Het Woord der Waarheid
In de kerk vandaag woedt een strijd als nooit tevoren. Die strijd gaat over de fundamenten van de waarheid, zoals die in Gods Woord worden geopenbaard. Die waarheid staat tegenover de leugen van de overste dezer wereld. Alleen die waarheid maakt de mens vrij. Zonder die waarheid geraakt de mens in slavernij. Geven we onze kinderen en kleinkinderen aan die slavernij prijs?
In de negentiende eeuw is er een dramatische en evenzeer verwoestende ontwikkeling in de theologie gekomen, waarvan we vandaag de uitwerking in de kerk beleven. Het gevolg is de leegloop van de kerken tot verdriet van velen. Het Woord der Waarheid werd in zijn wezen aangetast, uitgehold en vervolgens verworpen.
Hoe kon dat gebeuren, zonder dat dit in de kerk als geheel werd opgemerkt? Aanvankelijk leek het ook niet zo'n bedreiging. Wat geschiedde? Op academisch niveau kwam men in de negentiende eeuw tot een analyse der religies en hun essentie. Dat werd volgens de wetenschappelijke criteria in kaart gebracht. Onder die religies werd ook het christelijke geloof gerekend! Daarmee werd de kiem gelegd: men verlaagde het christelijk geloof tot een vergelijkbare religie. Het volstrekt unieke en enige van het christelijk geloof - zoals geopenbaard in de heilige Schrift - werd toen principieel verworpen.
Er werd - vooral in Duitse academische kringen - een gemeenschappelijke noemer gezocht en gevonden voor de religies, waaronder het christelijk geloof.
Men kwam tot twee punten in de formulering ervan:
1) het universele vaderschap van God en
2) de universele broederschap van alle mensen.
Dat klonk toen goed, alleen, men faalde door niet in te zien dat beide punten wezensvreemd zijn aan de Bijbel.
Een destructieve ontwikkeling voor de christelijke theologie was ingezet. Studie in de theologie werd van toen af aan studie van de religie. In algemene zin gesproken werd dit stilzwijgend in de kerk geaccepteerd, omdat men, in zijn algemeenheid gesproken, de verwoestende gevolgen niet heeft onderkend. Men heeft gefaald te onderkennen welk enorm verschil er ligt tussen de bijbelse openbaring en die twee bovengenoemde zaken.
Natuurlijk is er geen enkel bezwaar tegen dat men de religies bestudeert. De studie der religies hebben tot dan altijd een plaats gehad in de gebieden van de antropologie (menskunde), sociologie of psychologie. Tot dan was het ondenkbaar dat het christelijk geloof onder de religies werd gerekend. De studie van religies heeft alles te maken met de studie van menselijk gedrag en van de verschillende culturen die onze wereld kent. De studie in de theologie is echter studie van God en van Zijn Woord, van Zijn openbaring. Simpel gezegd: in de studie der religies staat de mens centraal. in de studie van de theologie is God het middelpunt.
HET WOORD DER WAARHEID
De Bijbel is door de kerk altijd het 'Verbum Dei' - Woord Gods - genoemd, de Zelf-openbaring van de levende God. De Bijbel is geen uitvinding van mensen, noch de neerslag van de religie van mensen uit een ver verleden, maar openbaring van God. Het is van Hem tot ons gekomen. Daarbij heeft de kerk altijd beleden, dat de Bijbel niet door de hand van God is geschreven, maar door mensenhand. Mensen schreven de dingen op onder de autoriteit van de Heilige Geest, soms zonder zelf te weten of te verstaan waarover het ging. Omdat de Bijbel niet een product is van de mens, noch de neerslag van menselijk geloven, maar een openbaring van God, spreken we over 'bijbelse theologie'. Zou de Bijbel alleen een menselijk product zijn, dan was het christelijk geloof inderdaad niet meer dan een religie onder de religies. Juist dat is het wat theologen als Kuitert beweren: het christelijke geloof (men spreekt meestal over 'christendom') is een religie. Dat is niet een zelfgewonden opvatting van Kuitert en de zijnen, maar het gevolg van wat in de negentiende eeuw ontstond in de academische wereld in Europa. Onze hedendaagse vrijzinnige theologie vindt haar oorsprong in wat toen gebeurde. Aan die 'wetenschappelijke' keuze werd het Woord der Waarheid opgeofferd. Het christelijk geloof, de theologie, werd ondergeschikt gemaakt aan de wetenschap, beschouwd als religie en derhalve naar de buitenrand verschoven.
