Het Evangelie is Joods

Ton Stier • 91 - 2015 • Uitgave: 20
“Jullie gaan toch niet met het Evangelie naar de Joden!”
Ik zie een licht verontwaardigde blik bij mijn gesprekspartner, terwijl van mijn gezicht verbazing moet zijn af te lezen. We hadden namelijk zojuist eensdenkend met elkaar gesproken over de Joodse achtergronden van het Evangelie, dat door Joodse evangelisten en apostelen is opgetekend, dat ligt ingebed in de Hebreeuwse Tenach en zich grotendeels in het decor van de Joodse geschiedenis en cultuur afspeelt.
Maar dat het Evangelie ook voor de Joden is, was volgens haar ‘een brug te ver’.


Natuurlijk had zij daar argumenten voor: Kerkvaders en hun vervangingstheologie; Pausen tot zelfs kerkhervormer Luther met hun anti-Joodse retoriek; het ‘Gott mit uns’ op de gespen van Wehrmacht-soldaten en ‘de ontjoodsing van kerk en christendom’. Dat laatste punt beschouwde Hitler als een ‘onontkoombare en beslissende taak van de kerk om haar toekomst veilig te stellen’. Hebreeuwse woorden als Jehova, Hallelujah en Hosanna moesten uit Duitse gezangboeken worden verwijderd, gevolgd door ‘ontjudaïseerde’ versies van het Evangelie.

Een pijnlijke vraag
Kunnen we als christenen dus nog wel met het Evangelie naar Joden toe? En ja, hoe herkenbaar is tot op vandaag Gods aanklacht: ‘Is het te weinig voor u dat u de beste weide afgraast? Moet u het overige van uw weide dan met uw voeten vertrappen? En moet u het heldere water drinken en wat overblijft, met uw voeten troebel maken?
Moeten Mijn schapen dan afgrazen wat uw voeten vertrapt hebben, en drinken wat uw voeten troebel gemaakt hebben?’
(Ezechiël 34:18,19).
En toch wijdt de Messias-belijdende Jood David Stern in zijn boek – waarvan de titel zijn pleidooi doet vermoeden – ‘Het Evangelie is Joods’, een groot deel aan zijn stelling: “Weigeren of verzuimen Joden te bereiken met het Evangelie is antisemitisch”1. En daarin staat hij niet alleen. De bekende Israëlische predikant Baruch Maoz begint zijn boek ‘Beginnende van Jeruzalem’2 met: “Waarom moet aan Joden het Evangelie worden gebracht? Dat is een pijnlijke vraag. Waarom zou het Evangelie niet aan Joden moeten worden gebracht? Zijn wij, Joden, geen mensen? Hebben wij geen Verlosser nodig? Hebben wij geen ziel die gered moet worden of zijn wij van redding uitgesloten?”

En zo zijn we eigenlijk weer terug bij de oude vervangingstheologie, maar dan in een nieuw jasje: ‘het Evangelie is goed voor alle mensen, behalve voor de Jood’.
Hoe goed bedoeld de argumenten ook zijn, Gods Woord leert dat ‘het Evangelie een kracht van God tot zaligheid is voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek’ (Romeinen 1:16). Dat dat Evangelie Joods is, blijkt uit Paulus’ openingswoorden in dezelfde Romeinenbrief, waarin hij zegt te zijn ‘afgezonderd tot het Evangelie van God, dat Hij tevoren beloofd had door Zijn profeten, in de heilige Schriften, ten aanzien van Zijn Zoon, Die wat het vlees betreft geboren is uit het geslacht van David.’
Wat een uitdaging voor ons als christenen om in ‘de Heilige Schriften’ (aanduiding van het Oude Testament), Hem te ontmoeten, Die is geboren uit het geslacht van David en als de Zoon van David, al Zijn beloften aan het volk van David zal waarmaken. Het is daarbij van groot belang, dat we niet Israël-centrisch, maar Christo-centrisch in Gods plan ontdekken dat Hij in en door de Zoon van David met Israël, de volken en de Gemeente zal voltooien. Dat wil je Joden toch niet onthouden?

Ton Stier
1 ‘Het Evangelie is Joods’, pag. 85, uitgave Gideon
2 ‘Beginnende van Jeruzalem’, uitgave Den Hertog