Het Evangelie moet Nederland bereiken
Een aantal weken geleden waren wij met een groepje van zeventien mensen in Zuid-Limburg om deur aan deur het mooiste cadeau aan te bieden. Het gesprek verliep ongeveer zo. Dingdong. De deur gaat open. “Hallo, sorry dat ik u stoor. Maar u hoeft niet te schrikken, want ik ga u niets verkopen.”
Meestal zag je direct een zucht van verlichting, ook in Limburg zijn en blijven het Hollanders. “Ik mag u een cadeau aanbieden.” Bij het woordje ‘cadeau’ werden mensen nieuwsgierig. “Ik mag u het best verkochte boek van de wereld aanbieden. Weet u welk boek dit is?” De meeste mensen hadden geen idee. “De Bijbel.” De reactie na het horen van het woord ‘Bijbel’ was wisselend; van ‘geen belangstelling’ tot ‘ik zou er graag één willen hebben’. Af en toe ontstond er een mooi kort gesprekje.
Dit brengt mij bij Johannes de Heer en zijn ‘evangelisatietent’. Op een foto in het boekje ’k zal gedenken staat een foto van een witte tent met daarbij een spandoek EVANGELISATIE-TENT van HET ZOEKLICHT. Vanaf het jaar 1906 ging Johannes de Heer met deze tent, samen met andere voorgangers en zijn harmonium Nederland door. Prachtig om zo Nederland te bereiken met de Evangelieboodschap.
Maar dit was niet het enige. Want op 1 juli 1919 verscheen het eerste nummer van Het Zoeklicht. Vanaf die tijd werden, door het geschreven woord, veel mensen tweewekelijks bereikt met het evangelie.
Door de tijd heen is er veel veranderd. Maar wat is blijven bestaan is de noodzaak om Nederland te bereiken met de boodschap van verzoening, vervulling en verwachting die God mensen aanbiedt in Zijn Zoon. Dat willen wij ook blijven doen door middel van Het Zoeklicht. Toch hebben wij besloten om vanaf oktober Het Zoeklicht maandelijks te laten verschijnen. In dit nummer zal Frits Boekhoff, directeur van de stichting, uitleg geven hoe wij tot dit besluit zijn gekomen. Hopelijk begrijp je uit bovenstaande dat wij niet het signaal willen afgeven dat dit het begin van het einde is, want het evangelie moet Nederland bereiken ook door middel van Het Zoeklicht! Ik hoop dat je met ons meebidt voor Nederland en dat nog vele mensen bereikt mogen worden met het Evangelie, van Groningen tot en met Limburg!
Martin Penning
Meestal zag je direct een zucht van verlichting, ook in Limburg zijn en blijven het Hollanders. “Ik mag u een cadeau aanbieden.” Bij het woordje ‘cadeau’ werden mensen nieuwsgierig. “Ik mag u het best verkochte boek van de wereld aanbieden. Weet u welk boek dit is?” De meeste mensen hadden geen idee. “De Bijbel.” De reactie na het horen van het woord ‘Bijbel’ was wisselend; van ‘geen belangstelling’ tot ‘ik zou er graag één willen hebben’. Af en toe ontstond er een mooi kort gesprekje.
Dit brengt mij bij Johannes de Heer en zijn ‘evangelisatietent’. Op een foto in het boekje ’k zal gedenken staat een foto van een witte tent met daarbij een spandoek EVANGELISATIE-TENT van HET ZOEKLICHT. Vanaf het jaar 1906 ging Johannes de Heer met deze tent, samen met andere voorgangers en zijn harmonium Nederland door. Prachtig om zo Nederland te bereiken met de Evangelieboodschap.
Maar dit was niet het enige. Want op 1 juli 1919 verscheen het eerste nummer van Het Zoeklicht. Vanaf die tijd werden, door het geschreven woord, veel mensen tweewekelijks bereikt met het evangelie.
Door de tijd heen is er veel veranderd. Maar wat is blijven bestaan is de noodzaak om Nederland te bereiken met de boodschap van verzoening, vervulling en verwachting die God mensen aanbiedt in Zijn Zoon. Dat willen wij ook blijven doen door middel van Het Zoeklicht. Toch hebben wij besloten om vanaf oktober Het Zoeklicht maandelijks te laten verschijnen. In dit nummer zal Frits Boekhoff, directeur van de stichting, uitleg geven hoe wij tot dit besluit zijn gekomen. Hopelijk begrijp je uit bovenstaande dat wij niet het signaal willen afgeven dat dit het begin van het einde is, want het evangelie moet Nederland bereiken ook door middel van Het Zoeklicht! Ik hoop dat je met ons meebidt voor Nederland en dat nog vele mensen bereikt mogen worden met het Evangelie, van Groningen tot en met Limburg!
Martin Penning