Het rendement van ons geestelijke kapitaal

Dick Baarsen • 76 - 2000/01 • Uitgave: 14
Als we in een christelijk gezin geboren zijn of misschien later tot bekering zijn gekomen, hebben we een geweldig geestelijk kapitaal meegekregen. We kunnen namelijk geloven! Wat kunnen we geloven? We kunnen geloven dat God er is en dat Hij de hemel en de aarde heeft geschapen. We kunnen geloven dat de Bijbel Gods Woord is en dat het waar is wat daarin staat. We kunnen geloven dat er een duivel is die de mens tot zonde heeft verleid. En dat Jezus Christus de Zoon van God is, dat Hij op een bijzondere manier werd geboren zonder tussenkomst van een man, dat Hij een zondeloos leven heeft geleid, wonderen heeft gedaan, zelfs doden heeft opgewekt, dat Hij voor ons gestorven is en onze straf droeg, dat Hij is opgestaan uit de dood, naar de hemel is gegaan, de Heilige Geest heeft uitgestort, dat Hij weer terug zal komen en dat er een hemel is en een hel. En zo zijn er nog veel meer dingen die we kunnen geloven, gewoon omdat we dat van huis uit hebben meegekregen of ons op een andere manier is bijgebracht.

Niet vanzelfsprekend
Al met al is dat een kostbaar geestelijk kapitaal dat ons is toevertrouwd. Het is heel bijzonder dat we dit allemaal kunnen geloven, want vanzelfsprekend is dat niet. Er zijn massa's mensen die dat met geen mogelijkheid kunnen. Wij dus wel.

En wat doen we met deze koffer vol geestelijke schatten? We moeten er in elk geval vreselijk zuinig op zijn. Het is de bedoeling dat we er niets van kwijtraken. Er komt van alles op ons af, maar daar trekken we ons niets van aan. De evolutieleer wordt ons opgedrongen, onze christelijke gewoonten worden belachelijk gemaakt en geleerde theologen als Kuitert en den Heyer proberen ons van alles te ontfutselen. Maar we houden vast wat we hebben en laten ons wekelijks bemoedigen in een bijbelgetrouwe kerk door een geloofsversterkende preek. We lezen goede christelijke boeken en kranten, we kijken naar de EO en zingen Psalmen, Gezangen en/of Opwekkingsliederen. Zo zijn we in staat om onze geestelijke koffer redelijk compleet te houden.

De goede strijd
Maar dat niet alleen: zo nu en dan laten we zelfs anderen in ons koffertje kijken! We laten ze zien wat we allemaal geloven in de hoop dat ze dan misschien ook wel zo'n koffer met geestelijk kapitaal willen ontvangen. Maar dat valt meestal tegen. De eerste keer vinden ze het nog wel interessant om te horen wat je allemaal gelooft. Maar de tweede keer hoef je er al niet meer mee aan te komen. Ze zijn er gauw op uitgekeken.

Maar goed, daar trek je je dus niets van aan en je gaat rustig verder. En dan hoop je maar dat aan het eind van de rit de inhoud van je koffertje nog helemaal compleet is en dat er niets van verloren is gegaan. Dan heb je de goede strijd gestreden, en je hebt het geloof bewaard en dan kom je voor de Here en zeg je tegen Hem: 'Hier Here, hier hebt U het Uwe. Kijk eens, hetgeen U me hebt toevertrouwd is nog helemaal compleet. Ik heb het netjes bewaard en ik heb er niets van verloren laten gaan." En wat zegt de Here dan? Dat staat aan het eind van de gelijkenis over de talenten in Matth. 24:24. "Gij slechte en luie slaaf…"

Nul komma nul
Waarom? Omdat je aan het eind van de rit nog precies hetzelfde in je koffertje hebt als aan het begin! Er is niets mee gebeurd, het rendement is nul komma nul! Je hebt er waarschijnlijk wel anderen in laten kijken en misschien hebben die zelfs ook zo'n koffertje met inhoud gekregen. Maar dat veranderde niets aan de inhoud van je eigen koffer met geestelijk kapitaal.

Ik hoorde eens een verhaal van een evangelist dat precies illustreerde wat er mis is wanneer we zo bezig zijn. Hij vertelde dat hij een tuin had en dat de buurman daar een paar bloemkoolplantjes voor hem in had gepoot. Die groeiden natuurlijk als kool en elke keer als hij van zijn werk thuis kwam, liep hij eerst even naar zijn tuin om naar die plantjes te kijken. Elke keer waren ze weer een beetje gegroeid. En vooral als hij terugkwam na een aantal dagen van huis te zijn geweest voor zijn werk, dan was dat het eerste wat hij deed: kijken hoe zijn koolplantjes ervoor stonden. Hij raakte er niet op uitgekeken.

