Het signaal van Jeaja 11:11
Uit het profetische woord komen voortdurend belangrijke en krachtige signalen over onze tijd. Soms zijn het ernstige waarschuwingen van God. Andere signalen gaan heel specifiek over de tijd waarin wij leven. Vaak gaat het om een vervulling van profetieën, als wegwijzers langs Gods route naar de komst van de Koning en Zijn Rijk. Door het profetische Woord herkennen we Gods machtige Hand en Zijn grote daden in onze tijd. Het is niet voor niets dat Petrus ons dringend aanraadt om er acht op te geven als op een lamp die schijnt in een duistere plaats'. Het Woord van God brengt Licht, de kudde deskundigen en leuterende politici maken die duisternis alleen maar groter. Toch is het niet eenvoudig om de lichtflitsen van die profetische signalen op te vangen. Er is een belangrijke sleutel waarmee we onze tijd in het licht van de bijbelse profetie duidelijk kunnen verstaan. Die sleutel is het feit dat we nu leven in de periode van 'het herstel van Israël'. De God van Israël heeft de afgelopen eeuw op een bijzondere, profetisch herkenbare wijze voor zijn volk Israël gewerkt. Deze periode van het 'herstel van Israël' gaat over in de 'eindtijd', de laatste zeven jaar voor de komst van de Here Jezus in grote heerlijkheid en met geweldige macht. Nu zijn we zelfs al in de overgangstijd van de periode van het herstel van Israël naar die 'eindtijd' aangekomen. Hoe gaan we nu om met die lamp van de bijbelse profetie?
JOHANNES EN DE PROFETIEËN
Ook de apostelen leefden in een bijzondere profetische tijd. De sleutel tot begrip van hun tijd was voor hen het feit dat Jesjoea de beloofde Messias was. Toen ze dat begrepen zagen ze ineens hoe profetie na profetie in en door de Here Jezus werd vervuld. Van Johannes kunnen we leren hoe dit ook voor onze tijd op te pakken. Profetie liet hem zien dat zijn tijd de 'Tijd van de Messias' was. Dat bracht hem geestelijk verder en hij begreep ineens veel meer van de profetie voor zijn tijd.
Johannes stond bij het Kruis. Wat dacht hij, toen hij zag hoe de soldaten de kleren van Jezus onder elkaar verdeelden en om Zijn gewaad lootten? 'Psalm 22:19' schoot door zijn hoofd. Zo'n 1000 jaar eerder had David al voorzegd: 'Zij verdelen mijn klederen onder elkaar en werpen het lot over mijn gewaad'. Op dat moment zag Johannes in dat het tragische gebeuren aan het Kruis al voorzegd was. Dat God er Zijn Hand in had. Dat het 'bijbels' was wat er gebeurde. Dat bracht Johannes tot geloof, want toen hij drie dagen later bij het lege graf stond, staat er: 'hij zag het en geloofde'. Het tweede voorbeeld is iets gecompliceerder. Het gaat om de intocht van Jesjoea in Jeruzalem. Hij ging op dat ezeltje zitten en iedereen verwachtte op grond van de profetie van Zacharia dat Hij Koning zou worden. 'Dit begrepen Zijn discipelen aanvankelijk niet'. Wat begrepen zij niet? Dat Hij geen koning is geworden. 'Maar toen Jezus verheerlijkt was, toen begrepen zij dat dit (dus de profetie uit Zach.9:9,10) met het oog op Hem geschreven was'. Het profetische Woord is soms direct helder en duidelijk. Maar vaak zien we het pas later. Toen de Heilige Geest liet zien dat het, bijna 2000 jaar geleden, de 'Tijd van de Messias' was, konden de gelovigen als het ware profetie na profetie op de Here Jezus toepassen.
