Hij is er bij

Jef de Vriese • 89 - 2013 • Uitgave: 5
De Herder geeft volheid van leven aan Zijn schapen. De dood kan wel zijn schaduw op mij laten vallen, maar mij niet aantasten. Een schaduw kan niet slaan, niet bijten, niet pijnigen, niet doden. De dood is wel werkelijk aanwezig, maar in de diepe duisternis, wanneer er geen licht meer is, wanneer ik mij helemaal alleen voel, wanneer ik niet kan inschatten van welke kant de bedreiging komt, geldt de bescherming van mijn Herder. Daarom hoef ik niet bang te zijn.
Het is veiliger met mijn Herder in de duisternis, dan zonder mijn Herder met eigen aangestoken licht (Jesaja 50:10). Al ligt er een leeuw of een beer op de loer, al zoekt de dief een gelegenheid, al is de omgeving vol gevaar, al is het crisis alom, bij mij zal het onheil niet komen (vgl. Psalm 91:7). Ik hoef nergens bang voor te zijn, zelfs niet voor een stikdonker land waar diepe duisternis heerst (Job 10:20-22). Ik ontmoet veel ellende, maar uit dat alles redt de HEERE mij (Psalm 34:20).
In het land van de schaduw van de dood gaat een licht op (Jesaja 8:23; Matteüs 4:16; Johannes 8:12). Het is het licht van de Messias. De duisternis kan mij niet verzwelgen! Ik wandel in het licht, want Hij is bij mij. Mijn Herder is Jahweh Shammah, God Die er bij is. Deze Naam van God verwijst naar het nieuwe Jeruzalem, waarvan de naam is DE HEERE IS DAAR (Ezechiël 48:35), waar de HEERE zelf de tempel is (Openbaring 21:22).

Jef De Vriese