Op de foto
Na een paar maanden waren ze klaar om te worden geoogst. Maar er was er één bij die wel heel erg groot geworden was. Het was bijna zonde om die af te snijden en in de vriezer te doen. Hij kreeg een idee: hij zou er een foto van maken! Het rolletje was al bijna vol met foto's van vrouw en kinderen, maar er zaten er nog net twee of drie op voor die reusachtige bloemkool. De opnamen lukten prima en de beste liet hij vergroten. Die lijstte hij in en hing die boven z'n bureau. De andere foto's zaten bij die van zijn vrouw en kinderen en overal waar hij kwam, op een verjaardag of op visite bij familie en vrienden, kwamen de foto's te voorschijn. En dus ook de foto's van die geweldige bloemkool natuurlijk. En dan vertelde hij het hele verhaal hoe leuk het was geweest om ze te zien groeien en hoe zwaar die ene wel geworden was. Iedereen vond het leuk en interessant.

Daar heb je hem weer
De volgende keer kwam hij weer met de foto's van die bloemkool op de proppen en weer vertelde hij het hele verhaal. Er werd beleefd naar geluisterd, maar in stilte werd er gedacht: daar heb je hem weer met die bloemkool! De derde keer kon hij zijn verhaal helemaal niet meer kwijt. Hou er nou maar een keer over op. Dat weten we nu wel!

Wat raar is dat nu toch! Maandenlang raakte hij zelf niet uitgekeken op die bloemkool, en zij hielden het na drie keer al voor gezien! Maar zelf was hij ook gauw uitgekeken op de bloemkool boven z'n bureau. Daar keek hij ook niet meer naar als hij thuis kwam. Logisch natuurlijk. De plantjes in de tuin leefden, daar zat voortdurend verandering in, hoe klein ze ook waren in het begin. Daar gebeurde wat mee en dat is fascinerend! Maar die bloemkool op die foto, daar gebeurde niks mee, daar zat geen groei meer in. Dat was een statisch plaatje waar je na één keer op uitgekeken was. Dan wist je het wel!

En weet je, zo is het met ons-geloofskapitaal ook! Als je met anderen praat over de Here Jezus, wat Hij allemaal gedaan heeft en dat Hij voor je zonden gestorven is, dan weten ze dat na een paar keer wel. En met de verhalen die je aan tafel voorleest aan je kinderen uit de kinderbijbel gaat dat net zo. Als ze de eerste regel horen dan weten ze al precies wat er verder volgt. Dan maar een kinderbijbel van een andere schrijver. Of een boek met zendingsverhalen of de Christenreis van Bunyan. Maar op een gegeven moment kennen ze die ook en dan is de aardigheid ervan af. En zelfs met de echte Bijbel gaat dat zo. Onze koffer raakt vol met geestelijk kapitaal en wat is het makkelijk om daar op uitgekeken te raken.

De boot gemist
Dan heeft de wereld wel wat anders te bieden! Daar bruist alles van leven en verandering! Alles is er in beweging en er zijn steeds weer nieuwe dingen te ontdekken. Daarmee vergeleken is de inhoud van ons koffertje dor en stoffig, statisch en saai. En het mag een wonder heten dat we die met ons mee blijven zeulen tot het bittere einde. Om dan te horen te krijgen dat we de boot helemaal hebben gemist... Maar wat moeten we dan met ons geestelijke kapitaal? Hoe kan dat tot leven komen en groeien zodat er een goed geestelijk rendement behaald wordt? We willen aan het eind van de rit toch graag te horen krijgen: "Wel gedaan, gij goede en getrouwe slaaf! Over weinig zijt ge getrouw geveest, over veel zal ik u stellen! Ga in tot het feest van uw heer!"

Laten we onze geestelijke koffer eens open doen. En ons dan de vraag stellen over de kern van de inhoud: waarom is de Here Jezus nu eigenlijk gestorven en opgestaan?

De ontbrekende schakel
Wanneer je deze vraag stelt in een samenkomst en je zou alle goede antwoorden opschrijven op een bord, dan is dat bord gauw vol. Ik heb het al vaak geprobeerd: Hij heeft onze straf gedragen, we hebben vergeving gekregen, we zijn erdoor verzoend met God, Gods liefde werd erdoor geopenbaard, herstel is mogelijk geworden, verlossing is binnen bereik gekomen, de belofte is vervuld, we worden erdoor gerechtvaardigd en behouden van de toorn, duivel en dood zijn overwonnen, de wil van God is gedaan. God is verheerlijkt, de tussenmuur is weggebroken tussen Jood en heiden, onze plaats wordt bereid, eeuwig leven werd aan het licht gebracht… allemaal goede antwoorden.

Maar elke keer ontbreekt er één. En wel de meest ingrijpende. Het is het recept van een tekst die bijna iedereen uit z'n hoofd kent: "Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping. Het oude is voorbij gegaan, zie, het nieuwe is gekomen." Maar niemand lijkt het recept hiervoor te kennen. En dat recept staat twee verzen ervoor. Nooit wordt dat genoemd. Het blijkt voor praktisch iedereen een blinde vlek te zijn! Met het gevolg dat er van die nieuwe schepping in de praktijk meestal weinig terecht komt.