DE ETHIOPISCHE JODEN
We gaan nu Jesaja 11:11 toepassen op de geschiedenis van de
Ethiopische Joden. We lezen eerst de tekst uit de Bijbel en dan de gebeurtenissen uit de krant. We zullen duidelijk zien dat onze ervaring dezelfde is als die van Johannes. Jesaja 11:11: 'En het zal te dien dagen geschieden, dat de Here wederom. Zijn hand opheffen zal om los te kopen de rest van Zijn volk, die overblijft in Assur,… Ethiopië,… en de kustlanden van de zee'. Kort samengevat volgt nu de geschiedenis uit de Jerusalem Post van 20 en 27 juli 2001:
"In 1984 vluchtten duizenden 'Falasha's' uit hongerend Ethiopië. Ongeveer 8.000 van hen kwamen ziek en berooid aan in kampen in Soedan. Israël verzocht de V.S. om hulp en op verzoek van Amerika kon Israël die Joden van Beta-Israël, zoals zij zichzelf noemen, naar Israël overbrengen. Dat was Operatie Mozes. Eind tachtiger jaren werd het leven in Ethiopië voor de overblijvende Falasha's onmogelijk. Honger, bandieten en opstanden dreef hen uit de 250 dorpen waarin zij woonden. Ze kwamen in de hoofdstad Addis Ababa terecht. Een vrijwilliger van een hulporganisatie, Susan Pollac, huurde bussen en organiseerde die 'Uittocht' van de Falasha's naar Addis. Susan was niet-religieus, maar had voortdurend het gevoel dat 'een goddelijke hand haar leidde' in dat bijna onmogelijke werk. In mei 1991 werd de situatie zeer spannend. Legers van bevrijdingsbewegingen, o.a. van Eritrea, kwamen snel dichterbij de hoofdstad. Zij waren Israël, en dus de Falasha's, niet goed gezind. Bandieten in en buiten Addis bedreigden hen. Muitende soldaten in Addis waren een extra gevaar. Op hoog diplomatiek niveau vonden er koortsachtige onderhandelingen plaats om die ongeveer 15.000 Falasha's via een luchtbrug vrij te krijgen.
De halfbroer van president Mengistu, Kasa Kabede, deed de onderhandelingen van Ethiopische kant. Tenslotte bleef er nog één probleem over: De president eiste S 100 miljoen losgeld. De vertegenwoordiger van Israël rekende voor: S 2000 per ticket naar Israël maakt S 30 miljoen en dat bedrag noemde hij als tegenbod. Kabede vroeg toen namens Ethiopië S 57 miljoen. Intussen stonden de opstandelingen op 11 km buiten Addis en de toestand van de Falasha's was zo gevaarlijk dat het opperrabbinaat zelfs toestemming gaf om op sabbat te reizen. Maar de onderhandelingen zaten muurvast. Toen werd president Mengistu afgezet. Haastig deed Israël een nieuw bod om die nieuwe president geen gezichtsverlies te laten lijden: S 35 miljoen. Intussen was ook president Bush (de vader van de huidige president van de V.S.) ingeschakeld. Op 23 mei 1991 drong hij er in een persoonlijke boodschap aan die nieuwe president van Ethiopië op aan de Falasha's vrij te laten. Bush zou ervoor zorgen dat de opstandelingen gedurende dat weekend een wapenstilstand in acht zouden nemen. Binnen een paar uur was het 'op papier' allemaal rond. De Amerikaanse Joden zorgden voor de S 35 miljoen. Er waren nog veel problemen onderweg. Hoe zouden de Arabische landen reageren op een armada van Israëlische vliegtuigen? Kregen ze toestemming te landen in Addis en medewerking van de luchtvaartmensen van Ethiopië? Hoe zouden de muitende soldaten reageren op de convooien bussen naar het vliegveld? Het ging goed, geleid door de hand van de HEER. Een ooggetuige vertelt: 'Een in witte gewaden gekleed 'leger' kwam op hem af. Rustig voortschrijdende gezinnen met kinderen op de ruggen van moeders en oudere zusjes, oude mannen leunend op hun staf, rijen kinderen. Het leek een herhaling van de Uittocht uit Egypte'.
Zo kwam Operatie Salomo tot een goed einde.
