Het kaarslicht dooft

Gerrit van Engelenhoven • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 20
Het kaarslicht dooft,
het lied verklink.
Het duurt niet eeuwig
dan men zing
van Stille nacht
en Kindje klein,
ééns
zal het afgelopen zijn.


Dán klink+ een lied
op schoner wijs,
zuiver van toon
in ’t Paradijs.
Het nieuwe lied
zingt daar mijn stem,
het loflied
tot de eer van Hem,
die mij,
in mijn verval en zonden,
kwam zoeken en....
mij heeft gevonden,


Nu wacht ik
op die grote dag,
waarop Hij komt
om mij dat nieuwe lied
te leren.
Mijn hart verlangt er naar
Dat Hij zal wederkeren,
0, dat mijn oog
die nieuwe morgen zag...

Gerrit van Engelenhoven