De blinde vlek
Het recept voor die nieuwe schepping staat in de tweede Corintebrief, hoofdstuk 5 vers 14 en 15. “Want de liefde van Christus dringt ons, daar we tot het inzicht gekomen zijn, dat één voor allen gestorven is. Dus zijn zij allen gestorven. En voor allen is Hij gestorven (en dan komt het!) opdat zij die leven niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem die voor hen gestorven is en opgewekt!"

Waarom is de Here Jezus dus gestorven en opgestaan? Opdat we niet meer voor onszelf zouden leven maar voor Hem! Alleen zo word je een nieuwe schepping! Wat is dat een blinde vlek. Deze duidelijke tekst wordt nooit, maar dan ook echt nooit genoemd! Probeer het zelf maar eens uit. Het blijkt elke keer weer dat dit volkomen buiten ons denkraam valt. Terwijl het zo helder is als glas! Want hiermee kun je alles in je leven beoordelen of het goed is wat je doet of niet: doe je het voor jezelf of doe je het voor Jezus. Je werk, je studie, je hobby's, en alles wat je verder nog doet, voor wie doe je dat eigenlijk? Doe je dat allemaal voor jezelf? Of doe je het voor Jezus? Het is de moeite waard om daar eens bij stil te staan. Want alleen het tweede is goed volgens deze onbekende uitspraak van Paulus!

We behandelden dit een keer in een studentenkamp. In dat kamp waren twee broers die zich aan het voorbereiden waren om een fruitkwekerij over te nemen.

"Ja, dan moeten we zeker allemaal zendeling worden!" riepen ze verontwaardigd.
"Maar die kwekerij dan, voor wie doen jullie dat eigenlijk?"
"Voor onszelf natuurlijk! Dat is toch normaal?!"
"En het geld dat je ermee verdient? Voor wie is dat?"
"Ook voor onszelf, voor wie anders?"
"Nou, voor God bijvoorbeeld! Waarom zou je je kwekerij niet voor God kunnen doen? Je kunt toch tegen Hem zeggen: 'Here, ik doe het allemaal voor U! En wilt U ons laten zien waar we het beste ons geld aan kunnen besteden?

Groot verschil
Dat zou een groot verschil maken. Want wanneer je iets alleen maar voor jezelf doet, dan kan God het niet zegenen volgens deze tekst. Dan zou Hij je alleen maar bemoedigen om het voor jezelf te blijven doen, en dat wil Hij niet. Hij zal je nooit helpen om voor jezelf te leven, ook al bid je tot je een ons weegt. Maar als je het voor Hem doet, wel! Dan heeft Hij er alle belang bij. Wanneer er bijvoorbeeld moeilijkheden zouden komen in je boomgaard met ziekte of ongedierte, dan kun je vrijmoedig bidden: "Here, het is Uw kwekerij hoor.

Geef ons Uw wijsheid om te weten wat we moeten doen!" En mag je verwachten dat Hij dat dan ook zal geven.

Wat doe je jezelf veel te kort wanneer je alles voor jezelf doet! Dan kan de Here geen kant met je uit. Hij kan je zo ontzettend rijk zegenen wanneer je alles doet voor Hem. Al is het nog zo krikkemikkig wat je voor Hem doet, als je hart erop gezet is om helemaal voor Hem te leven, dan gaan de sluizen van zijn zegen over je open. Want dan kan Hij alles voor je doen en kunnen er dingen gaan gebeuren die je nu nog niet voor mogelijk houdt!

Helemaal niet zo absurd
De twee broers vonden die gedachte zo absurd, dat zelfs het bekende feit dat God persoonlijk een fruitkwekerij was begonnen voor de eerste mensen, bij hen het kwartje niet deed vallen. Pas een paar maanden later op de reünie van dat kamp begonnen ze door te krijgen dat het toch eigenlijk helemaal niet zo'n vreemd idee was om alles voor en met God te doen. "Want niemand van ons leeft voor zichzelf en niemand sterft voor zichzelf staat er in Romeinen 14 vers 7. "Want als wij leven, het is voor de Here, en als wij sterven, het is voor de Here!"

Stel dat je werk bestaat uit bezig zijn op een computer en dat je dat ook voor God zou gaan doen. Als er dan moeilijkheden zijn kun je vrijmoedig tegen Hem zeggen: "Here, U hebt mijn hersens ontworpen, en als er een stuk hardware en software is wat goed in elkaar steekt, dan zijn het mijn hersens wel! Dus voor U moet dit probleem maar een peulenschilletje zijn! Want uiteindelijk ben ik aan het werk voor U!" Je moet maar eens uitproberen wat er dan gebeurt!

Ons dagelijkse werk
Nog niet zo heel lang geleden belde iemand op die in de problemen zat. We kregen het erover dat die problemen waarschijnlijk zouden zijn opgelost wanneer hij zou ophouden om voor zichzelf te leven.

