Het heidendom van Europa

Feike ter Velde • 77 - 2001/02 • Uitgave: 10
EUROPA'S MEEST GEAVANCEERDE COMMUNICATIESATELLIET IS - NA DE LANCERING OP 12 JULI JL. (2001) - IN EEN VERKEERDE BAAN OM DE AARDE TERECHTGEKOMEN. DE LAATSTE TRAP VAN DE DRAAGRAKET HEEFT NIET GOED GEWERKT. HET HELE PROJECT KOST 1,6 MILJARD GULDEN. HAAR NAAM? ARTEMIS, DE GODIN VAN DE NACHT.

Plotseling komt alles dan weer tot leven bij het lezen van zo'n bericht: het Europese heidendom is nog springlevend. Artemis is de Griekse godin die in de stad Efeze werd aanbeden, maar niet alleen daar, doch in de gehele toenmalige wereld. Zij was oppermachtig en regeerde over de wouden en de wilde dieren. Ze ging deel uitmaken van het Griekse godendom onder oppergod Zeus; ze werd de zuster van Apollo. Zij hield zich vooral ook bezig met de heksen en de tovenaars. Omdat ze zich bezighield met de werken der duisternis werd zij vereenzelvigd met de maan.

Zij was koningin van de nacht en heerste wreed over de geesten der doden. Maar ze was tevens godin van de geboorte. Want ieder kind dat het daglicht zag, kwam immers uit de duisternis van de nacht, uit het rijk van Artemis, zo geloofden de Grieken. Dat geloof was in de toenmalige Grieks-Romeinse cultuur wijd verbreid. In het boek Handelingen lezen we dat de apostel Paulus met de machtige boodschap kwam van Jezus Christus, die geleden heeft en gestorven is voor onze zonden en is opgestaan uit de dood. Dat was een zeer explosieve situatie, want het licht van het Evangelie brak met kracht door in de diepe duisternis die toen over Europa heerste. Boze geesten uit het rijk der duisternis beheerste het leven bijna totaal. Velen waren bezeten van boze geesten, maar velen werden ook bevrijd door de kracht van de Heilige Geest (Hand. 19:12). Die kracht van God, die tot dan toe onbekend was geweest, werd ook door andere geestenbezweerders beproefd - de zonen van Sceva. Toen ze de Naam van Jezus voor hun eigen zaken misbruikten, kwamen de krachten der duisternis vanuit die bezeten mensen eerst recht naar buiten. Dat gaf groot tumult in heel de stad Efeze. Die wonderlijke Naam van Jezus brak door in grote kracht. Mensen kwamen tot levend geloof in de Here Jezus Christus, beleden hun zonden, braken met toverkunsten, verbrandden hun occulte boeken en machtig waaide de Geest Gods bevrijdend over de stad. Maar toen werden ook de duistere krachten wakker. Immers was Efeze de stad van de tempel van Artemis en de bewaarster van haar beeld dat uit de hemel is gevallen (Hand. 19:35). Er kwam grote opschudding in de stad Efeze. De menigte begon te roepen: 'Groot is de Artemis der Efeziërs'. Het werd een gevaarlijke warboel en zelfs Paulus' leven liep gevaar. De kracht van het Evangelie had een grote overwinning behaald op het rijk der duisternis. De Naam boven alle naam, de Naam van Jezus, was als dynamiet in de heidense wereld geworden. Joden en Grieken stonden de brengers van het Goede Nieuws naar het leven. Artemis, de godin van de nacht en van het occulte - haar geest die in de mensen woonde - was de grote aanvuurden van deze massahysterie en van de vijandschap tegen het Evangelie van Jezus Christus. Op de Naam van Jezus braken de machten der duisternis aan stukken.

Maar Europa, het Avondland (gezien vanuit Jeruzalem: het Westen, waar de zon ondergaat en de nacht valt) leeft nog steeds onder de macht van Artemis en de Griekse goden onder aanvoering van de oppergod Zeus. Rome is nooit losgekomen van Athene. Zeus werd in Rome tot Jupiter, maar bleef dezelfde god. Hoewel het voor de moderne Westerse mens moeilijk is voor te stellen, dat deze goden uit het oude Griekenland zo'n enorme macht hadden en hebben, wordt deze zelfde moderne mens vaak geheel beheerst door de geest van deze goden uit de oudheid. Want achter de goden van Griekenland staan de geestelijke machten, die de Bijbel noemt: "de overheden, de machten, de wereldbeheersers dezer duisternis, de boze geesten in de hemelse gewesten" (Ef. 6:12).