DRIE SLEUTELWOORDEN
We gaan even terug naar de profetie uit Jesaja. We zullen zien hoe deze profetie even letterlijk is vervuld als de profetie uit Psalm 22:19 over de kleding van de Here Jezus. Een profetie waaruit Johannes niet alleen herkende dat Gods Hand in die gebeurtenis was, maar ook inzicht kreeg op het Messiaanse karakter van wat er aan het Kruis gebeurde. Nu de sleutelwoorden uit deze profetie:
Wederom: De eerste maal betrof Operatie Mozes in 1984 en het 'wederom' slaat op Operatie Salomo in 1991.
Zijn hand opheffen: Dikwijls gebruikt de HERE wereldse machthebbers om op te komen voor zijn volk. Hier was het president Bush van de V.S. die gebruikt werd om de opstandelingen tot een wapenstilstand te bewegen en de Ethiopische regering bewoog de Falasha's te laten gaan.
Loskopen: Naast de $ 35 miljoen losgeld moesten er nog velen omgekocht worden.
NOG MEER PROFETIE IN ONZE TIJD
Ook over de Syrische Joden kan een dergelijk verhaal verteld worden. Het 'wederom' gaat ook over twee 'uittochten'. De eerste in 1948/49 toen de Joden uit de Arabische landen werden verjaagd. De tweede toen na de val van het communistische regiem in de Sovjet Unie de 5.000 overgebleven Syrische Joden konden vertrekken. Weer was het de Amerikaanse president die hierbij een rol speelde en weer waren er heel wat ambtenaren die omgekocht moesten worden. Weer een vervulling van Jesaja 11:11. Zo zijn er nog zeer veel profetieën over de terugkeer van het Joodse volk en over het herstel van het verwoeste land die in onze tijd vervuld zijn.
DE KONING KOMT!
Johannes en later ook de andere apostelen en evangelieschrijvers zagen vanuit het profetische Woord dat zij leefden in de tijd van de beloofde Messias. Telkens ontdekten zij meer uit de Schriften dat op Hem sloeg. Vandaar dat we regelmatig lezen: 'En dit geschiedde opdat vervuld werd het woord van de profeet…'. Op dezelfde wijze zien wij dat we nu leven in de tijd van het herstel van Israël. Profetie na profetie wordt vervuld. De grote lijnen van het komende Koninkrijk en van de komende Koning worden zichtbaar. Dat bepaalt onze prioriteiten. We steunen en bemoedigen Israël dat nu de barensweeën van het komende Koninkrijk ondergaat. De voorrang en de urgentie van de prediking van het Evangelie krijgt extra nadruk. Daar besteden we onze tienden aan en richten we onze voorbeden op. Tenslotte luisteren we naar het advies van Johannes: 'En een ieder die deze hoop op Hem heeft reinigt zich, gelijk Hij rein is'. Moge de Heer JEZUS, als Hij komt, u en mij zo, als trouwe en ijverige dienaren, aantreffen.
drs. Jan van Barneveld
JOHANNES EN DE PROFETIEËN
Ook de apostelen leefden in een bijzondere profetische tijd. De sleutel tot begrip van hun tijd was voor hen het feit dat Jesjoea de beloofde Messias was. Toen ze dat begrepen zagen ze ineens hoe profetie na profetie in en door de Here Jezus werd vervuld. Van Johannes kunnen we leren hoe dit ook voor onze tijd op te pakken. Profetie liet hem zien dat zijn tijd de 'Tijd van de Messias' was. Dat bracht hem geestelijk verder en hij begreep ineens veel meer van de profetie voor zijn tijd.