“Dat kan ik niet!" zei hij. "Mijn werk kan ik onmogelijk voor God doen!"
"Hoezo onmogelijk?"
"Ik werk bij een bekende bierbrouwerij!" was het antwoord. Ik kon hem niet helemaal ongelijk geven, ondanks het feit dat de Here Jezus ooit eens 600 liter heel goede wijn maakte…

Maar toch moeten we die kant wel op: alles voor God doen, ook je dagelijkse werk. En kom je tot de conclusie dat God niet zo blij kan zijn met wat je nu doet, dan heeft Hij vast wel iets beters voor je als je daarvoor open staat.

Stel dat je dat niet zou doen. Dan ga je om half 8 de deur uit, je bent de hele dag buiten God om bezig, je komt om 6 uur moe thuis waarna je vrouw en kinderen alle aandacht opeisen. Als de laatsten naar bed zijn, moet je je toch ook nog even op de hoogte stellen van wat er in de wereld te koop is. Je leest de krant, kijkt naar het slechte nieuws en je blijft vervolgens tot bedtijd voor de beeldbuis hangen. Tenslotte wordt de dag op bed besloten met gezamenlijk gebed. Maar die omschakeling is dan zo groot, dat je niet veel verder komt dan het uitspreken van een paar nietszeggende vrome zinnen en halverwege het gebed van je vrouw in slaap valt… Bij hoeveel procent van je bezig zijn was God die dag betrokken?! Dat kan toch de bedoeling niet zijn.
Wat wel de bedoeling is, vertelde een onderhoudsmonteur van kopieerapparaten. Toen hij ervoor koos om ook zijn dagelijkse werk voor Degene te gaan doen die voor hem gestorven was en opgestaan, kostte hem dat wel wat meer tijd, zei hij. Want daarvoor liet hij nog wel eens iets achterwege in het onderhoud. Maar voor de Here Jezus kon en wilde hij geen half werk meer doen…

Roomboter en pindakaas
Ik lust graag roomboter op mijn brood. En redelijk dik pindakaas. Dat doe ik helemaal voor mezelf. En lekker genieten van een warme douche ook, dat doe ik ook niet voor God! En het huwelijk met alles wat er daarin aan heerlijke dingen te beleven is, voor wie doe ik dat? Zo zijn er heel veel dingen die je hoofdzakelijk voor jezelf doet in plaats van voor God. Wat moet je daar nou mee? Mag dat allemaal niet meer?

Tweeduizend jaar geleden zaten ze ook al met die vraag. Hoe minder je at en dronk, hoe geestelijker je was, dachten sommigen. En trouwen mocht al helemaal niet als je bij God in een goed blaadje wilde komen.

Paulus geeft zijn commentaar hierop in zijn eerste brief aan Timotheus, hoofdstuk 4 vers 1-5. Het huwelijk is prima, schrijft hij daar. En ook het genieten van eten en drinken. Want daar heeft God het nou juist voor geschapen, dat we daar als gelovigen dankbaar gebruik van zouden maken. "Alles wat God geschapen heeft, is goed. En niets daarvan is verwerpelijk als het met dankzegging aanvaard wordt. Want het wordt geheiligd door het woord van God en door gebed.”

Als je dus ergens van geniet en je dankt God daarvoor, dan is het tot eer van God. Daar heeft Hij plezier in want daar heeft Hij het ons voor gegeven. Door te danken betrek je Hem erbij en erken je dat je het allemaal aan Hem te danken hebt. Roomboter op je brood is dus niet per definitie los van God of uit een andere wereld. En pindakaas net zo min.

"Of gij dus eet of drinkt, of wat gij ook doet, doet het alles ter ere Gods!" schrijft Paulus in zijn eerste Corintebrief, hoofdstuk 10 vers 31.

Televisie en internet
Ja, alles wat God geschapen heeft is goed en niets daarvan is verwerpelijk. Hennep-, coca-, papaver- en tabaksplanten, allemaal puur natuur. Maar het is maar net met welk doel je er gebruik van maakt. Ook op televisie en internet is heel wat moois te zien wat God geschapen heeft. Vooral voor mannen. Maar of het geheiligd wordt door Gods Woord? Daarin staat dat het bekijken van een vrouw om haar te begeren hetzelfde is als vreemd gaan. Dat moeten we dus maar niet meer doen als we voor God willen leven.

En de zelfbevrediging die daar het gevolg van is? Gods Woord zegt daar op zich niets verkeerds van. Maar als je er Gods zegen over vraagt, hoeft het plotseling niet meer. Dan is dat ook duidelijk. Probeer het maar eens uit.