DE PREDIKING
De gevolgen waren enorm, zowel in reformatorische als in evangelische kerken. De mens en zijn geloof werd het middelpunt van de prediking, de inhoud van de preek verschoof meer en meer naar de psychologie, de gevoelens van de mens, en alles wat daarmee samenhangt. Pragmatisch, direct te consumeren, vertroostend en herkenbaar in het leven van alle dag. Zo ongeveer moet de zondagse preek eruit zien. Het moet het levensgevoel van vandaag uitstralen, met de mens, de menselijke ervaring en de medemenselijkheid als middelpunt. Dat is een religie zonder de ware theologie, zonder de God van de Bijbel. Daar wordt het Woord der Waarheid ondergeschikt aan menselijke opvattingen en ervaringen en dat Woord verdwijnt langzaam maar zeker geheel uit zicht. Deze ontwikkeling verzwakt de prediking en als gevolg daarvan verzwakt de kerk en het geloof van haar individuele leden. De kennis Gods verdwijnt om plaats te maken voor de religie van de mens.
In de dagen van de Reformatie werd het christelijk geloof duidelijk en vooral ook bijbels aangeduid met het Sola Scriptura, Sola Fide, Sola Gratia - alleen de Schrift, alleen geloof, alleen genade. Die krachtige formulering kan ook vandaag nog grote zegen brengen in de kerk als geheel, reformatorisch en evangelisch. Het is het vaste fundament onder een bijbelse theologie, die we vandaag hard nodig hebben wil de kerk staande kunnen blijven in de druk der tijden. De theologie van de Reformatie was altijd door-en-door bijbels, met God als het middelpunt ervan. Uitgaande van die theologie werd de weg tot het behoud van de zondaar (de rechtvaardiging van de goddeloze) geformuleerd en het functioneren van kerk en samenleving belicht. In die theologie wordt God serieus genomen in Zijn oordeel over de zonde en wordt de mens serieus genomen in zijn diepe staat van verval, zijn totale verlorenheid. Prediking gebaseerd op die theologie neemt ook de Gemeente, de kerk, serieus en wijst de weg der verlossing, die in Christus' dood en opstanding is geopenbaard.
GOD EN MENS
In de theologie van de Reformatie vinden we de bijbelse eerbied voor de levende God en wordt Hem in alles de eerste plaats toegekend. We vinden daarin Zijn heilsplan verwoord in Jezus Christus, Zijn Zoon, en we vinden het werk van de Heilige Geest
beschreven in Zijn relatieleggende werk tussen God en mens. Juist dan, wanneer God in alles de eerste plaats krijgt en in alles Zijn eer wordt gezocht, komt de mens tot zijn recht. De menselijke waardigheid en de menselijke verantwoordelijkheid komen onder de schijnwerpers van de heilige Schrift te staan. Het Woord der Waarheid spreekt niet alleen de waarheid over God, die Zichzelf daarin openbaart, maar spreekt ook de waarheid over de mens in zijn totale verlorenheid in zonde en dood, waaruit hij zichzelf niet kan redden. Daar is Gods soevereine genade voor nodig. Maar die is er dan ook overvloedig. Hij wil niet dat de zondaar verloren gaat, maar dat hij behouden wordt en leeft (Ez. 33:11). Daarom roept de Here veelvuldig op tot bekering. Dat is de boodschap van de profeten in het Oude Testament, van de Heiland en de apostelen in het Nieuwe Testament. Gods Woord is erop gericht, is ervoor bestemd, om zondaren tot bekering te roepen en de weg te wijzen tot behoud. Zou de Here dat niet beogen, dan had Hij ons niet Zijn Woord behoeven te geven. Maar Gods vreugde is gelegen in het behoud van de zondaar, engelenkoren zingen in de hemel als dat gebeurt en als alles is voltooid in Gods heilsplan, dan zal "de tent van God bij de mensen zijn en Hij zal bij hen wonen" (Openb. 21:3). Gods Woord heeft tot doel God en mens bij elkaar te brengen.