Johannes stond bij het Kruis. Wat dacht hij, toen hij zag hoe de soldaten de kleren van Jezus onder elkaar verdeelden en om Zijn gewaad lootten? 'Psalm 22:19' schoot door zijn hoofd. Zo'n 1000 jaar eerder had David al voorzegd: 'Zij verdelen mijn klederen onder elkaar en werpen het lot over mijn gewaad'. Op dat moment zag Johannes in dat het tragische gebeuren aan het Kruis al voorzegd was. Dat God er Zijn Hand in had. Dat het 'bijbels' was wat er gebeurde. Dat bracht Johannes tot geloof, want toen hij drie dagen later bij het lege graf stond, staat er: 'hij zag het en geloofde'. Het tweede voorbeeld is iets gecompliceerder. Het gaat om de intocht van Jesjoea in Jeruzalem. Hij ging op dat ezeltje zitten en iedereen verwachtte op grond van de profetie van Zacharia dat Hij Koning zou worden. 'Dit begrepen Zijn discipelen aanvankelijk niet'. Wat begrepen zij niet? Dat Hij geen koning is geworden. 'Maar toen Jezus verheerlijkt was, toen begrepen zij dat dit (dus de profetie uit Zach.9:9,10) met het oog op Hem geschreven was'. Het profetische Woord is soms direct helder en duidelijk. Maar vaak zien we het pas later. Toen de Heilige Geest liet zien dat het, bijna 2000 jaar geleden, de 'Tijd van de Messias' was, konden de gelovigen als het ware profetie na profetie op de Here Jezus toepassen.
DE ETHIOPISCHE JODEN
We gaan nu Jesaja 11:11 toepassen op de geschiedenis van de
Ethiopische Joden. We lezen eerst de tekst uit de Bijbel en dan de gebeurtenissen uit de krant. We zullen duidelijk zien dat onze ervaring dezelfde is als die van Johannes. Jesaja 11:11: 'En het zal te dien dagen geschieden, dat de Here wederom. Zijn hand opheffen zal om los te kopen de rest van Zijn volk, die overblijft in Assur,… Ethiopië,… en de kustlanden van de zee'. Kort samengevat volgt nu de geschiedenis uit de Jerusalem Post van 20 en 27 juli 2001:
"In 1984 vluchtten duizenden 'Falasha's' uit hongerend Ethiopië. Ongeveer 8.000 van hen kwamen ziek en berooid aan in kampen in Soedan. Israël verzocht de V.S. om hulp en op verzoek van Amerika kon Israël die Joden van Beta-Israël, zoals zij zichzelf noemen, naar Israël overbrengen. Dat was Operatie Mozes. Eind tachtiger jaren werd het leven in Ethiopië voor de overblijvende Falasha's onmogelijk. Honger, bandieten en opstanden dreef hen uit de 250 dorpen waarin zij woonden. Ze kwamen in de hoofdstad Addis Ababa terecht. Een vrijwilliger van een hulporganisatie, Susan Pollac, huurde bussen en organiseerde die 'Uittocht' van de Falasha's naar Addis. Susan was niet-religieus, maar had voortdurend het gevoel dat 'een goddelijke hand haar leidde' in dat bijna onmogelijke werk. In mei 1991 werd de situatie zeer spannend. Legers van bevrijdingsbewegingen, o.a. van Eritrea, kwamen snel dichterbij de hoofdstad. Zij waren Israël, en dus de Falasha's, niet goed gezind. Bandieten in en buiten Addis bedreigden hen. Muitende soldaten in Addis waren een extra gevaar. Op hoog diplomatiek niveau vonden er koortsachtige onderhandelingen plaats om die ongeveer 15.000 Falasha's via een luchtbrug vrij te krijgen.
