Het geloofsvertrouwen in de Psalmen - Ps. 82:8

Feike ter Velde • 77 - 2001/02 • Uitgave: 17
“Sta op, o God, richt de aarde”
Ps. 82:8


Het klinkt bijna als een bevel. Nota bene: een bevel uit de mond van Asaf aan de Allerhoogste. Dat is bijna ondenkbaar. En toch staat het er zo, in de gebiedende wijs:
sta op!… richt de aarde!
Omdat het zo in Gods Woord staat, kunnen we het accepteren, anders zou het bijna godslastering zijn. Nu weten we dat het door God, de Heilige Geest, werd geïnspireerd.

Het is een wonderlijke openbaring, die we door deze psalm krijgen. We blikken als het ware even in de hemel, in de onzichtbare werkelijkheid. Daar zien we de Here, de God van Israël staan, temidden van de goden (:1). Er is toch maar één God, zo zijn we direct geneigd te zeggen. Dat is ook zo: de God van Israël is de Enige! Toch is daarmee niet alles gezegd. De Bijbel spreekt ook op tal van plaatsen over andere 'goden' en over 'godenzonen'. In het boek Job lezen we: "Op zekere dag kwamen de zonen Gods om zich voor de Here te stellen" (Job 2:1), onder hen ook de satan!

Er is in de Bijbel sprake van een andere werkelijkheid dan alleen onze zichtbare. Veel daarvan is ons (nog) niet geopenbaard. Daarom zegt de Schrift: "De verborgen dingen zijn voor de Here, onze God, maar de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen" (Deut. 29:29). In die onzichtbare werkelijkheid, waarvan zowel de hemel als ook 'het rijk der duisternis' deel uitmaken, zijn veel dingen die voor ons verborgen blijven. Dat die werkelijkheid er is, wordt ons ook duidelijk doordat de Here verbiedt in contact te treden met de geesten van overleden mensen. Via het spiritisme komt men in aanraking met de duistere onderwereld van geesten en demonen, met alle boosaardige gevolgen van dien.

Die geestelijke, onzichtbare, werkelijkheid is dus een feit. In die werkelijkheid bevinden zich ook de 'goden'. Die goden lijken te maken te hebben met het bestuur over deze wereld. De Schrift leert ons dat satan de overste dezer wereld is. Hij regeert de wereld, zij het binnen de door de Here God gestelde grenzen. God stelde de grenzen der volken vast "naar het aantal der zonen Israëls" (Deut. 32:8). Gods hand in de regering van de wereld heeft ook alles te maken met de rol van Israël in de geschiedenis. Daar lopen wonderlijke lijnen, waarvan ons niet zoveel is geopenbaard. Daarom moeten we er in bescheidenheid over spreken. Toch wordt hier en daar een tip van de sluier voor ons opgelicht en wordt ons een blik gegund in die onzichtbare werkelijkheid. Ook David profeteert over de 'goden' die de wereld besturen en de mensenkinderen beïnvloeden (Ps. 58:2).

Ook Psalm 89:7,8 spreekt van die onzichtbare werkelijkheid waar we de Here zien temidden van de 'goden'. Hij staat boven alle geestelijke wezens in die onzichtbare werkelijkheid. Als we de Here loven en prijzen met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, dan verheffen wij Zijn Naam ook boven alle geestelijke machten en overheden, die hun duistere krachten in deze wereld uitoefenen.

In Psalm 82 klinkt de roep om het gericht over de machten der duisternis, die mensen en volken verleiden tot zonde, haat en nijd, oorlog en strijd. Deze psalm ziet op het einde der dingen: de Allerhoogste zal straks recht spreken en recht doen in de hele werkelijkheid. Dan zal de dag aanbreken dat Hij zich weer thuis zal voelen op aarde en bij de mensen (Openb. 21:3).

Feike ter Velde