En zo kun je bij alles aan de weet komen of het goed is of niet. Als je niets liever wilt dan alles voor God doen en Hem overal bij betrekt, dan gaat Hij duidelijkheid geven, dan wordt alles helder. Daardoor krijg je vanzelf een afkeer van alles waar Hij niet blij mee is. Wat gaat er een zegen op je leven rusten wanneer je alles gaat doen voor God en de rest laat schieten. Dan kan God honderd procent achter je staan. En de Bijbel gaat voor je leven. Want daar gaat het in de Bijbel over, over het leven voor en met God! Ja, nou begrijp ik het! zeg je dan.

Twee manieren van leven
Er zijn dus in principe maar twee manieren van leven: Of je leeft voor jezelf, of je leeft voor God. Nu zijn er massa's mensen die 100% voor zichzelf leven. Je ziet dat overal om je heen. Dat is normaal. Maar waar zijn de mensen die 100% leven voor Jezus en voor God?! Ja, 25%, dat zie je nog wel eens. Of fifty-fifty, dat is nog beter. En wat dacht je van 75% voor God? Of 90%?! Dat kom je echt niet vaak tegen. Dan kun je wel naar een bijbelschool of naar een theologische faculteit om voorganger te worden. Die tien procent voor jezelf, die is te verwaarlozen. Vergeleken bij anderen is dat bijna niets! Daar zit je dus niet mee.

Weet je wie daar ook niet mee zit? De duivel! Die vindt dat prima. Daar kan hij goed mee uit de voeten, met die tien procent! En ook nog wel met vijf procent als het moet! Want leven voor jezelf-in plaats van voor God, daar is hij ooit zelf mee begonnen. Dat heeft hij uitgevonden. Dat is de oerzonde. Alle andere zonden komen daaruit voort. Liegen, stelen, moorden, vreemd gaan, verslaving aan drank, drugs, roken, gokken of aan porno: het is allemaal een gevolg van het leven voor jezelf. Daar heeft hij ons allemaal in meegesleept. Het leven voor jezelf is de oorzaak van alle ellende in de wereld, in het groot en in het klein. De eigenlijke betekenis van het woord zondigen, is je doel missen, je bestemming niet bereiken. Als je voor jezelf leeft, leef je voor het verkeerde doel en mis je je bestemming. Dat is dus zonde in de meest letterlijke zin van het woord.

Duivelse strategie
Daarom is de duivel met die tien procent leven voor jezelf erg tevreden. Voor hem is dat ruim voldoende om alles met je te kunnen doen wat hij wil. Wat is dan zijn strategie? Hij laat je zo ver mogelijk gaan in het geestelijke werk voor je kerk of in je gemeente. Als voorganger bijvoorbeeld of als evangelist. Hoe verder je gaat en hoe langer het duurt, hoe beter! Om je dan op het meest effectieve moment plotseling terug te fluiten. Dan zeil je zomaar van het ene moment op het andere de diepste duisternis in. Dat komt vaak voor. Hoe is het mogelijk, zeggen de mensen dan.

Onbegrijpelijk hoe iemand met zo'n gezegende bediening van het ene moment op het andere in de ergste zonde kan vallen! Maar het was niet van het ene moment op het andere hoor! Het zat er al jaren in. In het verborgene was het al vanaf het begin aan 't gisten en broeien totdat uiteindelijk de bom barstte tot verbazing van iedereen.

Een nieuwe schepping
Daarom heeft de Here Jezus er alles voor over gehad om ons grondig te bevrijden van al dat duivelse geleef voor onszelf. Want dat is het meest vervloekte en duivelse wat er is. Hij wilde dat tot de laatste druppel van ons overnemen en onderging daar toen de vloek over. 'Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten!' schreeuwde Hij uit toen dat gebeurde. Zo stierf één voor allen.

Wanneer één voor allen betaald heeft, dan heeft in principe iedereen betaald, dat begrijpen we allemaal wel. Maar zo is het ook wanneer één voor allen is gestorven. Dan zijn we in principe allemaal dood. Tenminste wat dat leven voor jezelf betreft. Je hoeft dus helemaal geen zelfmoord te plegen om van een vreselijk verleden af te komen. Je bent in dat opzicht al morsdood.

Daar heeft Jezus voor gezorgd. Hij wil dat we dat geloven en aanvaarden. Om dan een nieuw begin te maken met stap voor stap te leren om voortaan alleen maar voor Hem te leven. Dan ben je een nieuwe schepping geworden en is het oude voorbij gegaan en het nieuwe gekomen.

Wanneer ben je dus in Hem? Wanneer je in principe afstand hebt genomen van het leven voor jezelf en voor Hem gaat leren leven. Maar zolang je nog een stuk van je leven buiten Christus houdt, ben je nog niet helemaal in Hem. Dan werkt het dus niet. Dan gaat alles wat je in Hem kan zijn en in Hem kunt hebben, aan je voorbij. Wanneer je op deze manier denkt bezig te kunnen zijn in het Koninkrijk van God, dan kan God je niet inspireren of tot je spreken. Ja, Hij heeft je maar één ding te zeggen: kiezen! Zolang je dat niet doet, ben je voor je preken aangewezen op wat je zelf bedenken kan. En op wat je uit de tweede hand wordt aangereikt in commentaren, boeken en preken. Anderen kunnen erdoor gezegend worden, maar zelf sta je er buiten!

