Het is genade alleen

ds. Oscar Lohuis • 90 - 2014 • Uitgave: 21
‘Of wie heeft Hem eerst iets gegeven en het zal hem vergolden worden?’ (Romeinen 11:35)

Werkt het zo in onze relatie met God? Is dat de basis voor onze verzoening met God? Dat wij Hem eerst iets geven en dat Hij ons daarnaar vergeldt? Zo van 'voor wat hoort wat'? Nee, zo werkt het niet. Het is alles uit Hem, door Hem en tot Hem (vers 36).

Zo staat er in datzelfde hoofdstuk dat de genadegaven en de roeping van God onberouwelijk zijn (vers 29). Dat betekent dat God niet terugkomt op het geven van genade en op de roeping die Hij op mensen heeft gelegd.

Het nieuwe Israël?
In de loop van de kerkgeschiedenis is men in de christelijke kerk gaan zeggen dat de genade die God aan Israël heeft gegeven over is gegaan nadat zij Christus hebben afgewezen. Omdat zij ontrouw zijn geworden is God ook opgehouden om trouw te zijn aan hen. Daarmee zouden dan alle beloften die aan Israël zijn gedaan over zijn gegaan op de kerk. Omdat wij wel Christus hebben aanvaard, zijn wij nu het nieuwe Israël geworden, zo zegt men dan. Echter, dan volg je een lijn van denken die Paulus juist ontkracht.
Zo werkt het niet bij God. Hij heeft het Zelf gezegd door de profeet Jeremia: ‘Zo zegt de Heere: Als de hemel hierboven ooit opgemeten zou kunnen worden en de fundamenten van de aarde beneden onderzocht zouden kunnen worden, dan zou ook Ik heel het nageslacht van Israël verwerpen, om alles wat zij gedaan hebben, spreekt de Heere’ (Jeremia 31:37). Paulus schrijft in Romeinen 11 over Israël, dus Gods genadegaven aan Israël zijn onberouwelijk. De roeping die Hij op het volk Israël heeft gelegd blijft van kracht. Ook nu zij iets hebben gedaan wat niet goed is, de Messias afwijzen. Bijna alle verbonden die God met de aartsvaders en met Israël heeft gesloten zijn onvoorwaardelijk. Vaak komen wij daarin woorden tegen als ‘altoosdurend’ en ‘voor eeuwig’.

Vrij van zwarte bladzijden?
Wanneer wij beweren dat de ontrouw van Israël de trouw van God teniet heeft gedaan, dan slaan wij ook de grond onder onze eigen voeten vandaan. Kunnen wij beweren dat wij altijd zo trouw zijn geweest? Hebben wij altijd geloof gehad? Zijn wij als christelijke kerk en als individuele christenen altijd zo gehoorzaam geweest? Is het niet waar dat wij ook vaak de plank hebben misgeslagen, dingen verkeerd hebben ingeschat en daarom grote fouten hebben gemaakt? Is de geschiedenis van de Kerk vrij van zwarte bladzijden? Hebben wij zelf ook niet keer op keer de Heere op de proef gesteld met onze zonden? Als we gaan beweren dat wij het verdienen en Israël niet, dan kunnen we zelf net zo goed onze koffers gaan inpakken.
Het hangt niet af van een mens die wil, presteert en verdient, maar van een God die Zich ontfermt. God gaat door met Zijn bijzondere plan en wegen met Israël en Hij gaat door met een Kerk die nog steeds niet aan al Zijn eisen voldoet.

God is trouw
God gaat ook door met ons. Wat een zegen, om dat te mogen weten. Ik ben er nog lang niet. Ik faal nog in mijn doen en laten, in mijn houdingen en motieven, in mijn verlangen en denken. Ik ben nog niet rechtvaardig. Maar toch ben ik gerechtvaardigd! God heeft Zich over mij ontfermt. Jezus is gekomen om een vriend van zondaars te zijn, waaronder ik een eerste plaats inneem. Hij heeft Zijn leven neergelegd voor mij toen ik nog een vijand van Hem was. Hij is mijn dood gestorven en heeft voor mij de overwinning behaald. Als verrezen Heer is Hij mijn pleitbezorger bij de Vader en heeft Hij mij verzegeld met de Heilige Geest. Dat betekent dat God met Zijn Heilige Geest Zijn zegel of stempel op mij heeft gedrukt.
Daarmee zegt Hij twee dingen tegen mij en tegen alle machten der duisternis die proberen om mij verloren te doen gaan. Ten eerste: Jij bent van Mij! Een zegel is een eigendomsbewijs. Voor eens en voor altijd ben ik een kind van de Hemelse Vader. Die genadegave en roeping is onberouwelijk. Wat er ook gebeurt, de Schepper van de hemel en de aarde, de God die regeert over deze wereld, is mijn Vader!
Ten tweede zegt God tegen mij: Jij zult op je bestemming komen. Een verzegeling houdt in dat het postpakket pas open mag worden gemaakt als het bij de geadresseerde is aangekomen. Het is een garantie dat niemand het zal ‘aanraken’ totdat degene voor wie het bestemd is het in handen krijgt. Zo zegt God: “Ik heb je geroepen tot Mijzelf en tot Mijn eeuwige Koninkrijk en heerlijkheid en het is honderd procent zeker dat je daar zult komen.” God is trouw. Hij neemt Zijn genade nooit terug. Hij die roept is getrouw, Hij zal het ook doen!

Genade is meer dan genoeg
De enige reden dat wij nu met zekerheid mogen weten dat we eeuwig leven hebben, is omdat God het heeft beloofd en omdat God trouw is. Wij zijn veilig in Zijn armen. Misschien twijfelt u wel eens omdat u nog zo worstelt met uzelf. Misschien voelt u zich de laatste tijd niet zo goed of heeft u een groot verlies moeten incasseren. Misschien baalt u van het maar moeilijk kunnen overwinnen van een bepaalde zonde. Misschien zitten de omstandigheden tegen, of zijn er bepaalde mensen die u het leven zuur maken.
Vat moed en kijk omhoog! Gods genadegaven zijn onberouwelijk. Zijn goedheid en genade zijn nog steeds uw deel! U bent nog steeds van Hem en u zult spoedig op uw bestemming aankomen. Jezus komt eraan om ons thuis te halen en zal ons met Hem terugbrengen om deel te mogen hebben aan Zijn Koninkrijk dat op aarde zal komen. Jezus is Overwinnaar, altijd. Ons falen en onze tekortkomingen en onze tegenslagen kunnen dat nooit ongedaan maken. Het is alles uit Hem, door Hem en tot Hem. Het is genade alleen, en die genade is meer dan genoeg. Hem zijn daarom ook de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid! Amen.

Oscar Lohuis