Het gemis aan de grote verbanden

Feike ter Velde • 89 - 2013 • Uitgave: 6
De grote verbanden in de samenleving geven de mensheid een bepaalde mate van zekerheid. De burgemeester van een stad of de regering van een land is een instituut dat de verbanden bij elkaar brengt en houdt. De internationale samenwerking van landen kan ook zo’n zekerheid bieden. De macht van de Verenigde Staten biedt een zekerheidsgevoelen voor het vrije Westen. Sterke banken bieden de zekerheid voor ons spaargeld. Een groot pensioenfonds geeft ons de zekerheid voor de oude dag. Maar vandaag wankelen alle zekerheden.

Mede wegens de internationale financiële en economische crises voelen velen de grond onder hun voeten weggenomen. Het bedrijf waar je werkt moet gaan fuseren en banen staan op de tocht. Of het bedrijf waar je al tientallen jaren werkt komt aan het einde van zijn bestaan en je staat op straat. Het pensioenfonds dat op papier miljarden in kas moet hebben gaat je pensioen korten, omdat het geld op is. Alom onzekerheid! Voeg daarbij de onzekerheid die een onbetrouwbare overheid dagelijks voedt en er blijft weinig over.
Kinderen worden onzeker omdat veel ouders uit elkaar gaan. Kerkleden worden onzeker omdat de kerkleiding het laat afweten en er scheuringen ontstaan. Patiënten worden onzeker omdat artsen en ziekenhuizen de veiligheid niet meer garanderen. Inspecties die de gezondheidszorg moeten controleren laten steeds meer steken vallen, maar dat lijkt niemand te deren.
Alles in de samenleving lijkt te verbrokkelen en mensen tot in de hoogste kringen lijken alleen nog oog te hebben voor het eigenbelang. Overal zitten de grote graaiers klaar om zichzelf onrechtmatig te verrijken. Zijn banken en pensioenfondsen de valsemunters van onze tijd? Mannen strak in het pak en met stropdas om staan soms keihard te liegen voor volk en vaderland en voor de tv-camera’s. Er zijn bank- en verzekeringsproducten aan mensen verkocht vol met verborgen leugens en trucs, waar gewone mensen niet doorheen konden kijken. Bij alle crisissituaties die zijn ontstaan blijken bestuurders en politici vaak niet alleen onbetrouwbaar, maar ook onbekwaam tot hun taak. Zolang er geld genoeg was werden problemen gauw opgelost en weggemoffeld. Maar nu wordt de werkelijkheid zichtbaar en veel mislukte bestuurders moesten reeds het veld ruimen.
Zijn er nog mensen die we kunnen vertrouwen? Zijn er nog betrouwbare levensverbanden die veiligheid bieden? Zowel in Nederland als in Europa is de oplossing van de crisis nog niet in zicht.

Gevaar bij onzekerheid
De alom gevoelde onzekerheid is voor niemand goed. Het kan leiden tot een verdere verbrokkeling van het politieke landschap, tot nog meer politieke partijen, elk met een eigen belangengroep als achterban. Mooi voorbeeld is natuurlijk de partij voor de ouderen. Zij staat er riant voor in de peilingen. Mensen uit allerlei achtergronden vinden elkaar rond vermeend onrecht over hun pensioen. Het onbehagen bij ouderen is het geplaveide pad voor Henk Krol van die ouderenpartij. De partij van Geert Wilders werkt ook op dat buikgevoel van mensen door de islamieten, of de Europese Unie, of de Euro de schuld te geven van de crisis. Met korte en goed klinkende volzinnen – oneliners genoemd – krijgt hij het gelijk van veel mensen aan zijn kant.
De christelijke politiek in ons land is verder verbrokkeld. In tal van Europese landen kan politiek extremisme snel de kop op steken via sociale onrust, omdat overal de geborgenheid van levensverbanden verder verdwijnt. De mens staat alleen op de wereld en is hooguit nog een ding dat economisch kan worden ingezet, waaraan door financiële instellingen geld kan worden verdiend en waar politici eens per vier jaar oog voor hebben omdat er op hen gestemd moet worden. Als hij niet meer nuttig is, moet hij vooral niet te oud worden, want dat kost te veel. Waar levensverbanden wegvallen, wordt de mens een ding. Hij raakt ontheemd en zoekt naar steun en houvast waar die niet is te vinden. Zo wordt de eigen leefwereld een direct gevaar. De morele verwildering wordt ons dagelijks in het nieuws getoond en velen vragen zich verbijsterd af hoe dat mogelijk is.

De wereld van de eindtijd
Levend in de wereld van de eindtijd komt het steeds meer aan op onze persoonlijke verbondenheid met de levende God. De binnenkamer van een christen wordt steeds belangrijker en steeds meer de enige veilige plek; daar waar men de dingen met God kan bespreken. Hij is betrouwbaar, Zijn Woord is betrouwbaar en onze Heiland Zelf is de Waarheid! Beter kunnen we ons niet wensen. In vroeger tijden zocht men de bescherming achter de dikke muren van het klooster, om vandaaruit de wereld weer in te trekken. De Broeders des Gemeenen Levens (14e eeuw) gingen vanuit de kloosters met hun Latijnse Bijbel – de Vulgaat – naar de huizen van de mensen om hen te onderwijzen in de deugden van het christendom. Dat is over heel Europa uitgegroeid, met grote positieve gevolgen voor kerk en school.
We leven nu in andere tijden dan die kloosterbroeders, maar we kunnen er wel een les uit leren. Terugkeren naar de stilte van de binnenkamer en de wereld buiten even laten zwijgen. Telefoon en televisie, alsook de computer gewoon uit en de Bijbel open. Zo kan een mens tot rust komen. Daarbij is een goed studieprogramma bij die open Bijbel van groot belang, zodat een gezonde Bijbelse visie op het leven wordt ontwikkeld. Na verloop van tijd kun je die verzamelde kennis delen met anderen in bijvoorbeeld wekelijkse bijeenkomsten en gezamenlijk gebed.

De kracht van God
De kracht van het christelijk geloof is Christus zelf, die door Zijn Geest in ons en door ons wil werken. We moeten daarbij de verwoestende geestelijke krachten in de wereld niet onderschatten. Velen, ook christelijke leiders, gingen geestelijk onderuit en komen nu nergens meer. Al hun talenten in geestelijk leiderschap werden vernietigd en zijn niet langer zichtbaar. De overwinningen die de machten der duisternis behalen onder christenen (!) – en dan vooral bij de jongere generatie van nu, zeg maar onder de vijftig jaar – zijn dramatisch. Daarom moeten we het slagveld verlaten en terugkeren in de binnenkamer. De wereld is ons vaak te machtig. Daar blijft men niet staande!
In die binnenkamer zeggen we dan: ‘Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God…’ (Psalm 42:3) Buiten is de hoon van de goddeloosheid, binnen de ontmoeting met de levende God, zodat men daar ontdekt: ‘Des daags zal de Here Zijn goedertierenheid gebieden en des nachts zal Zijn lied bij mij zijn!’ (42:9).

De ontheemde mens vindt daar de omarming van zijn Maker en weet zich geborgen in Gods levensverbanden – Zijn Gemeente, Zijn Woord, Zijn nabijheid!

Feike ter Velde