Het geloofsvertrouwen in de Psalmen - Ps. 65:4

Feike ter Velde • 77 - 2001/02 • Uitgave: 9
“Onze overtredingen - Gij verzoent ze”
Ps. 65:4


Het is een lied dat ziet op de overvloedige oogst van het land, zoals de laatste verzen van deze Psalm lijken te zeggen. Maar de geestelijke rijkdom stijgt daar ver bovenuit. Dankbaar voor alle zegeningen, geestelijk en materieel, legt dit lied toch vooral de nadruk op de persoonlijke relatie, de geloofsrelatie van een zondig mens tot een heilig God.

De Psalm begint met de stilte èn de lofprijzing tegelijkertijd. Het lijkt een innerlijke tegenstrijdigheid. Vooral tegenwoordig is de lofprijzing zo vaak luidruchtig, de muziek massaal. De organist in de kerk trekt alle registers open, de geluidstechnicus doet er via de knoppen nog een beetje bij. Drums, koper en gitaren vullen de kerkzaal met veel, soms heel veel geluid. We worden er emotioneel in meegesleept, we zingen uit volle borst de psalmen, lofzangen en geestelijke liederen mee. Prachtig, mag allemaal, jonge mensen leggen hun hart in de muziek en steeds meer nieuwe liederen verschijnen er in deze tijd. Lofprijzing is opnieuw ontdekt.

Toch is er een belangrijk ander ding bij te noemen: de stilte. "U komt stilheid toe" (:2). De Statenvertaling zegt: "De lofzang is in stilheid tot U, o God in Sion". In stilheid lofprijzen! Dat lijkt te willen zeggen: overschreeuw niet je eigen hart. Juist in de stilheid tot de Here komen, in de binnenkamer met Hem spreken, je hart en je diepste dingen voor Hem openleggen in het gebed, daarin ligt het geheim van iedere christen. "Des Heren vertrouwelijke omgang…" (Ps. 25:14) is het meest wezenlijke kenmerk van de ware gelovige. Wie de stilte voor Gods aangezicht niet kent, kan ook niet waarlijk lofprijzen. Het loflied kent dan valse bijgeluiden!

Want in die stilheid komt de Here tot een mens, door Zijn Woord en Zijn Geest. In die stilheid kan de Here bij de diepste dingen van het hart komen. Dan komt het moment dat Hij kan zeggen, fluisteren soms…: "Komt, laat ons tesamen richten…" (Jes. 1:18). In die verborgen omgang begint Hij ons te overtuigen van zonde en komt er zicht op de eigen verloren staat. Dan wijst de Here dingen aan, soms dingen, ongerechtige dingen, waarvan we het bestaan in ons hart niet eens wisten. Dan blijkt er zo veel harde veroordeling van anderen, verbittering over dingen die mensen ons aandeden, zelfrechtvaardiging, trots en hoogmoed, eigendunk, faalangst en innerlijke onzekerheid. De lijst wordt steeds langer. Maar als de Here het aanwijst en we gaan het zelf ook zien(!) doet het geen pijn. Toen anderen het zeiden, wezen we het beslist van de hand en verdedigden we onszelf met alle kracht.

Maar als de Here ons door Zijn Woord en Zijn Geest overtuigt van die verkeerde dingen is de angel eruit. Hij biedt er Zijn wondervolle genade bij aan. Tegelijkertijd!

"Ongerechtigheden hadden de overhand over mij". Tot die uitspraak moet het komen. Eerst in de tegenwoordige tijd. "Ja Here, het is wáár wat u zegt. Ik zie het nu zelf ook. Tot nu toe zocht ik mijn heil in de goede en rechtzinnige kerk of de bijbelgetrouwe evangelische gemeente, waarvan ik actief lid ben. Maar nu zie ik mezelf, zoals U mij ziet". Dan kan er de verbrokenheid komen. Die moet er ook komen. De Heilige Geest moet een diep reinigend werk in ons kunnen doen. En dan komt ook de zekerheid: "Onze overtredingen - Gij verzoent ze". Het kostbare bloed van Christus, vergoten op het kruis, is de enige grond waarop de ware verzoening werkelijkheid kan worden.

Feike ter Velde