Het gevaar van genezing

Jef de Vriese • 88 - 2012 • Uitgave: 22
Als je ziek bent en je wordt genezen, is dat geen eindpunt. Genezing brengt verantwoordelijkheid met zich mee. De ziekte en genezing van Hizkia was spectaculair (2 Koningen 20:1-11). Hij was ziek aan de ziekte waar hij aan zou sterven. God geeft hem vijftien jaar extra en doet daar bovenop een uniek wonder door de schaduw tien treden terug te doen gaan. Maar Hizkia heeft die vijftien jaar niet goed gebruikt. Het is hem tot hoogmoed geworden, toen hij de vijand trots al zijn rijkdommen liet zien. In diezelfde vijftien jaar is zijn zoon Manasse geboren, die één van de meest goddeloze koningen was.
Wanneer aan Hizkia het oordeel wordt aangekondigd, zei hij tot Jesaja: ‘Het woord des Heren, dat gij gesproken hebt, is goed. Ook dacht hij: Het zal immers gedurende mijn leven bestendig vrede zijn’ (2 Koningen 20:19). Zijn vrome uitspraak verborg een egocentrisch hart. Zijn ziekte en genezing had niet tot meer liefde voor God en mensen geleid. Zo heeft hij zijn genezing verspild.
Als bevrijding van ziekte het doel van je hart is, wordt genezing je afgod. Als heiliging je passie is, dan kan zowel in ziekte als in genezing, de heerlijkheid van God zich openbaren. Dan vind je tevredenheid in elke levensweg die God met je gaat. Dan kan niemand je je blijdschap ontnemen (vgl. Johannes 16-17).
Mijn en jouw God is almachtig, soeverein in al Zijn handelen (Job 42:2). Laat je passie dan ook zijn dat Hij tot Zijn recht komt, hetzij in genezing, hetzij in ziekte.

Jef De Vriese