OORDEELSPREDIKING
Tegelijkertijd toont Gods Woord ons de verschrikkelijke werkelijkheid van een onwillige mensheid, die Zijn genade-aanbod verwerpt, een mensheid die zichzelf meent te kunnen redden of denkt in het geheel geen redding nodig te hebben. In die werkelijkheid blijft alleen oordeel en hel over als toekomstige bestemming. Ook de oordeelsprediking is bijbelse prediking en heeft eveneens een wezenlijke plaats in de theologie van de Reformatie. Tegen de zwarte achtergrond van de menselijke verlorenheid, van zijn vijandschap tegen God en zijn ongehoorzaamheid aan Gods geboden, tegen de zwarte achtergrond van "hel en verdoemenis", schittert de diamant van Gods genade, van Zijn ontferming en Zijn bewogenheid voor een verloren mensenkind. Maar de kracht van de zonde in het menselijk hart is zo enorm, dat het aanzeggen van het oordeel niet mag uitblijven. Dat oordeel komt en is onafwendbaar over de zonde en de wereld en de duivel. Maar de ware gelovige mag weten dat hij niet komt in de toorn van God (Rom. 8:1), maar mag leven "in Christus" die de toorn van God heeft gedragen op het kruis.
REFORMATORISCH EN EVANGELISCH
In het licht van de theologie van de Reformatie is er geen onderscheid tussen 'evangelisch' en 'Reformatorisch'. De term 'evangelisch' bestaat al sinds de reformatie en doelt op alle protestanten die geloven in het Evangelie van Jezus Christus. Later zijn er weliswaar verschillen ontstaan, zoals b.v. op het punt van de doop. Vaak is dat toch gezien als van ondergeschikt belang. Notoire reformatorische christenen smullen van de preken van Spurgeon, die baptist was of van de boeken van Bunyan, eveneens baptist. Er bleek genoeg gemeenschappelijke grond. De verwijdering tussen reformatorisch en evangelisch is vooral gekomen doordat beide 'partijen' zich meer en meer verschansten in eigen stellingen en van daaruit op de andere partij de tegenargumenten afvuurden. Geestelijke armoede is vermoedelijk de grond ervoor. In het licht van het Woord der Waarheid is dat zeer te betreuren. Sommige reformatorische kringen zochten houvast in een versteende theologie van regels en wetten in een subcultuur. Sommige evangelische kringen lieten steeds meer de theologie van de Reformatie los en gleden uit naar allerlei richtingen, soms ook in de zekerheden van de eigen subcultuur, of in extreme charismatische claims en in allerlei onbijbelse leerstellingen. Onderlinge verwijten hebben altijd weer die excessen in beide kampen als inhoud en die excessen worden tot norm gemaakt, waardoor men nooit meer tot wezenlijke gesprekken komen kan.
Vandaag hebben we nodig dat de kerk als geheel terugkeert naar het Woord der Waarheid. Dat Woord is rijk belicht vanuit de theologie van de Reformatie. Die theologie zou vandaag opnieuw inzichtelijk moeten worden gemaakt tot zegen van de hele Gemeente van de Here Jezus Christus.
Met “inzichtelijk maken” bedoel ik, de verwoording ervan los van de eigen kerkelijke subcultuur, waarin men in de vertrouwde 'tale Kanaäns' spreekt, die alleen door de eigen achterban wordt begrepen. Dat spreken verraadt een zekere angst en kan niet staan in de volle vrijheid van de Geest. Het is juist de Heilige Geest, die 'Geest der waarheid' wordt genoemd Uoh.16:13), die ons het Woord der Waarheid wil leren spreken. Wie die Geest der Waarheid mocht ontvangen in zijn hart, leert spreken met ontzag en eerbied over het Woord der Waarheid. Daarbij is geen plaats voor angst of onzekerheid. Daar schept de Geest wonderbare kracht in de prediking van het Woord der Waarheid.
