Het Evangelie is Gods daadkracht
Het eeuwig Evangelie is geen toevalligheid. God hoefde geen paniekoplossing voor de zondeval te zoeken. Het Evangelie is Zijn eeuwig voornemen, van voor de grondlegging der wereld (Rom. 8:29; Ef. 1:4). Het Evangelie is eschatologisch (staat in verband met de dingen van het einde der tijden). Het heeft betekenis voor de toekomst en komt tot volle vrucht in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde, wanneer het Koninkrijk der hemelen in volle heerlijkheid op aarde is gekomen. Het Evangelie openbaart Gods soevereiniteit in heden, verleden en toekomst.
De aanspraken van het christendom zijn historisch. God is de God van Abraham, Isaäk en Jakob. Hij is de God die Zijn volk uit Egypte leidde. Jezus is waarlijk gekruisigd en opgestaan. Dit zijn momenten in de werkelijke geschiedenis.
Het Evangelie is persoonlijk en krachtig om te redden. Het is een kracht Gods tot behoud (Rom. 1:16; 1Kor. 1:18). Zijn kracht brengt tot stand wat geen ander kan.
Het Evangelie maakt de heidenen tot mede-erfgenamen (Ef. 3:6) opdat God voor Zich een volk zou verzamelen (1Petr. 2:9). Alhoewel redding een persoonlijke aangelegenheid is, is leven als christen meer dan persoonlijk. Het is opgenomen worden in het volk van God, zodat gezamenlijk optrekken met het volk van God onlosmakelijk is met christen-zijn. Roeping is individueel, maar nooit privaat en steeds ingebed in het Lichaam van Christus. De daadkracht van God in de redding van de gelovige blijkt mede uit de gemeenschap van de gelovige met het volk van God.
Jef De Vriese
De aanspraken van het christendom zijn historisch. God is de God van Abraham, Isaäk en Jakob. Hij is de God die Zijn volk uit Egypte leidde. Jezus is waarlijk gekruisigd en opgestaan. Dit zijn momenten in de werkelijke geschiedenis.
Het Evangelie is persoonlijk en krachtig om te redden. Het is een kracht Gods tot behoud (Rom. 1:16; 1Kor. 1:18). Zijn kracht brengt tot stand wat geen ander kan.
Het Evangelie maakt de heidenen tot mede-erfgenamen (Ef. 3:6) opdat God voor Zich een volk zou verzamelen (1Petr. 2:9). Alhoewel redding een persoonlijke aangelegenheid is, is leven als christen meer dan persoonlijk. Het is opgenomen worden in het volk van God, zodat gezamenlijk optrekken met het volk van God onlosmakelijk is met christen-zijn. Roeping is individueel, maar nooit privaat en steeds ingebed in het Lichaam van Christus. De daadkracht van God in de redding van de gelovige blijkt mede uit de gemeenschap van de gelovige met het volk van God.
Jef De Vriese