Hij kwam bij ons, heel gewoon...

ds. Theo Niemeijer • 88 - 2012 • Uitgave: 26
Hij kwam bij ons, heel gewoon

Rond deze dagen wordt het Kerstfeest door vele miljoenen mensen wereldwijd gevierd. Het is één van de mooiste en voor velen ook de gezelligste momenten van het jaar. Maar om Wie gaat het eigenlijk? Wie was het die zo'n tweeduizend jaar geleden in Bethlehem geboren werd? De meeste mensen weten het niet meer. Ze zijn niet meer op de hoogte van de ware betekenis van het Kerstfeest. Hoewel de letterlijke betekenis van Kerstfeest ‘Christusfeest’ is, zien we steeds meer dat Christus naar de achtergrond verdwijnt en vervangen wordt door allerlei zaken die niets meer met Hem te maken hebben. Het feest blijft en wordt jaarlijks uitbundiger gevierd, terwijl de betekenis van het feest verdwijnt. Deze uitholling is helaas kenmerkend voor de huidige samenleving waarin we leven. Maar wie was Hij eigenlijk, die naar ons toekwam?

Vier evangelisten
Er zijn vier evangelisten: Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes, die hun bevindingen hierover opgeschreven hebben. Matteüs en Johannes waren apostelen die de Here Jezus had geroepen en aangesteld om in Zijn nabijheid te blijven. Marcus was in de tijd van de Here Jezus nog een jonge man, die echter wel op korte afstand de dingen rond de Here Jezus heeft meegemaakt. Zijn moeder was één van de Maria’s die veel met de Here Jezus optrok en in wiens huis de vroege kerk in Jeruzalem samenkwam. Lucas was een arts, die Paulus vergezelde op zijn zendingsreizen en nauwkeurig onderzoekswerk deed voor hij zijn evangelie schreef, zoals je van een wetenschapper mag verwachten.
Het zijn deze vier mannen die door de Here God op een wonderlijke manier gebruikt werden, om ons te laten weten wie Hij nu werkelijk was. Vele malen, tot aan Zijn sterven, werd de Here Jezus geconfronteerd met de vraag, wie Hij nu toch wel was. De evangelisten geven het antwoord hierop in hun evangelie. Laten we maar eens gaan zien hoe Johannes deze vraag beantwoordt.

Johannes
In Johannes 1:11 lezen we: ‘Hij kwam tot het zijne’. Toen de Here Jezus naar deze wereld kwam, kwam Hij naar Zijn eigen bezit, Zijn schepping, waarvan Hij de maker was en uiteindelijk ook de erfgenaam is. In de voorafgaande verzen kunnen we het duidelijk lezen, dat Hij de schepper van alles is en dat er buiten Hem om niets bestaat! Hij kwam dus naar Zijn eigen schepping en werd daarmee ook deel van deze schepping. Daarom werd hij uit een vrouw geboren, als mens onder de mensen, waarmee Hij deel kreeg aan de schepping. In Zijn volkomen mens-zijn heeft Hij ook alles meegemaakt wat een mens kan overkomen, zoals honger, verdriet, pijn, vermoeidheid, maar ook afwijzing, bespotting, vertwijfeling en teleurstellingen.
Hij was mens onder de mensen en daarmee één van ons, maar toch ook weer heel anders. Hij was tegelijkertijd Gods Zoon en daarmee zonder zonden.

