Het roer om bij de EO?
Nieuwe inzichten over homofilie
Wat is er toch aan de hand? Directeur Ad de Boer blijkt een nieuwe ontdekking te hebben gedaan: "Homo's mogen er zijn". Dat er mensen bestaan met homoseksuele gevoelens, gedachten en praktijken, dat zal nooit iemand zijn ontgaan. Een eerste reactie is dan ook: Ze zijn er toch? Maar nu mógen ze er zijn, vindt de EO. Daar moest ik toch even over nadenken. Wat bedoelt men daarmee? Mochten ze er vroeger dan niet zijn? Of is hier sprake van verhullend taalgebruik? Moeten we er langzaam aan wennen, dat ook de EO deelneemt aan de huidige opvattingen in de samenleving over homoseksualiteit?
Dat homo's er mogen zijn heeft de EO al in een héél vroeg stadium expliciet uitgesproken in televisieprogramma's begin jaren '70 — met daarin o.a. voorzitter ds. W. Glashouwer, de arts mevrouw Beerman-De Roos en ds. W.C. van Dam. Daarin werd sterk de nadruk gelegd op het 'niet afwijzen van de homofiele medemens'. De EO heeft zich nu uitdrukkelijk gedistantieerd van dat verleden. De vraag rijst, waarom? Niet omdat de EO toen zei, dat de homo er niet mocht zijn. Dat zei de EO toen uitdrukkelijk! Dus moet hier sprake zijn van verhullend taalgebruik om de ziel van de achterban te masseren tot een volledig aanvaarden van de cultuur die in onze samenleving past: volledige aanvaarding van het verschijnsel homoseksualiteit. En dat is reden tot grote zorg.
Het zwaartepunt lijkt te liggen bij het bestaan van een kerkelijke belangengroep van homo's in de Vrijgemaakt Gereformeerde Kerk. Deze groep kreeg uitvoerig positieve aandacht in het eigen Nederlands Dagblad. Deze groep had nu, op uitnodiging van de EO, een stand op de EO-jongerendag. Achter de stand vier mensen, zo las ik in kranten, die zelf als homo's samenwonen. Op de website van deze groep, Contrario genaamd, blijkt dat samenwonen van homo's een gepasseerd station is, volledig aanvaard. Men eist nu de aanvaarding in de eigen kerk. Men ramt op de deur van de kerk, als destijds in Sodom op de deur van Lot.
Nu begrijp ik de uitspraak van directeur Ad de Boer ook beter: Dit kan in de Vrijgemaakte Kerk, dus moet het ook bij de EO kunnen. Moeten we vrezen dat er onder de EO-medewerkers nu ook homo's zijn die samenwonen? je kunt nu allerlei scenario's aan mogelijkheden bedenken. Hoe moet het nu verder in evangelisch Nederland?
Is dit de volgorde: verzwak de bijbelse boodschap tot een makkelijk liggend babbeltje voor radio en televisie, de kracht van de Geest is eruit, het appèl tot een radicale ommekeer — bekering - is eruit. Vervolgens: we moeten de (homo)mens accepteren (zoals hij is!) en daar gaat men op de glijbaan naar beneden: de Bijbel aangepast aan de mens en zijn zonde.
De angst slaat me om het hart.
Feike ter Velde
Wat is er toch aan de hand? Directeur Ad de Boer blijkt een nieuwe ontdekking te hebben gedaan: "Homo's mogen er zijn". Dat er mensen bestaan met homoseksuele gevoelens, gedachten en praktijken, dat zal nooit iemand zijn ontgaan. Een eerste reactie is dan ook: Ze zijn er toch? Maar nu mógen ze er zijn, vindt de EO. Daar moest ik toch even over nadenken. Wat bedoelt men daarmee? Mochten ze er vroeger dan niet zijn? Of is hier sprake van verhullend taalgebruik? Moeten we er langzaam aan wennen, dat ook de EO deelneemt aan de huidige opvattingen in de samenleving over homoseksualiteit?
Dat homo's er mogen zijn heeft de EO al in een héél vroeg stadium expliciet uitgesproken in televisieprogramma's begin jaren '70 — met daarin o.a. voorzitter ds. W. Glashouwer, de arts mevrouw Beerman-De Roos en ds. W.C. van Dam. Daarin werd sterk de nadruk gelegd op het 'niet afwijzen van de homofiele medemens'. De EO heeft zich nu uitdrukkelijk gedistantieerd van dat verleden. De vraag rijst, waarom? Niet omdat de EO toen zei, dat de homo er niet mocht zijn. Dat zei de EO toen uitdrukkelijk! Dus moet hier sprake zijn van verhullend taalgebruik om de ziel van de achterban te masseren tot een volledig aanvaarden van de cultuur die in onze samenleving past: volledige aanvaarding van het verschijnsel homoseksualiteit. En dat is reden tot grote zorg.
Het zwaartepunt lijkt te liggen bij het bestaan van een kerkelijke belangengroep van homo's in de Vrijgemaakt Gereformeerde Kerk. Deze groep kreeg uitvoerig positieve aandacht in het eigen Nederlands Dagblad. Deze groep had nu, op uitnodiging van de EO, een stand op de EO-jongerendag. Achter de stand vier mensen, zo las ik in kranten, die zelf als homo's samenwonen. Op de website van deze groep, Contrario genaamd, blijkt dat samenwonen van homo's een gepasseerd station is, volledig aanvaard. Men eist nu de aanvaarding in de eigen kerk. Men ramt op de deur van de kerk, als destijds in Sodom op de deur van Lot.
Nu begrijp ik de uitspraak van directeur Ad de Boer ook beter: Dit kan in de Vrijgemaakte Kerk, dus moet het ook bij de EO kunnen. Moeten we vrezen dat er onder de EO-medewerkers nu ook homo's zijn die samenwonen? je kunt nu allerlei scenario's aan mogelijkheden bedenken. Hoe moet het nu verder in evangelisch Nederland?
Is dit de volgorde: verzwak de bijbelse boodschap tot een makkelijk liggend babbeltje voor radio en televisie, de kracht van de Geest is eruit, het appèl tot een radicale ommekeer — bekering - is eruit. Vervolgens: we moeten de (homo)mens accepteren (zoals hij is!) en daar gaat men op de glijbaan naar beneden: de Bijbel aangepast aan de mens en zijn zonde.
De angst slaat me om het hart.
Feike ter Velde