Het is voor of tegen God

Frits Boekhoff • 95 - 2019 • Uitgave: 4
Voordat de aarde geschapen werd, had God al honderden miljoenen engelen geschapen, ontelbaar veel (Kolossenzen 1:16-17; Job 25:3) God schiep engelen, aartsengelen, cherubs en serafijnen. De Bijbel noemt een paar engelen bij naam, zoals Gabriel en Michael die elk een eigen bediening hebben. De belangrijkste bediening was weggelegd voor een engel, die later satan of de duivel genoemd zou worden.

Deze machtigste en mooiste engel dacht dat hij aan God gelijk kon zijn. Niet alleen was dat een hoogmoedige gedachte, maar het zegt ook iets over God. Over Zijn absolute grootheid en heerlijkheid die satan nooit volledig heeft gezien.
Satan wilde het onmogelijke, aan God gelijk zijn. Dat was regelrechte rebellie tegenover God en in zijn val sleepte hij een derde van de engelen mee (Openbaring 12:3-4).Dit alles gebeurde dus voordat de aarde geschapen werd. Zo waren er in de hemel twee groepen engelen. Hemelse dienaren van God, engelen genoemd en dienaren van satan, demonen of afgoden genoemd. Het is goed om op te merken, dat er geen derde groep engelen bestaat. Er zijn geen engelen die noch aan God, noch aan de duivel rekenschap hoeven af te leggen.

Vol bewondering
De engelen kijken naar de schepping van de aarde en zijn diep onder de indruk, juichen en geven God de eer (Job 38: 4-7). Engelen hebben ook vol bewondering gekeken naar het werk van Jezus op aarde. Ze wilden dat doorzien. 1 Petrus 1 zegt het zo: ‘in welke dingen zelfs engelen begeren een blik te slaan’ (vers 12). Vanaf de schepping zijn deze dienaren van God al in de weer om Gods plan met de wereld tot uitvoering te brengen. Zo krijgt Abraham bezoek van engelen en wordt Petrus door een engel uit de gevangenis bevrijd. Engelen zijn erbij als Gods gemeente bij elkaar is en het Avondmaal viert (1 Korinthe 10 en 11). Engelen worden alleen al in het Nieuwe Testament in 79 verzen genoemd.
Helaas zijn satan en zijn dienaren vanaf de schepping steeds weer bezig geweest om de plannen van God te dwarsbomen. Zo is de hemelse strijd ook op aarde begonnen. Ik noem de meest bepalende duivelse streken: de duivel die Eva verleidde, die Judas aanzet tot het verraad van Jezus (Lukas 22:3) en die rechtstreeks betrokken was bij de kruisging van Jezus (1 Korinthe 2:8).

God brengt scheiding aan
En zo zijn er, net als bij de engelen in de hemel, ook twee groepen mensen op aarde: dienaren van God en dienaren van satan. Eerst wilde satan aan God gelijk zijn. Omdat satan nu ziet dat het onmogelijk voor hem is om gelijk aan God te worden, heeft hij zijn doel veranderd. Hij zet nu alles op alles om de groep dienaren van God zo klein mogelijk te maken.
Daartegenover staat Gods doel. Hij wil ons verlossen uit de macht van de duisternis en ons overbrengen naar het Koninkrijk van het Licht, dat is het Koninkrijk van Jezus. (Kolossenzen 1:13). Vanaf de schepping is God bezig met het aanbrengen van scheiding. Zoals scheiding tussen licht en duisternis en scheiding tussen de wateren (Genesis 1: 4,6,7). Ook zonderde God Noach af van de wereld en plaatste hem en zijn gezin in de Ark en leidde Hij Abraham uit Ur en Lot uit Sodom. God leidde Israël uit Egypte, de gemeente/de kerk uit de wereld.

Geen grijs gebied
Steeds weer zet God de gelovigen apart, scheidt Hij de mensheid op aarde. Al de eeuwen door, tot op de dag van vandaag is God bezig met het samenbrengen van de kinderen van het Licht, die Hij afzondert van de kinderen van de duisternis. Zowel in de hemel als op de aarde is er geen grijs gebied. Vanuit dit principe heeft God de tegenwoordige wereld ook opgebouwd. Er zijn kinderen van het Licht en kinderen van de duisternis. Daarom schrijft Paulus ook zo nadrukkelijk: ‘welke gemeenschap heeft het licht met de duisternis… Scheidt u af, spreekt de Here’ (2 Korinthe 6:14 ,17).
Hoe is het toch mogelijk dat zoveel christenen bezig zijn met het tegenovergestelde van wat God wil, namelijk vermenging met de wereld. God kijkt naar Zijn wereld en kijkt niet of iemand slim of dom is, aardig of onaardig , leider of volger, nee Hij kijkt naar wie Hem toebehoren en wie (nog) niet. Veel christenen leggen totaal andere criteria aan. Bijvoorbeeld of iemand zijn gedachtengoed over een bepaald (politiek) standpunt deelt. Of iemand aardig is of niet. Soms gaat dit zover, dat gemeenschap met de wereld vanzelfsprekender is dan vriendschap in de eigen kerk.

Oplossingen zoeken
We hebben Gods Woord en geleid door de Heilige Geest proberen we dat Woord te verstaan. Het verlangen van iedere christen is, als het goed is, om Gods Woord goed te verstaan. Dit omdat wij Hem liefhebben. In dat verstaan van Gods Woord kunnen christenen soms van elkaar verschillen. Hierbij is het belangrijk dat we, met Gods Woord als leidraad, respect hebben voor elkaar standpunten en dat we tegelijkertijd Gods Woord als toetssteen gebruiken, omdat wij Hem oprecht willen dienen. Dit zou bij elk onderwerp onze hartsgesteldheid moeten zijn. Zo niet, dan handelen we vanuit verkeerde motieven. Dan passeren we God en zoeken we oplossingen primair in de wereld.
We moeten radicaler worden en duidelijker zien waar de strijd echt om draait. Een ongelovige buurman, vriend of familielid kan nog zo aardig zijn, maar hij dient, vaak onbewust, de vorst van de duisternis. Je bent voor of tegen Christus. Daarom waarschuwt de Bijbel ook zo tegen een huwelijk of andere verbintenissen tussen een gelovige en een ongelovige. Wanneer deze dingen in het leven van een christen heel normaal zijn, dan kan de vraag gesteld worden in hoeverre de Geest van God nog kan werken. Durven we de vraag van Paulus in 2 Korinthe nog te stellen: ‘Stelt uzelf op de proef, of u wil in het geloof bent, onderzoekt uzelf. Of bent u er niet zo zeker van dat Jezus Christus in u is’ (13:5).

De belangrijkste vraag
De belangrijke vraag die we onszelf moeten stellen is: dien ik de Here God of de duivel? Het is geen populair onderwerp maar waar brengen wij de eeuwigheid door: in de hemel of de hel? Het grijze gebied, een derde plaats ergens daar tussenin zult u in de Bijbel niet vinden.
We zien de eindtijd naderen. Gods oordelen over de aarde zullen spoedig komen. We kunnen ons daarom maar beter, net als Lot deed bij de vernietiging van Sodom, losmaken van deze wereld. Want God wilde niet dat Lot om zou komen en Hij wil ook niet dat wij zullen omkomen. In Genesis 19 zei God tegen Lot: ‘Haast u (Lot) Vlucht daarheen. Want Ik kan niets doen, totdat u daar bent aangekomen’ (vers 22).

Frits Boekhoff