van Jezus’ dode lichaam omdoen, weten dat Zijn dood hun dood was, maar meer nog: dat Zijn leven en opstanding hun leven en opstanding is.

Mijn Verlosser leeft
Eén van de mooiste paasliederen, voor mij de allermooiste is lied 113 uit de bundel van Johannes de Heer. Nooit zal ik vergeten hoe diep de indruk was die dit lied op mij als 14-jarige knaap maakte. Steeds luider ging ik meezingen, want de overtuiging groeide in dat moment tot een kracht die ik later zelden ervaren heb: ‘Ik weet dat mijn Verlosser leeft’. Niet veel later daalde ik in het watergraf af en werd gedoopt door mijn vader, aan wie ik en velen met mij in de Zoeklichtkring een dankbare herinnering hebben.
Op dat moment heb ik niet kunnen bevroeden dat dit geloof mijn verdere leven zo krachtig zou bepalen. Maar ik herinner me ook hoe het laatste couplet bleef doorklinken in mijn gedachten. ‘Gij die nog niet voor Jezus leeft, neemt aan het leven dat Hij geeft.’ De Here Jezus wilde dat ik voor Hem zou leven. Het heeft nog best een tijd geduurd voordat ik de windselen van het oude leven afgeworpen had en soms verstrengeld het nog weer mijn bestaan, maar vast staat: “Ik weet dat mijn Verlosser leeft.”

Nieuwe dageraad
Die paasmorgen van toen is voor mij in het heden tot een paasmorgen geworden. Het licht van die paasmorgen schijnt ook in mijn bestaan. Dat wil ik en dat willen wij bij Het Zoeklicht zo ontzettend graag, dat allen het leven aannemen dat Hij geeft. Het leven kan gevangen zitten in diepe duisternis. De onzekerheden stapelen zich tot grote hoogten op. Angsten voor baanverlies, onzekerheid over middelen van bestaan, echtelijke verwijdering, losraken van kinderen en of kleinkinderen, zorgen om gezondheid, al deze dingen kunnen leven benemend zijn, maar het lege graf getuigt van leven, waarachtig leven, onvergankelijk leven, leven dat blijft voor eeuwig en altijd.
De paasmorgen verschilt van alle andere ochtenden, toch is dat het einde niet. Er komt nog een ochtend, er gloort nog een nieuwe dageraad. Die nieuwe dag zal nog weer verschillen van de paasmorgen en van iedere andere ochtend. Ik doel op de dag waarop de Here Zijn gemeente tot Zich roepen zal. Lied 113 spreekt in het 4e couplet ook van die hoop: ‘Hij leeft, waar Hij ons plaats bereid. Haast komt Hij weer in heerlijkheid. Dit geeft tot juichen stof.’
Met Pasen, ons feest van uittocht en redding, jubel ik het zeker weer uit en ik hoop en bid dat velen, ook u, met mij zullen mee jubelen:

Hij leeft! Hij leeft!
Ik weet dat mijn Verlosser leeft.


Rijk gezegende paasdagen,
Ds. Henk Schouten