Hij komt voor Israël

Joh. de Heer / ds. Henk Schouten • 88 - 2012 • Uitgave: 26
Het kerstfeest is een specifiek christelijk feest. In het Oude Testament horen we daar niet van. Feitelijk leert ook het Nieuwe Testament nergens het kerstfeest. Wij als christenen voelden de behoefte om de geboorte en daarmee de komst van de Here Jezus met een feest te gedenken. Want Hij kwam bij ons. We vergeten wel eens dat de Here Jezus in de eerste plaats voor Zijn volk kwam. Nadat Israël Hem had verworpen, ging het evangelie breder en kwam tot alle volken op aarde. Dat betekent niet dat de rol van Israël voorbij is. Er wacht nog een (terug)komst. Dat zal een totaal nieuwe en andere komst brengen juist voor Israël. Dan ook zal het beloofde koninkrijk gerealiseerd worden.

Volmaakte tempeldienst
Johannes de Heer sprak vaak over de eed, die God de vaderen van het Joodse volk gedaan heeft tot bevestiging van Zijn beloften. Waarom bekrachtigde God Zijn beloften met een eed? Bij deze vraag liet Joh. de Heer Hebreeën 6:13 en 16 opslaan en las: ‘want toen God aan Abraham Zijn beloften deed, zwoer Hij, omdat Hij bij niemand hoger kon zweren, bij Zichzelf’ met de motivering ‘de eed diende als einde van alle tegenspraak’.
Voor Johannes de Heer gaf het herstel van Israël geen geloofsmoeilijkheden, evenmin het toekomstig herstel van Jeruzalem en de tempel. God heeft het gezegd en dat is voldoende (Jeremia 33:17-22). “Als Christus Koning zal zijn over de gehele aarde”, zo betuigde hij onvermoeid, “zal er ook een heiligdom in Jeruzalem zijn, waarheen de volkeren zich zullen begeven om hun offers te brengen en hun feesten te vieren.” Dan zijn deze offers niet meer de schaduwen van het toekomstige, maar voor de volken prediking in taal en symbolen. Dan keerde Johannes de Heer zich tot de tegenstanders van deze Bijbelopvatting en vroeg dan: “Waarom zoudt u zich toch langer verzetten tegen de opvatting van toekomstige priesterdiensten van Israël met hun rijke, goddelijke symboliek? Spreken deze niet en veel duidelijker taal dan boekdelen vol dogmatische zinnen? En is de volmaakte tempeldienst, waarin Gods heerlijkheid weer zichtbaar zal zijn, niet in overeenstemming met de heerschappij van Christus, Zijn priesterlijk koninkrijk, waarin de troon van David het politieke en de tempel het godsdienstige centrum der wereld zal zijn? Is het niet juist daarom, dat God de tempel en de troon met een tweevoudige eed bekrachtigt?”

Zending als nooit tevoren
Hij waarschuwde ook: “Gods beloften hebben alleen betrekking op het gelovige overblijfsel, dat Christus na onze bedeling zal aantreffen, als Hij wederkomt in heerlijkheid. Dan zal de vijgenboom (Israël) weer opnieuw beginnen te bloeien. God zegende dit Israël, opdat men door dit volk de weg tot God weer zou vinden en de heidenen Zijn heil zouden zien, opdat de volken zich verheugen en jubelen (Psalm 67:2-5).”
Israël heeft in deze roeping gefaald, maar straks zal Israël het zendingsvolk bij uitstek zijn. ‘In de komende dagen zal Israël wortel schieten, Israël zal bloeien en uitspruiten, zodat zij de wereld met vruchten vervullen’ (Jesaja 27:6). Na Israëls herstel zal de kennis des Heren over de aarde verbreid worden als nooit tevoren. Het gelovig overblijfsel zal met een nieuw hart en een nieuwe geest naar Gods inzettingen wandelen en Zijn verordeningen onderhouden en daarnaar doen, omdat rein water over hen gesprengd werd (Ezechiël 36:24-27).
Wat zal dat zijn, als de Koning van Israël komt en het volk Israël op zijn plaats zal zijn bij de verdere uitvoering van Gods heilsplan! Want eerst als Jezus (terug)komt, om de aarde te richten, zal de wet des Heren uitgaan en Zijn woord uit Jeruzalem (Jesaja 2:3). En als Hij komt, zal de zendingsactiviteit haar hoogtepunt bereiken. Waarschijnlijk zal het zendingswerk zich totaal onderscheiden in methoden van dat in de huidige bedeling. Men zal bijvoorbeeld niet zoals vandaag naar de heidenen gaan om daar enkelen voor Christus te winnen, maar hele volksmassa’s zullen van verre komen naar het licht, dat in Jeruzalem is; de stroom der heidenen zal tot de tempel komen met goud en wierook; men zal de lof des Here verkondigen en God zal Zijn huis met Zijn luister sieren (Jesaja 60:3-7).

Lijnen van Gods heilsplan
Laten we toch niet langer altijd geestelijke toepassingen maken, die niet steekhoudend zijn! Wanneer we aannemen dat Israël de kerk is, wat moeten we dan met Egypte en Assyrië aan, die met Israël een drievoudig verbond zullen sluiten, om een centrum van zegen op aarde te zijn (Jesaja 19:23-25)? Laten we Israël Israël laten, Juda Juda, Jeruzalem Jeruzalem, enz.
Nergens heeft God ons toegestaan al deze namen en beloften willekeurig op de kerk toe te passen. Zet de vergeestelijkingsbril eens af en u zult zien hoe deze methode allerlei verwarring omtrent de profetieën over Israël, het land van Israël, het Koninkrijk van Christus en de toestand der volken gesticht heeft. Accepteer de letterlijke opvatting en u zult de lijnen van Gods heilsplan klaar en duidelijk zien. Wel niet zo, dat wij nu reeds alle bijzonderheden kunnen verstaan, maar hoe meer de tijd waarin alles vervuld wordt naderbij komt, des te meer licht zullen we daaromtrent krijgen. Laat mij er nog eens aan mogen herinneren, dat wij in deze bedeling nog niets te verwachten hebben van de één of andere vervulling van de genoemde beloften omtrent Israëls herstel, noch van het huidige Jodendom, noch geestelijk van de christelijke kerk! Eerst als Jezus Christus terugkomt en het gelovige overblijfsel van Israël Hem als Messias erkent, zal God met dit volk tot Zijn doel komen.

Jezus kwam bij ons, heel gewoon, de Zoon van God als mensenzoon. Straks komt Hij terug, dat zal bepaald niet gewoon zijn. Hij zal de troon van Zijn vader David herstellen. Hij zal Zijn koninkrijk oprichten. Hij komt voor Israël.

Johannes de Heer, bewerkt door ds. Henk Schouten