Feike ter Velde
In de negentiende eeuw is er een dramatische en evenzeer verwoestende ontwikkeling in de theologie gekomen, waarvan we vandaag de uitwerking in de kerk beleven. Het gevolg is de leegloop van de kerken tot verdriet van velen. Het Woord der Waarheid werd in zijn wezen aangetast, uitgehold en vervolgens verworpen.
Hoe kon dat gebeuren, zonder dat dit in de kerk als geheel werd opgemerkt? Aanvankelijk leek het ook niet zo'n bedreiging. Wat geschiedde? Op academisch niveau kwam men in de negentiende eeuw tot een analyse der religies en hun essentie. Dat werd volgens de wetenschappelijke criteria in kaart gebracht. Onder die religies werd ook het christelijke geloof gerekend! Daarmee werd de kiem gelegd: men verlaagde het christelijk geloof tot een vergelijkbare religie. Het volstrekt unieke en enige van het christelijk geloof - zoals geopenbaard in de heilige Schrift - werd toen principieel verworpen.
Er werd - vooral in Duitse academische kringen - een gemeenschappelijke noemer gezocht en gevonden voor de religies, waaronder het christelijk geloof.
Men kwam tot twee punten in de formulering ervan:
1) het universele vaderschap van God en
2) de universele broederschap van alle mensen.
Dat klonk toen goed, alleen, men faalde door niet in te zien dat beide punten wezensvreemd zijn aan de Bijbel.
Een destructieve ontwikkeling voor de christelijke theologie was ingezet. Studie in de theologie werd van toen af aan studie van de religie. In algemene zin gesproken werd dit stilzwijgend in de kerk geaccepteerd, omdat men, in zijn algemeenheid gesproken, de verwoestende gevolgen niet heeft onderkend. Men heeft gefaald te onderkennen welk enorm verschil er ligt tussen de bijbelse openbaring en die twee bovengenoemde zaken.
Natuurlijk is er geen enkel bezwaar tegen dat men de religies bestudeert. De studie der religies hebben tot dan altijd een plaats gehad in de gebieden van de antropologie (menskunde), sociologie of psychologie. Tot dan was het ondenkbaar dat het christelijk geloof onder de religies werd gerekend. De studie van religies heeft alles te maken met de studie van menselijk gedrag en van de verschillende culturen die onze wereld kent. De studie in de theologie is echter studie van God en van Zijn Woord, van Zijn openbaring. Simpel gezegd: in de studie der religies staat de mens centraal. in de studie van de theologie is God het middelpunt.
HET WOORD DER WAARHEID
De Bijbel is door de kerk altijd het 'Verbum Dei' - Woord Gods - genoemd, de Zelf-openbaring van de levende God. De Bijbel is geen uitvinding van mensen, noch de neerslag van de religie van mensen uit een ver verleden, maar openbaring van God. Het is van Hem tot ons gekomen. Daarbij heeft de kerk altijd beleden, dat de Bijbel niet door de hand van God is geschreven, maar door mensenhand. Mensen schreven de dingen op onder de autoriteit van de Heilige Geest, soms zonder zelf te weten of te verstaan waarover het ging. Omdat de Bijbel niet een product is van de mens, noch de neerslag van menselijk geloven, maar een openbaring van God, spreken we over 'bijbelse theologie'. Zou de Bijbel alleen een menselijk product zijn, dan was het christelijk geloof inderdaad niet meer dan een religie onder de religies. Juist dat is het wat theologen als Kuitert beweren: het christelijke geloof (men spreekt meestal over 'christendom') is een religie. Dat is niet een zelfgewonden opvatting van Kuitert en de zijnen, maar het gevolg van wat in de negentiende eeuw ontstond in de academische wereld in Europa. Onze hedendaagse vrijzinnige theologie vindt haar oorsprong in wat toen gebeurde. Aan die 'wetenschappelijke' keuze werd het Woord der Waarheid opgeofferd. Het christelijk geloof, de theologie, werd ondergeschikt gemaakt aan de wetenschap, beschouwd als religie en derhalve naar de buitenrand verschoven.