Zeus, de oppergod van de Griekse godenwereld, is de god van het Avondland geworden. Zijn oorsprong, zo vertelt de geschiedenis, is terug te voeren tot een hemels opperwezen van de Indo-Europese volkeren, die hem de naam gaven van 'de stralende hemel', waarvan de sporen terug te vinden zijn in het Sanskriet van de hindoeïstische veda’s . Als oppergoden koning over alle andere goden heeft hij de donder en de bliksem als wapenen tot zijn beschikking, waarmee hij recht en orde in de wereld handhaaft. De zetel van zijn verering was de berg Olympus. Op de vlakte van Olympus aan de voet van de berg werden de olympische spelen georganiseerd tot zijn eer en glorie. Alle Griekse steden vaardigden sporters af naar de spelen. De spelen bewerkte de godsvrede op aarde. De goddelijkheid van Zeus breidde zich wereldwijd uit. In de sportverdwazing, de enorme geldmachine erom heen en het geweld herkennen we iets van de geest van Zeus, wie men aanbidt met zijn lichaam. De verheerlijking van het lichaam en de seks zijn er in onze dagen de uitwassen van. In de Griekse en Romeinse tempels was de homo-prostitutie een bijna normaal - en zeker een dagelijks - verschijnsel.

Het christendom heeft de religie van Griekenland verdrongen, maar nooit helemaal verdreven. Toen de kerk als politiek machtsorgaan in de Middeleeuwen de hele samenleving totalitair beheerste, kwam de Renaissance - letterlijk: de wedergeboorte - van de Griekse religie, waarin de autonome mens weer centraal kwam te staan, het humanisme.

De opkomst van het humanisme kon lange tijd in een soort vreedzame coëxistentie met het christendom bestaan. In onze tijd heeft echter het humanisme van Plato en Aristotales, dat in Europa tijdens de Renaissance haar herintrede deed, het christendom bijna fundamenteel verdrongen. De oude geesten van Griekenland, die van Zeus en Artemis, blijken nog springlevend.

Het volksgeloof wordt steeds meer het geloof in de 'reïncarnatie' zonder dat men daarvoor een grond aanvoert. Het zit allemaal nog steeds heel diep in ons bestaan, in onze genen. We zijn nog steeds heidenen en keren steeds meer tot ons oorspronkelijk heidendom terug.

De lange Europese cultuurgeschiedenis vertelt ons het verhaal van Europa's heidendom. Steeds dieper zinkt Europa erin weg totdat Richard Wagner komt met zijn "Ring des Nibelungen" (1876) waarin de Germaanse goden tot leven worden geroepen. Wodan en Donar en ook hun hemelrijk, het Walhalla Wagner wordt beschreven als een 'ónmogelijk mens' Hij loog en bedroog, pleegde verraad en overspel, was een antisemiet en een vijand van het christendom; hij was immoreel. Toch: een muzikaal genie. In onnavolgbare muzikale schoonheid schildert hij als geen ander het Europese heidendom in al zijn bizarheid. Adolf Hitler was een groot bewonderaar van Wagners werken, waarin hij het Europese heidendom vond als de bron van zijn inspiratie.

Elke dag komen we het aloude heidendom tegen in de moderne kleding van de 21e eeuw. Artemis, de communicatiesatelliet van Europa is er een voorbeeld van. Wie echter de moeite neemt om te zien hoe alle goden van Europa, ook de Noorse, Saksische en Keltische goden nog springlevend zijn en steeds meer opkomen uit de dampen van de afgrond, staat verbijsterd. Dat de zogenaamde moderne ideeën, die nu in wetgeving een modern jasje krijgen, oude heidense gebruiken zijn, is alleen nog maar een nuchtere constatering. Ik bedoel dan: het doden van menselijk leven in abortus- en euthanasiehandelingen, seksuele zonden gecultiveerd in b.v. het homohuwelijk, de euthanasiepil van mevrouw Borst en dergelijke. Het heidendom is helemaal terug!

Feike ter Velde