Gevarenzone
Er zijn dus maar twee manieren van leven: je leeft voor jezelf, of je leeft voor God. Leef je voor jezelf, dan ben je een leerling van de duivel want die is daarmee begonnen. En leef je voor God, dan ben je een leerling van Jezus, want zo leefde Hij.

Maar zolang je nog 75% of 50% of misschien nog maar 10% voor jezelf leeft, leef je in de gevarenzone. Dan leef je nog in twee werelden en eet je van twee walletjes, dan ben je dus dubbel bezig. Dan ben je een huichelaar. Op je werk schaam je je voor je kerk. En in je kerk schaam je je voor je werk. Zolang je zo leeft, heeft God dus maar één boodschap voor je: kiezen! Verder heeft Hij je niets te zeggen.

"Ik wou dat je heet was of koud! Maar omdat je lauw bent in plaats van koud of heet, zal Ik je uit mijn mond spuwen!" zei de Here Jezus tegen de christenen in Laodicea. "Wat vuil is, moet nog maar vuiler worden en wat rein is moet nog reiner worden" wenst Hij op de laatste bladzijde van de Bijbel. Dan wordt het tenminste duidelijk aan welke kant iedereen staat. Het één of het ander, daar ontbreekt het vaak aan. Vooral bij de mannen. Vrouwen redden het vaak nog wel. Als die tot bekering komen, is het meestal heelhartig. Bij hen is het alles of niks. Vrouwen kunnen zich maar moeilijk half geven. Mannen kunnen dat wel. Dat zijn net taarten, ze kunnen zich heel makkelijk in stukjes delen: een stuk voor de zaak, een stuk voor het huwelijk, een stuk voor de hobbies, een stuk voor godsdienstigheid en ga zo maar door! Veel mannen kunnen maar moeilijk tot een totale toewijding komen omdat ze er heel makkelijk een partje buiten kunnen laten. Daarom zijn de vrouwen meestal geestelijk verder dan de mannen: ze zijn de mannen een slag voor in hun toewijding.

Geen uitdaging
Dat komt ook door de huidige "normale" evangelieverkondiging waarbij het accent vooral gelegd wordt op vergeving, geborgenheid, troost, en dat soort zaken. Dat spreekt vrouwen meer aan dan mannen. Maar voor mannen ontbreekt in de prediking doorgaans de uitdaging.

Ook in dit opzicht zijn mannen anders dan vrouwen: ze willen ontdekken, vechten, veroveren. Alle oorlogen worden door mannen gevoerd, alle aanleidingen tot strijd grijpen ze aan om te kunnen vechten, zelfs in het kerkenwerk. Alleen mannen zie je op grote motorfietsen scheuren, gebruik makend van krachten die hun eigen kracht overstijgen. Ook bergbeklimmers zijn hoofdzakelijk mannen: hoger, verder, de eerste willen wezen, ze willen geroemd en gerespecteerd worden. Anderen die wat rustiger zijn gaan weer vissen. Vangen willen ze, zoveel mogelijk vissen uit het water halen. Dat zie je vrouwen ook niet zo vaak doen. Die vinden dat maar raar: wat moet je nou toch met dat gehengel, die vissen laat je toch weer zwemmen! In zaken weten ze ook niet van ophouden: altijd meer, groter, beter, verder. Ze willen geld verdienen, ze speculeren en investeren in van alles en nog wat. En dan zeggen ze dat ze dat allemaal voor hun gezin doen. Maar de meeste vrouwen hadden veel liever dat hun man maar gewoon magazijnbediende was en dat hij meer tijd, energie en creativiteit in zijn gezin zou investeren.

Het Koninkrijk
Ja, mannen zijn vreemde wezens. Toch heeft God ze zo geschapen. Maar dan wel met het oog op het koninkrijk van God. Daar moet gestreden en gewonnen worden en gevist, daar moeten ontdekkingen worden gedaan en gebruik worden gemaakt van kracht die de eigen kracht overstijgt en daar moeten schatten worden verzameld! Maar als dat de boodschap niet is in de gemeente, dan verdwijnen mannen uit de samenkomsten. Of ze zitten er passief bij omdat het ze niet aanspreekt, ze worden niet uitgedaagd. Ze hebben belangrijker dingen aan hun hoofd. Daardoor komen ze geestelijk nooit echt tot ontplooiing.

Sommige mannen menen dat dat normaal is: zij hebben het zo druk met de materiële zorg voor het gezin, dat ze alle geestelijke zaken aan de vrouw overlaten, want die heeft daar de tijd voor. Wanneer ze proberen te bidden, dan tolt alles van het werk en de zaak door hun hoofd, en kunnen ze zich nauwelijks concentreren. Dus het wordt van de vrouw verwacht dat ze de hele gebedslast voor hem en de kinderen op zich neemt. En met bijbel lezen is dat net zo. ook dat lukt zulke mannen maar heel moeilijk. Ze zitten op een heel andere golflengte.