DE PREDIKING
De gevolgen waren enorm, zowel in reformatorische als in evangelische kerken. De mens en zijn geloof werd het middelpunt van de prediking, de inhoud van de preek verschoof meer en meer naar de psychologie, de gevoelens van de mens, en alles wat daarmee samenhangt. Pragmatisch, direct te consumeren, vertroostend en herkenbaar in het leven van alle dag. Zo ongeveer moet de zondagse preek eruit zien. Het moet het levensgevoel van vandaag uitstralen, met de mens, de menselijke ervaring en de medemenselijkheid als middelpunt. Dat is een religie zonder de ware theologie, zonder de God van de Bijbel. Daar wordt het Woord der Waarheid ondergeschikt aan menselijke opvattingen en ervaringen en dat Woord verdwijnt langzaam maar zeker geheel uit zicht. Deze ontwikkeling verzwakt de prediking en als gevolg daarvan verzwakt de kerk en het geloof van haar individuele leden. De kennis Gods verdwijnt om plaats te maken voor de religie van de mens.
In de dagen van de Reformatie werd het christelijk geloof duidelijk en vooral ook bijbels aangeduid met het Sola Scriptura, Sola Fide, Sola Gratia - alleen de Schrift, alleen geloof, alleen genade. Die krachtige formulering kan ook vandaag nog grote zegen brengen in de kerk als geheel, reformatorisch en evangelisch. Het is het vaste fundament onder een bijbelse theologie, die we vandaag hard nodig hebben wil de kerk staande kunnen blijven in de druk der tijden. De theologie van de Reformatie was altijd door-en-door bijbels, met God als het middelpunt ervan. Uitgaande van die theologie werd de weg tot het behoud van de zondaar (de rechtvaardiging van de goddeloze) geformuleerd en het functioneren van kerk en samenleving belicht. In die theologie wordt God serieus genomen in Zijn oordeel over de zonde en wordt de mens serieus genomen in zijn diepe staat van verval, zijn totale verlorenheid. Prediking gebaseerd op die theologie neemt ook de Gemeente, de kerk, serieus en wijst de weg der verlossing, die in Christus' dood en opstanding is geopenbaard.
GOD EN MENS
In de theologie van de Reformatie vinden we de bijbelse eerbied voor de levende God en wordt Hem in alles de eerste plaats toegekend. We vinden daarin Zijn heilsplan verwoord in Jezus Christus, Zijn Zoon, en we vinden het werk van de Heilige Geest
beschreven in Zijn relatieleggende werk tussen God en mens. Juist dan, wanneer God in alles de eerste plaats krijgt en in alles Zijn eer wordt gezocht, komt de mens tot zijn recht. De menselijke waardigheid en de menselijke verantwoordelijkheid komen onder de schijnwerpers van de heilige Schrift te staan. Het Woord der Waarheid spreekt niet alleen de waarheid over God, die Zichzelf daarin openbaart, maar spreekt ook de waarheid over de mens in zijn totale verlorenheid in zonde en dood, waaruit hij zichzelf niet kan redden. Daar is Gods soevereine genade voor nodig. Maar die is er dan ook overvloedig. Hij wil niet dat de zondaar verloren gaat, maar dat hij behouden wordt en leeft (Ez. 33:11). Daarom roept de Here veelvuldig op tot bekering. Dat is de boodschap van de profeten in het Oude Testament, van de Heiland en de apostelen in het Nieuwe Testament. Gods Woord is erop gericht, is ervoor bestemd, om zondaren tot bekering te roepen en de weg te wijzen tot behoud. Zou de Here dat niet beogen, dan had Hij ons niet Zijn Woord behoeven te geven. Maar Gods vreugde is gelegen in het behoud van de zondaar, engelenkoren zingen in de hemel als dat gebeurt en als alles is voltooid in Gods heilsplan, dan zal "de tent van God bij de mensen zijn en Hij zal bij hen wonen" (Openb. 21:3). Gods Woord heeft tot doel God en mens bij elkaar te brengen.
