Het geloofsvertrouwen in de Psalmen - Ps. 77:14

Feike ter Velde • 76 - 2000/01 • Uitgave: 26
“O God, in heiligheid is Uw weg”
Ps. 77:14


Een bekend lied uit de zangbundel van Johannes de Heer zegt 'Tel uw zegeningen, tel ze één voor één en ge ziet Gods liefde dan door alles heen’. Zo zouden we ook Psalm 77 kunnen betitelen. Asaf, de dichter van deze psalm, en door hem eigenlijk de Heilige Geest, die hem inspireerde, weet, dat je de levende God niet moet vastpinnen op de dingen van het 'hier-en-nu'. De nood van het moment, moeite en strijd, doen een mens vaak zuchten. Zo begint ook deze psalm. De moeite is groot en zuchten en gekreun onder de moeite van het leven lijken zo begrijpelijk, zo menselijk.

Het verdriet kan ook zo diep ingrijpen in het leven, dat je gebed verstommen kan tot niet meer dan stamelen. Gods genade lijkt geheel te zijn opgehouden; je bent door Hem vergeten. Je nood lijkt op een zware kastijding onder Gods hand. Je geloof lijkt steeds dieper te zinken, zodat er niets van overblijft. Je dreigt zelfs cynisch te worden over Gods beloften van genade, trouw en goede zorgen.

Als het zóver is gekomen moet een mens altijd weer tot zichzelf inkeren en zich omkeren tot de Here in verootmoediging. Want je bent geneigd God de schuld van alles te geven. Hij komt in de beklaagdenbank te staan van je zelfmedelijden. Dat is grondig verkeerd.

In deze psalm lijkt dáár toch sprake van. Maar dan komt er een kentering, omdat de gelovige zó niet over de Allerhoogste denken en spreken kan (:11). Dan dringt tot hem door iets, wat hij wel wist, maar wat uit het zicht was verdwenen. “0 God, in heiligheid is uw weg" (:14). De Almachtige God betoont Zich altijd in heiligheid, Zijn daden zijn machtig en Zijn uitreddingen altijd wonderbaar groot geweest. Dan gaat Asaf zingen om de grote daden van God die er in het verleden zo overvloedig zijn geweest. Hij verloste Israël door Zijn machtige rechterhand. Wie van ons bedenkt dat déze God onze hemelse Vader wil zijn door het verlossende werk van onze Heiland op het kruis, die kan niet anders dan gaan zingen met hernieuwde vreugde. Immers, mijn moeite van dit moment weegt niet op tegen de heerlijkheid van Zijn verlossing in de Here Jezus, ook aan mij geschonken (2 Cor. 4:17). Natuurlijk komt ook een gelovige in moeite, verdriet, strijd, nederlaag en verdrukking. Juist als die dingen er zijn moeten we ons opnieuw bedenken: "Gods weg is in heiligheid”. De Statenvertaling zegt: "Gods weg is in het heiligdom". Dat reikt dieper en is uitnodigender voor een ieder van ons. Want juist die weg naar en in het heiligdom is "de nieuwe en levende weg", die de Here Jezus voor ons heeft ingewijd (Hebt. 10:19). Wie dat niet ziet voor het eigen leven mist nog alles!

Maar wie door genade weet mag hebben van die grote barmhartigheid van God, zoals geopenbaard in het Evangelie, in het smartelijk lijden en sterven van de Here Jezus en ook van Zijn glorieuze opstanding uit de dood, mag die weg zelf ook gaan. Met vrijmoedigheid! Niet ons werk, maar Zijn genade alleen geeft ons de vrijbrief daartoe. Wie Hem volgt op die weg des heils, op die weg "in heiligheid", gaat een christenleven ervaren waar Hij ons doet zegevieren ondanks alle omstandigheden, die tégen zijn.

Net als het oude Israël gaat de weg van Gods kinderen door diepe wateren, door zware donderbuien, door de tekenen van de eindtijd die de aarde doen sidderen. Maar àl Gods kinderen weten: "Zijn weg is in heiligheid; wie is een God zó groot als Hij" (:14).

Samenvattend: het begint met zuchten (:1•4), het gaat voort met zinken (:8-10), het getij keert en het wordt zingen (:12-16) en het eindigt met zegevieren (17-21). Ja, Hij is de God die wonderen werkt (:15).

Feike ter Velde