In een goede gemeente worden de mannen nog wel een beetje opgepept: lekker zingen, gezellig met elkaar praten, een stichtelijk woord, daar kunnen ze het best een weekje mee doen. Maar echt zoeken doen ze alleen maar naar dingen die alle ongelovige mannen ook belangrijk vinden. In het Koninkrijk zoeken ze weinig of niets, dat moeten anderen ze maar aanreiken.

Honderd procent
Maar honderd procent voor God, dat is andere koek! Kan dat wel?! Nou, het is natuurlijk niet zo dat je van het ene moment op het andere geestelijk volwassen bent! Of dat je geen fouten meer zou maken. Dat is vanzelfsprekend! Want wanneer je helemaal voor jezelf hebt geleefd, en je laat dat leven los, wat houd je dan over? Helemaal niks! Daar begin je dus mee: met helemaal niks! Net zoals op het moment van je geboorte. Dan ben je nog volkomen hulpeloos en moet je alles nog leren. Je hebt anderen nodig om je op weg te helpen. Maar dat wil niet zeggen dat dat minder zou zijn dan honderd procent hoor! Een container kan honderd procent vol zijn. Maar een vingerhoedje ook! En zo is het ook met onze gezindheid. Vanaf het begin kunnen we in principe helemaal voor God leven, honderd procent. Zelfs al maak je fouten bij 't leven en doe je nog helemaal niks goed! Het gaat om je gezindheid en of je wilt leren.

Toen je op school voor het eerst moest leren schrijven, maakte je er ook nog helemaal niks van. Maar je gezindheid om te leren was 100%. Dat is het belangrijkste. Ons zoontje gaven we (heel lang geleden!) zijn eerste sneetje brood met chocoladepasta. Expres natuurlijk en dan kijken hoe hij daarmee om zou gaan. Hij probeerde met een vorkje te eten, maar het werd een grote smeerboel. Vonden we dat erg? Welnee! We maakten er een filmpje van, zo mooi vonden we dat. Hij kon het niet, maar hij probeerde het uit alle macht. God is de ontwerper van het ouderschap. Zou Hij als hemelse Vader anders reageren op ons geknoei? Als God ziet dat we de eerste stap willen maken om los te komen van dat leven voor onszelf, man, dan is er feest in de hemel! En de fouten die je daarbij maakt, dat geeft helemaal niets! Want je gezindheid is goed. Daar is God blij mee. Hij kijkt in je hart. En Hij ziet je verlangen. En de fouten die je maakt, daar leer je van. Je moet je daar niet door laten ontmoedigen.

Het nieuwe verbond
Echt, God zegent je honderd procent wanneer je helemaal los wilt komen van dat leven voor jezelf. Daar is Hij zo blij mee dat Hij een verbond met je wil sluiten. Een nieuw verbond waarbij Hij zijn wet in je hart legt en die ook in je verstand schrijft. Dat staat in de Hebreeënbrief, in hoofdstuk 8 en hoofdstuk 10. "Dit is het verbond… Ik zal mijn wetten in hun harten leggen en die ook in hun verstand schrijven, en hun zonden en ongerechtigheden zal Ik niet meer gedenken. “Door Gods wet in je hart krijg je zin om zijn wil te doen. Dan komt het van binnenuit. En door Gods wet in je verstand krijg je licht op de dingen: je gaat begrijpen hoe goed Gods wil is. Een intellectuele zelfmoord om te kunnen geloven is dan ook niet meer nodig, want door dat verbond krijg je een helder inzicht. Je verstand gaat goed functioneren. En als klap op de vuurpijl gaat er door dit Nieuwe Verbond een streep door je verleden. Aan je zonden en ongerechtigheden zal niet meer worden gedacht wat God betreft. Zo ver wil God graag met ons gaan. Hij vraagt niet alleen 100%, maar Hij geeft het ook, zodat je het makkelijk kan! "En God is bij machte alle genade in u overvloedig te schenken opdat gij, in alle opzichten, te allen tijde, van alles genoegzaam voorzien, in alle goed werk overvloedig moogt zijn!" Acht keer een uitdrukking van 100% of meer in één vers! Paulus schrijft dat in de tweede Corintebrief, hoofdstuk 9 vers 8.

Gods wet in je hart
Dat moet je dus als eerste doen: ingaan op zijn aanbod om dat Nieuwe Verbond met je te sluiten. Hij wil niets liever. Daar kun je elke keer op terug vallen. Als je iets moet doen waar je geweldig tegenop ziet en waar je misschien zelfs een hekel aan hebt, dan kun je gebruik maken van dat Nieuwe Verbond. "Here," zeg je dan, "Here, als het echt Uw wil is dat ik dat doe, legt U dan die wet in mijn hart en schrijf die ook in mijn verstand, zodat ik het van harte en met blijdschap kan doen.- En dat werkt. Bij mij wel tenminste. Al veertig jaar. God wil wel! Op deze manier komt alles wat God aan gaven en talenten in je heeft gelegd tot volle ontplooiing.