De halfbroer van president Mengistu, Kasa Kabede, deed de onderhandelingen van Ethiopische kant. Tenslotte bleef er nog één probleem over: De president eiste S 100 miljoen losgeld. De vertegenwoordiger van Israël rekende voor: S 2000 per ticket naar Israël maakt S 30 miljoen en dat bedrag noemde hij als tegenbod. Kabede vroeg toen namens Ethiopië S 57 miljoen. Intussen stonden de opstandelingen op 11 km buiten Addis en de toestand van de Falasha's was zo gevaarlijk dat het opperrabbinaat zelfs toestemming gaf om op sabbat te reizen. Maar de onderhandelingen zaten muurvast. Toen werd president Mengistu afgezet. Haastig deed Israël een nieuw bod om die nieuwe president geen gezichtsverlies te laten lijden: S 35 miljoen. Intussen was ook president Bush (de vader van de huidige president van de V.S.) ingeschakeld. Op 23 mei 1991 drong hij er in een persoonlijke boodschap aan die nieuwe president van Ethiopië op aan de Falasha's vrij te laten. Bush zou ervoor zorgen dat de opstandelingen gedurende dat weekend een wapenstilstand in acht zouden nemen. Binnen een paar uur was het 'op papier' allemaal rond. De Amerikaanse Joden zorgden voor de S 35 miljoen. Er waren nog veel problemen onderweg. Hoe zouden de Arabische landen reageren op een armada van Israëlische vliegtuigen? Kregen ze toestemming te landen in Addis en medewerking van de luchtvaartmensen van Ethiopië? Hoe zouden de muitende soldaten reageren op de convooien bussen naar het vliegveld? Het ging goed, geleid door de hand van de HEER. Een ooggetuige vertelt: 'Een in witte gewaden gekleed 'leger' kwam op hem af. Rustig voortschrijdende gezinnen met kinderen op de ruggen van moeders en oudere zusjes, oude mannen leunend op hun staf, rijen kinderen. Het leek een herhaling van de Uittocht uit Egypte'.
Zo kwam Operatie Salomo tot een goed einde.
DRIE SLEUTELWOORDEN
We gaan even terug naar de profetie uit Jesaja. We zullen zien hoe deze profetie even letterlijk is vervuld als de profetie uit Psalm 22:19 over de kleding van de Here Jezus. Een profetie waaruit Johannes niet alleen herkende dat Gods Hand in die gebeurtenis was, maar ook inzicht kreeg op het Messiaanse karakter van wat er aan het Kruis gebeurde. Nu de sleutelwoorden uit deze profetie:
Wederom: De eerste maal betrof Operatie Mozes in 1984 en het 'wederom' slaat op Operatie Salomo in 1991.
Zijn hand opheffen: Dikwijls gebruikt de HERE wereldse machthebbers om op te komen voor zijn volk. Hier was het president Bush van de V.S. die gebruikt werd om de opstandelingen tot een wapenstilstand te bewegen en de Ethiopische regering bewoog de Falasha's te laten gaan.
Loskopen: Naast de $ 35 miljoen losgeld moesten er nog velen omgekocht worden.
NOG MEER PROFETIE IN ONZE TIJD
Ook over de Syrische Joden kan een dergelijk verhaal verteld worden. Het 'wederom' gaat ook over twee 'uittochten'. De eerste in 1948/49 toen de Joden uit de Arabische landen werden verjaagd. De tweede toen na de val van het communistische regiem in de Sovjet Unie de 5.000 overgebleven Syrische Joden konden vertrekken. Weer was het de Amerikaanse president die hierbij een rol speelde en weer waren er heel wat ambtenaren die omgekocht moesten worden. Weer een vervulling van Jesaja 11:11. Zo zijn er nog zeer veel profetieën over de terugkeer van het Joodse volk en over het herstel van het verwoeste land die in onze tijd vervuld zijn.
DE KONING KOMT!
Johannes en later ook de andere apostelen en evangelieschrijvers zagen vanuit het profetische Woord dat zij leefden in de tijd van de beloofde Messias. Telkens ontdekten zij meer uit de Schriften dat op Hem sloeg. Vandaar dat we regelmatig lezen: 'En dit geschiedde opdat vervuld werd het woord van de profeet…'. Op dezelfde wijze zien wij dat we nu leven in de tijd van het herstel van Israël. Profetie na profetie wordt vervuld. De grote lijnen van het komende Koninkrijk en van de komende Koning worden zichtbaar. Dat bepaalt onze prioriteiten. We steunen en bemoedigen Israël dat nu de barensweeën van het komende Koninkrijk ondergaat. De voorrang en de urgentie van de prediking van het Evangelie krijgt extra nadruk. Daar besteden we onze tienden aan en richten we onze voorbeden op. Tenslotte luisteren we naar het advies van Johannes: 'En een ieder die deze hoop op Hem heeft reinigt zich, gelijk Hij rein is'. Moge de Heer JEZUS, als Hij komt, u en mij zo, als trouwe en ijverige dienaren, aantreffen.
drs. Jan van Barneveld