Het geloofsvertrouwen in de Psalmen - Ps. 133:3

Feike ter Velde • 77 - 2001/02 • Uitgave: 4
“Want daar gebiedt de Here de zegen” Ps. 133:3

De psalmen 120 t/m 134 vormen samen 'de liederen ha ma'aloth' - de liederen van de opgang - bedevaartsliederen. Ze werden gezongen als Israël op de hoogtijdagen des Heren vanuit het hele land optrok naar Jeruzalem. Daar stond de Tempel, het huis des Heren en daar woonde Hijzelf. Eén ding had men gemeenschappelijk: te komen in het huis des Heren om daar te aanbidden. In het licht van Zijn aangezicht samen neer te buigen en Hem te loven en te prijzen, vervult het hart met liefde en vreugde. Die gemeenschappelijke liefde tot de Here en Zijn huis verbindt tot een wondervolle eenheid des geloofs. In die eenheid des geloofs wordt ook de liefde jegens elkander gevonden. Op weg naar Zijn toekomst ga je daar dan toch ook van zingen?

Dat is wat we hier vinden in dit kostbare kleinood in het boek der Psalmen. Die ware broederliefde is een kostbare ontdekking. De bron ervan ligt niet in de mens maar in de God van Israël en komt als 't ware in vloeibare vorm over de mens, als 'kostelijke olie'. Zo wordt de hogepriester gezalfd tot zijn taak. De zalfolie golft van boven naar beneden en doet zijn kostbaar werk over het hele lichaam. Hier vinden we het beeld van de vervulling met de Heilige Geest in het leven van een gelovige. Zo wil de Here Zichzelf meedelen aan Zijn kinderen. Van boven naar beneden, van top tot teen, overgoten met de kostelijke olie van Zijn liefde. Dat is wat elk kind van God mag begeren; waar hij zich naar mag uitstrekken. De liefde Gods is de hoogste gave van de Geest (1 Cor. 14:1), die een mens kan en mag verlangen. Het wordt gevonden waar mensen samen de Here zoeken, neerbuigen voor Zijn heilig Aangezicht en in gehoorzaamheid leven. Het wordt gevonden in de Gemeente van Christus en in het huisgezin van God. Het is als kostelijke olie op het hoofd.

Maar die liefde is ook als de dauw van de Hermon, die nederdaalt op de bergen van Sion. Wat een sprake! De dauw van de Hermon, de hoogste der bergen, die eveneens van boven naar beneden nederdaalt op de bergen van Sion. Heel de omgeving wordt ermee bekleed. Het kan niet onopgemerkt blijven. De zegen wordt zichtbaar en voelbaar ook voor anderen. Waar mensen in volkomen toewijding aan de Here leven en vervuld zijn met Zijn Geest van liefde en genade, daar worden zij tot een rijke zegen voor allen die in het huis zijn en tot in de wijde omgeving. Zij worden de oorzaak van grote veranderingen in hun omgeving. "Als zij trekken door een dal van balsemstruiken maken zij het tot een oord van bronnen’ (Ps. 84:7).

De geestelijke eenheid, die een werk is van de Geest Zelf onder gelovigen, is het grote verlangen van de Heiland voor allen die door Zijn dood en opstanding behouden zijn geworden. Hij bad er zelfs om tot Zijn Vader (Joh. 17:20,21).

Waar die wonderlijke liefdesband onder gelovigen wordt gevonden, daar wordt de eeuwige zegen van de Here gevonden: het eeuwigheidsleven! Voor de levenspartner, voor de kinderen en voor de andere familieleden.

Feike ter Velde