Helemaal mens, maar ook helemaal God
Toen de Here Jezus zich voor het eerst in het openbaar presenteerde, riep Johannes de Doper: ‘Zie, het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt’ (Johannes 1:29). Johannes, de neef van de Here Jezus, was door God geroepen om de komst van de Here Jezus voor te bereiden. Hij werkte al zo’n half jaar bij de Jordaan om de mensen uit te nodigen hun zonden te belijden en zich opnieuw aan de Here hun God toe te wijden. Maar ja, daarmee werd het probleem van de zonden nog niet opgelost. Hoewel de mensen spijt betuigden over hun zonden bleven ze door zondigen. Toen Johannes de Here Jezus zag, wist hij dat de Hij de enige oplossing voor de zonde was. Hij zou de zonden echt weg kunnen nemen. De Bijbel leert ons dat het oordeel over de zonde de dood is en dat ieder mens een zondaar is en zodoende onder Gods oordeel terechtgekomen is. Maar God is ook vol liefde en Hij wees de zondaar ook een weg om te blijven leven. Een onschuldig offerdier mocht de plaats van een zondig mens innemen en plaatsvervangend sterven. Zo gebeurde dit al vele eeuwen voor Christus. Toch was ook deze methode geen definitieve oplossing. De zonden werden wel bedekt, maar konden nooit echt vergeven worden, terwijl de mens maar door bleef zondigen, zodat steeds weer opnieuw offerdieren geofferd moesten worden, er kwam geen einde aan!
Johannes had tijdens zijn jarenlange verblijf in de woestijn waarschijnlijk in de profetie van Jesaja gelezen en ontdekte de profetie over het Lam dat uiteindelijk zou komen om voorgoed de zonde weg te nemen en de dood te overwinnen (Jesaja 53:4-7). Toen hij de Here Jezus zag, wist hij dat in Hem de zonden eens en voor altijd weggenomen zouden worden. Hij was het volmaakte Lam, onschuldig, zonder zonden en daarom moest Hij Gods Zoon zijn. Hij was het Lam dat plaatsvervangend voor de zondige mensen zou moeten sterven. Daarom moest Hij volkomen mens zijn, anders had Hij niet kunnen sterven.

Wie is Hij?
Na deze introductie zoekt de Here Jezus de mensen om Zich heen op en laat hen weten wie Hij is. Zo liet de Here Jezus aan de Samaritaanse vrouw in Johannes 4:26 weten dat Hij de beloofde Messias was, die uiteindelijk alles goed zal maken.
Hij stelde Zichzelf voor als het Levende Brood dat uit de hemel neergedaald is en aan de wereld het leven geeft (Johannes 6:33). Hij kwam om de mensen het leven en overvloed te geven. Kort daarna nodigt Hij de mensen uit om tot Hem te komen om van Hem het water des leven te ontvangen (Johannes 7:37). Alleen bij Hem is echte vreugde te vinden. Daarna zei de Here Jezus, dat Hij het Licht der wereld was (Johannes 8:12), waarna hij en blindgeborene genas. Veel mensen zijn verduisterd en zijn op zoek naar de ware zin van het leven. Deze zingevingvragen worden alleen door Hem opgelost, Hij is het licht.
Zo noemt Hij Zichzelf ook ‘De Deur’ tot het behoud (Johannes 10:7), waardoor we eeuwig leven ontvangen. ‘De Goede Herder’ (Johannes 10:11), die zijn leven voor Zijn schapen geeft om hen te redden. Hij noemt Zich ‘De opstanding en het leven’ (Johannes 11:25), voor wie de dood een overwonnen vijand is en niet meer het laatste woord heeft. In Johannes 14:6 noemt Hij Zichzelf ‘De weg, de waarheid en het leven’. Voor alle mensen die in onzekerheid leven en op zoek zijn naar de waarheid, is Hij het antwoord. Ten slotte noemt Hij Zich in dit Johannes-evangelie de ‘De Ware Wijnstok’, waaraan we verbonden mogen zijn en uit Hem al onze levenssappen mogen onttrekken (Johannes 15:1).

Hem leren kennen
We lezen in de Bijbel dat wijze mannen uit het Oosten op ‘kraamvisite’ kwamen. Ze hadden veel over Hem gelezen en wisten dat Hij als de hemelse koning geboren zou worden. Ze hadden van God het teken door een ster ontvangen dat Hij inmiddels geboren was, en gingen op pad om Hem met eigen ogen te zien. Ze wilden Hem persoonlijk leren kennen. Deze wonderlijke ontmoeting bezorgde hen de grootste vreugde die ze ooit in hun leven hadden ervaren.
Hebt u hem al persoonlijk leren kennen? Bent u al op pad gegaan om Hem te ontmoeten? Nee, daar hoeft u niet voor naar Bethlehem. Daar is Hij niet meer, ook niet Jeruzalem, Hij is niet meer aan één plaats gebonden. Door Zijn Heilige Geest is Hij nu daar waar u bent. Hij ziet u en kent u. Wilt u Hem ook niet eens leren kennen? Op de plaats waar u nu bent, kunt u uw handen vouwen en tot Hem bidden. U kunt Hem zeggen dat u Hem zo graag beter wilt leren kennen. Wanneer u dit verlangen aan Hem bekend maakt, zal Hij u de weg wijzen hoe u Hem kunt ontmoeten. Ga de genoemde evangeliën maar eens lezen en vraag aan de Heilige Geest om duidelijkheid. Zeker weten dat u Hem leert kennen!

Ds. Theo Niemeijer