OORDEELSPREDIKING
Tegelijkertijd toont Gods Woord ons de verschrikkelijke werkelijkheid van een onwillige mensheid, die Zijn genade-aanbod verwerpt, een mensheid die zichzelf meent te kunnen redden of denkt in het geheel geen redding nodig te hebben. In die werkelijkheid blijft alleen oordeel en hel over als toekomstige bestemming. Ook de oordeelsprediking is bijbelse prediking en heeft eveneens een wezenlijke plaats in de theologie van de Reformatie. Tegen de zwarte achtergrond van de menselijke verlorenheid, van zijn vijandschap tegen God en zijn ongehoorzaamheid aan Gods geboden, tegen de zwarte achtergrond van "hel en verdoemenis", schittert de diamant van Gods genade, van Zijn ontferming en Zijn bewogenheid voor een verloren mensenkind. Maar de kracht van de zonde in het menselijk hart is zo enorm, dat het aanzeggen van het oordeel niet mag uitblijven. Dat oordeel komt en is onafwendbaar over de zonde en de wereld en de duivel. Maar de ware gelovige mag weten dat hij niet komt in de toorn van God (Rom. 8:1), maar mag leven "in Christus" die de toorn van God heeft gedragen op het kruis.
REFORMATORISCH EN EVANGELISCH
In het licht van de theologie van de Reformatie is er geen onderscheid tussen 'evangelisch' en 'Reformatorisch'. De term 'evangelisch' bestaat al sinds de reformatie en doelt op alle protestanten die geloven in het Evangelie van Jezus Christus. Later zijn er weliswaar verschillen ontstaan, zoals b.v. op het punt van de doop. Vaak is dat toch gezien als van ondergeschikt belang. Notoire reformatorische christenen smullen van de preken van Spurgeon, die baptist was of van de boeken van Bunyan, eveneens baptist. Er bleek genoeg gemeenschappelijke grond. De verwijdering tussen reformatorisch en evangelisch is vooral gekomen doordat beide 'partijen' zich meer en meer verschansten in eigen stellingen en van daaruit op de andere partij de tegenargumenten afvuurden. Geestelijke armoede is vermoedelijk de grond ervoor. In het licht van het Woord der Waarheid is dat zeer te betreuren. Sommige reformatorische kringen zochten houvast in een versteende theologie van regels en wetten in een subcultuur. Sommige evangelische kringen lieten steeds meer de theologie van de Reformatie los en gleden uit naar allerlei richtingen, soms ook in de zekerheden van de eigen subcultuur, of in extreme charismatische claims en in allerlei onbijbelse leerstellingen. Onderlinge verwijten hebben altijd weer die excessen in beide kampen als inhoud en die excessen worden tot norm gemaakt, waardoor men nooit meer tot wezenlijke gesprekken komen kan.
Vandaag hebben we nodig dat de kerk als geheel terugkeert naar het Woord der Waarheid. Dat Woord is rijk belicht vanuit de theologie van de Reformatie. Die theologie zou vandaag opnieuw inzichtelijk moeten worden gemaakt tot zegen van de hele Gemeente van de Here Jezus Christus.
Met “inzichtelijk maken” bedoel ik, de verwoording ervan los van de eigen kerkelijke subcultuur, waarin men in de vertrouwde 'tale Kanaäns' spreekt, die alleen door de eigen achterban wordt begrepen. Dat spreken verraadt een zekere angst en kan niet staan in de volle vrijheid van de Geest. Het is juist de Heilige Geest, die 'Geest der waarheid' wordt genoemd Uoh.16:13), die ons het Woord der Waarheid wil leren spreken. Wie die Geest der Waarheid mocht ontvangen in zijn hart, leert spreken met ontzag en eerbied over het Woord der Waarheid. Daarbij is geen plaats voor angst of onzekerheid. Daar schept de Geest wonderbare kracht in de prediking van het Woord der Waarheid.
Feike ter Velde