Het geloofsvertrouwen in de Psalmen - Ps. 71:7a

Feike ter Velde • 77 - 2001/02 • Uitgave: 22
“Ik ben voor velen als een wonder geweest”
Ps. 71:7a


Iedere gelovige is een wonder en tevens een raadsel, vooral voor de ongelovige. In de gezonde en welvarende dagen van een ongelovige zal hij een gelovige min of meer onnozel vinden, iemand die gelooft in dingen die niet te zien zijn en dus ook niet kunnen bestaan. In dagen van moeite, ziekte of naderende dood zal de ongelovige zich minder kras uitlaten over het christelijk geloof en zich soms zelfs in zijn hart afvragen of hij aan dat geloof houvast zou kunnen hebben. De eigen zekerheden worden afgebroken en dan houdt een mens niets meer over. Al zijn gedachten aan zelfhandhaving lopen op niets uit en er blijkt niets te zijn om zich aan te kunnen vasthouden.

Als alles wegvalt blijft er ook voor de christen niets over, helemaal niets, behalve de levende God. Dat is voor de christen zelf een even groot wonder in het beleven ervan als het is voor de niet-christen in het aanschouwen ervan. "Gij waart mijn machtige toevlucht" (:7b) is de verklaring voor het wonder dat een christen op zich is. Wonderen kunnen niet verklaard worden, daar zijn het wonderen voor. Maar de Almachtige is een God van wonderen en hij doet alleen maar wonderen. Daarom is elk wonder in het licht van Zijn almacht wel degelijk te verklaren. Als een christen wordt gevraagd wat toch de kracht en het geheim van zijn of haar leven is dan is maar één antwoord mogelijk: God!

Een oude zendelinge had jarenlang als verpleegster in de tropen gewerkt en kwam ziek naar huis. Ze was vierentachtig jaar geworden, had velen met de rijkdom van het Evangelie van Christus mogen bereiken. Nu lag ze stervende in een Londens ziekenhuis. De Here ging haar thuis halen. Ze had haar leven gegeven in dienst van haar Heiland. De eerste dagen had ze nog wat mogen delen met de andere vijf patiënten op haar kamer. Maar dat was niet meer mogelijk. Ze praatte niet meer. Ze lag stil, met haar ogen dicht en af en toe prevelden haar lippen iets. De dokter stelde aan de hoofdverpleegster voor haar bed naar een éénpersoons kamer over te brengen zodat ze in rust kon sterven. Maar de andere patiënten protesteerden heftig. "Dokter, ze kan niet meer praten, ze ziet ons niet meer, maar wij zien haar. Alleen al door naar haar te kijken worden we zo gezegend. Laat u haar alstublieft bij ons". De dokter stond verbaasd maar honoreerde het verzoek. Nog enkele dagen lag de oude vrouw daar, stervende, maar de heerlijkheid van Christus straalde van haar af tot grote zegen van de omgeving. 'De hele kamer was vol van de heerlijkheid van God", verklaarde later één van de patiënten, die hiervan getuige was geweest.

De christen als wonder, is dat niet wonderlijk? Dat wonder is hierin gelegen, dat de Heilige Geest woont in iedere ware christen. De Heilige Geest, die God is, doet de ware gelovige steeds meer de heerlijkheid van de Here Jezus, weerspiegelen (2 Cor. 3:18). Hij in ons, wij in Hem, dat is het geheim van de ware gelovige. Niets kunnen we zelf presteren, alles komt van Hem, die ons kocht met Zijn kostbaar leven en bloed op het Kruis van Golgotha. Laten we steeds meer gaan ontdekken Wie Hij is en wat Hij voor ons en vooral in ons wil doen. Dan worden we "leesbare brieven van Christus" in deze wereld. Mensen zullen zich verwonderen over ons leven, waar doorheen steeds meer de heerlijkheid Gods mag doorbreken.

Feike ter Velde