Het is dat beetje water ... en die hoed

Feike ter Velde • 76 - 2000/01 • Uitgave: 22
Een hervormde dominee sprak met zijn baptistencollega over de doop. Ze waren heel goede vrienden en oprechte broeders van elkaar. De baptisten-dominee had op zijn beurt uitgelegd wat de doop door onderdompeling inhield. "Maar", zei de hervormde predikant, "beschouw je wel iemand als gedoopt als hij tot zijn kin toe onder water is geweest?" "Nee", zei de baptist heel overtuigend. "En als hij tot zijn neus is ondergegaan?", hield de hervormde predikant aan. "Nee, ook niet", was het antwoord. "En tot zijn wenkbrauwen dan, dan toch zeker wel?" "Nee, ook niet. je lijkt niet te begrijpen, dat hij helemaal onder moet gaan in het water - totdat ook het hoofd overdekt is met water".

"Dat is nu precies wat ik eigenlijk aan jou wilde duidelijk maken", zei de hervormde predikant, "het is dat beetje water op het hoofd dat telt".



Een man kwam op zondagmorgen de kerk binnen en ging vooraan in de bank zitten. Hij had zijn hoed op. Eén van de drie hulpkosters zag de man zitten en vlak voordat de dienst zou beginnen sprak hij hem aan: "Het is niet de gewoonte om een hoed op te hebben in de kerk. U bent zeker vergeten 'maf te zetten". De man keek hem vriendelijk aan en zei: "Nee, ik weet dat ik m'n
hoed op heb. Maar ik kom al twee maanden in deze kerk. ik dacht, nu zal misschien iemand me aanspreken".

FtV