Slordig
Maar wat is het verdrietig dat we hier in het algemeen zo slordig mee omspringen. In het gewone leven zijn we meestal niet zo slordig. Wanneer je aardbeien doet op je brood, dan kan het gebeuren dat er een paar spetters op je schone overhemd terecht komen. Als je daarna ergens naar toe moet, dan zegt je vrouw: "Joh, doe even een ander overhemd aan, want deze is niet schoon meer!"
"Niet schoon meer?!" zeg je, 'Alleen maar door die paar spettertjes? M'n kraag is nog niet vet en onder mijn armen is het nog helemaal fris..." “Zeur toch niet zo!" zegt ze dan. Je komt er niet onderuit. Al is het overhemd nog voor 99% schoon, je moet toch een ander overhemd aantrekken! Waarom? Omdat het niet nodig is om met vlekken op je overhemd rond te lopen. Dan ga je even een straatje om. En per ongeluk trap je met de punt van je schoen in de hondenpoep. Dan wil je naar binnen. "Je doet je schoenen toch vel uit?" zegt je vrouw dan heel terecht.

"Och joh," zeg je dan, “Maak je toch niet zo druk om dat kleine beetje hondenpoep. Doe niet zo kinderachtig! Je ruikt bijna niets!"

Maar nee hoor, zulke praat slaat nergens op. Waarom? Omdat dat kleine beetje hondenpoep aan je schoen niet nodig is! Je kunt heel makkelijk je schoenen uittrekken en afspoelen. Er is geen enkel excuus om met hondenpoep aan je schoen naar binnen te stappen. Dat vinden we allemaal verschrikkelijk normaal. Daar zijn we heel zorgvuldig in.

Vals of zuiver
Misschien speel je wel gitaar. Wanneer één van de zes snaren een heel klein beetje ontstemd is, is je gitaar vals en ga je hem stemmen. Waarom? Omdat een gitaar niet vals hoeft te zijn. Hij kan 100% zuiver wezen. Geen enkele reden om op een valse gitaar te spelen. Zelfs wanneer er maar één klein snaartje van al die instrumenten van het Concertgebouworkest niet helemaal zuiver is. wordt er geen concert gegeven. Het concert begint pas wanneer die ene snaar goed gestemd is! Anders is het orkest vals! En dat is helemaal niet nodig.

Gezonde radicaliteit
Dit vinden we allemaal heel erg logisch. Maar in ons geestelijke leven zijn we plotseling heel anders. "We zijn nou eenmaal zondaars en niemand is volmaakt!' En zo lopen we rond met smerige harten, bevuilde longen, gore gedachten, gemene ideeën en egoïstische plannen alsof het heel normaal is. Alleen maar omdat we niet 100% voor God willen leven! Maar ga je voor de volle honderd procent, dan komen we met al die dingen helemaal uit de knoop.

Als je tien procent voor jezelf leeft, merk je het niet eens wanneer je afzakt naar 25% of meer. In principe maakt dat maar weinig verschil. Maar wanneer je alles voor God doet, dan merk je het onmiddellijk wanneer je weer voor jezelf begint te leven. Want dat is een verschil van dag en nacht! Daarom is het zo gezond om radicaal te zijn. Want dat bewaart je ervoor om ongemerkt af te zakken.

En echt hoor, God neemt geen genoegen met minder dan 100%. Want het is niet nodig. Jezus heeft alles gedaan om ons helemaal vrij te maken van alle ongerechtigheid. Lees maar wat er staat in Titus 2 vers 14. En in de eerste Johannesbrief, die gaat daar helemaal over.

Meer dan nul komma nul
Je hebt er geen idee van wat er gaat gebeuren in onze gezinnen en in de kerken en gemeenten wanneer we in ons leven met God net zo zorgvuldig worden als in het leven van elke dag. Wanneer we 100% voor God gaan leven, dan komen we geestelijk in beweging en komen alle goede dingen in ons leven tot volle ontplooiing. En het bewaart ons voor allerlei negatieve ontwikkelingen die het gevolg zouden zijn van emotionele scheefgroei of van afwijkende gerichtheden. Daarom staat er: Maak een recht spoor met uw voeten opdat hetgeen kreupel is niet uit het lid gerake, maar veeleer geneze. Wanneer ons doel helder is, gaan we geestelijk groeien als kool en we doen elke keer weer nieuwe ontdekkingen in het Koninkrijk van God. Dan wordt ons leven fascinerend en hebben we anderen wel wat meer te laten zien dan alleen maar een koffertje vol met opvattingen en leerstellingen, maar met een rendement van nul komma nul!

Dick Baarsen